ECLI:NL:RBMNE:2023:4525

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 augustus 2023
Publicatiedatum
4 september 2023
Zaaknummer
UTR 23/579
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag herbeoordeling kinderopvangtoeslag

In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat hij van mening is dat er niet tijdig is beslist op zijn aanvraag van 23 juni 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 25 februari 2023 een verweerschrift ontvangen van de verweerder, waarop eiser heeft gereageerd. Partijen zijn gevraagd of zij gehoord willen worden op een zitting, maar geen van de partijen heeft gebruik gemaakt van dit recht, waarna de rechtbank het onderzoek heeft gesloten.

De rechtbank overweegt dat tegen het niet tijdig nemen van een besluit beroep kan worden ingesteld, maar dat het beroep in dit geval niet-ontvankelijk is. Dit komt doordat eiser zijn verzoek voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag heeft ingetrokken. Uit het verweerschrift blijkt dat eiser in een telefoongesprek op 17 december 2021 heeft aangegeven dat de herbeoordeling niet langer nodig was en toestemming heeft gegeven voor afmelding. Eiser ontkent dit, maar de rechtbank ziet geen reden om te twijfelen aan de telefoonnotitie van de verweerder.

De rechtbank concludeert dat de verweerder terecht niet meer hoefde te beslissen op het verzoek voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.A.M. Elzakkers op 7 augustus 2023, en een afschrift is verzonden aan de partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/579

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 augustus 2023 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. R. Grijpstra),
en

Belastingdienst/Toeslagen, verweerder

(gemachtigde: mr. [A] ).

Inleiding

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingesteld, omdat verweerder volgens hem niet op tijd heeft beslist op zijn aanvraag van 23 juni 2021 om herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag.
Op 25 februari 2023 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
Eiser heeft een reactie gegeven op het verweerschrift.
Partijen zijn gevraagd of zij gehoord willen worden op een zitting. Geen van partijen heeft verklaard gebruik te willen maken van dit recht. [1] Daarop heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld. [2] Het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen. [3]
2. Het beroep wegens het niet tijdig nemen van een besluit in het kader van de integrale herbeoordeling kinderopvangtoeslag is niet-ontvankelijk. De rechtbank zal geen uitspraak doen over de vraag of verweerder te laat heeft beslist. Dit is om de volgende reden. Eiser heeft het verzoek voor een herbeoordeling kinderopvangtoeslag ingetrokken.
3. De rechtbank overweegt als volgt. Uit het verweerschrift en de door verweerder ingediende gedingstukken blijkt dat eiser bij telefoongesprek van 17 december 2021 bij verweerder heeft aangegeven dat de herbeoordeling van zijn kinderopvangtoeslag niet langer hoefde plaats te vinden en daarmee toestemming heeft gegeven voor afmelding van de herbeoordeling kinderopvangtoeslag. Ook blijkt uit dat telefoongesprek dat de kinderopvangtoeslag niet op naam van eiser heeft gestaan en dat eiser zijn ex-partner zal benaderen om zich aan te melden. Verweerder heeft de afmelding van de herbeoordeling kinderopvangtoeslag meegedeeld aan eiser in het besluit van 29 juni 2022 met kenmerk UHT CHR GU.
4. Eiser ontkent dat hij bij telefoongesprek van 17 december 2021 aan verweerder heeft laten weten dat hij zich wil afmelden van de herbeoordeling kinderopvangtoeslag. Ook stelt eiser dat hij het besluit van 29 juni 2022 pas bij berichtgeving van 28 februari 2023 heeft ontvangen. De rechtbank ziet in het aangevoerde geen aanleiding om te twijfelen aan de telefoonnotitie van verweerder. Daarbij betrekt de rechtbank dat uit de telefoonnotitie volgt dat is besproken dat eiser zijn ex-partner zal contacten om zich aan te melden en uit de administratie van verweerder blijkt dat de ex-partner zich ook daadwerkelijk enkele dagen na het telefoongesprek heeft aangemeld.
5. Het vorenstaande leidt tot het oordeel dat verweerder (terecht) niet meer hoefde te beslissen op het verzoek voor herbeoordeling kinderopvangtoeslag.
6. Het beroep is niet-ontvankelijk. Daarom bestaat er ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.A.M. Elzakkers, rechter, in aanwezigheid van
mr. S.C. Hak, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 7 augustus 2023.
De rechter is verhinderd deze uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Artikel 8:57, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
2.Artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
3.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.