ECLI:NL:RBMNE:2023:4500
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid en toekenning van WIA-uitkering
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland het beroep van eiseres tegen de toekenning van een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Eiseres, die na een fietsongeluk in 2017 lichamelijke en psychische klachten heeft ontwikkeld, heeft op 21 juli 2021 een aanvraag voor een WIA-uitkering ingediend. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft haar arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 40,20% per 6 juli 2021, maar na bezwaar is dit percentage verhoogd naar 41,46% per 20 oktober 2021. Eiseres is het niet eens met deze beoordeling en stelt dat haar psychische klachten zijn onderschat.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 1 mei 2023, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde. De rechtbank heeft vastgesteld dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en dat de medische beoordelingen van de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige juist zijn. Eiseres heeft geen medische informatie overgelegd die de conclusies van het Uwv tegenspreekt. De rechtbank concludeert dat de beperkingen zoals vastgesteld in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 23 december 2021 correct zijn en dat het Uwv terecht heeft geconcludeerd dat eiseres 41,46% arbeidsongeschikt is.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep aantekenen bij de Centrale Raad van Beroep.