ECLI:NL:RBMNE:2023:4480

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 augustus 2023
Publicatiedatum
31 augustus 2023
Zaaknummer
16-097817-23 en 16-173997-23 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor poging tot doodslag en verkeersdelicten tijdens politieachtervolging

Op 31 augustus 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 10 april 2023 betrokken was bij een politieachtervolging. De verdachte, die zonder geldig rijbewijs en onder invloed van alcohol reed, heeft meermalen geprobeerd politieauto's te rammen en heeft daarbij verkeersregels ernstig geschonden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere pogingen tot doodslag op opsporingsambtenaren. De verdachte reed met snelheden tussen de 140 en 190 km/u en negeerde stoptekens van de politie. Tijdens de achtervolging heeft hij meerdere keren abrupt van rijstrook gewisseld en andere weggebruikers in gevaar gebracht. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast is hem de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen ontzegd voor de duur van 3 jaren en is er een geldboete opgelegd voor het rijden zonder rijbewijs. De rechtbank heeft rekening gehouden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte, die lijdt aan een depressieve stoornis en alcoholproblemen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16-097817-23 en 16-173997-23 (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 31 augustus 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1993] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [woonplaats] (België),
gedetineerd in [verblijfplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 5 juli 2023 en 17 augustus 2023. De inhoudelijke behandeling heeft plaatsgevonden op 17 augustus 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.E. Lohuis en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. V. Poelmeijer, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
16-097817-23
Feit 1 primair
op 10 april 2023 op verschillende snelwegen in Nederland,
heeft gepoogdom een viertal opsporingsambtenaren
opzettelijk van het leven te berovendoor als bestuurder van een personenauto op hoge snelheid politieauto’s te rammen, tegen die (politie)auto’s aan te botsen/rijden, die politieauto’s heeft afgesneden en door plotseling te remmen;
Feit 1 subsidiair
op 10 april 2023 op verschillende snelwegen in Nederland,
heeft gepoogdom een viertal opsporingsambtenaren
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengendoor als bestuurder van een personenauto op hoge snelheid politieauto’s te rammen, tegen die (politie)auto’s aan te botsen/rijden, die politieauto’s heeft afgesneden en door plotseling te remmen;
Feit 1 meer subsidiair
op 10 april 2023 op verschillende snelwegen in Nederland,
een viertal opsporingsambtenaren heeft bedreigddoor als bestuurder van een personenauto op hoge snelheid politieauto’s te rammen, tegen die (politie)auto’s aan te botsen/rijden, die politieauto’s heeft afgesneden en door plotseling te remmen;
Feit 2
op 10 april 2023 op verschillende snelwegen in Nederland, als bestuurder van een personenauto, daarmee rijdende op de weg, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden, door welke verkeersgedragingen van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten was.
16-173997-23
Feit 1
op 10 april 2023 op verschillende snelwegen in Nederland, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto, Opel Zafira), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl het alcoholgehalte in zijn bloed hoger was dan de wettelijke limiet.
Feit 2
op 10 april 2023 op verschillende snelwegen in Nederland, als bestuurder van een motorrijtuig heeft gereden op de weg , zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder de zaak met parketnummer 16-097817-23 feit 1 primair ten laste gelegde en de overige feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
De verkeersgedragingen van verdachte leveren een poging doodslag op. In dit geval is voldoende dat er een aanmerkelijke kans op de dood van de betrokken verbalisanten bestond, van welke kans verdachte zich bewust moet zijn geweest en dat verdachte desondanks deze kans op het intreden van de dood heeft aanvaard. Verdachte heeft met snelheden tussen de 160 – 190 km/u zonder geldig rijbewijs over de gehele breedte van de snelweg van links naar rechts gemanoeuvreerd en maakte daarbij meerdere snelle stuurbewegingen om aan de inbox-procedures van de verbalisanten te ontkomen. Daarbij heeft verdachte zijn snelheid verhoogd of extreem verlaagd, stuurbewegingen van links naar rechts gemaakt en hij heeft daarbij ook meermaals diverse voertuigen van de verbalisanten geraakt. Eén voertuig van de verbalisanten raakte daarbij de vangrail, een ander voertuig werd geraakt terwijl zij voor verdachte met een snelheid van 160 – 170 km/u reden. Onder dergelijke omstandigheden is de kans op een ongeluk met dodelijk afloop aanmerkelijk, en de kans dat dit gevaar zou intreden was reëel gelet op de nabijheid van het andere verkeer ter plaatse.
Voorts heeft verdachte – gelet op de aard en samenstel van de gedragingen van verdachte en de omstandigheden waaronder dit gebeurde – opzettelijk en met groot gevaar voor andere weggebruikers de verkeersregels in ernstige mate geschonden. Ten slotte was verdachte onder invloed van alcohol en had hij niet de beschikking over een geldig rijbewijs.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder de zaak met parketnummer 16-097817-23 feit 1 primair en subsidiair ten laste gelegde. Kort gezegd heeft hij daartoe aangevoerd dat het opzet van verdachte op het doden van dan wel toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan de verbalisanten niet kan worden bewezen. Uit het dossier – meer specifiek de dashcambeelden - kan niet worden afgeleid dat verdachte (opzettelijk) tegen een of meerdere politieauto’s is gebotst of deze heeft geramd.
De raadsman heeft ook vrijspraak bepleit van het onder de zaak met parketnummer 16-173997-23 feit 1 ten laste gelegde. Het resultaat van het bloedonderzoek is door justitie naar het adres van verdachte in België gestuurd, terwijl de betrokken verbalisant wist dat verdachte op dat moment in Nederland was gedetineerd. Daarmee is verdachte het recht op een tegenonderzoek ontnomen. Het recht op een tegenonderzoek is in ieder geval een strikte waarborg. Schending van die waarborg maakt dat niet langer kan worden gesproken van ‘een onderzoek’, zodat verdachte voor voornoemd feit moet worden vrijgesproken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Onder de zaak met parketnummer 16-097817-23 feit 1 wordt verdachte verweten dat hij door zijn verkeersgedrag zich schuldig zou hebben gemaakt aan meerdere pogingen tot doodslag op verbalisanten in politieauto’s. Dit verkeersgedrag zou hebben plaatsgevonden tijdens een viertal zogeheten ‘inboxprocedures’, hetgeen de rechtbank begrijpt als procedures waarbij een rijdende auto door meerdere politieauto’s wordt omsingeld om die desbetreffende auto vervolgens tot stoppen te dwingen (hierna: ‘inbox-procedure’). In het onderhavige geval zijn meerdere inbox-procedures uitgevoerd. De rechtbank zal hieronder in de bewijsmiddelen, ter verduidelijking, door middel van kopjes aangeven welke bewijsmiddelen op welke inboxprocedure ziet.
Bewijsmiddelen [1]
De hierna weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] – zakelijk weergegeven
Omstreeks 05:55 uur zagen wij, verbalisanten, het voertuig passeren. Wij zagen dat het voertuig het kenteken [kenteken] had en een Opel Zafira betrof. Wij zagen dat het voertuig slingerend rijgedrag vertoonde. Wij besloten het voertuig in te halen om hem vervolgens een stopteken te geven doormiddel van het stoptransparant van ons dienstvoertuig. Wij gaven de bestuurder een stopteken ter hoogte van de A2 40.5 links. Wij zagen dat de bestuurder van de Opel Zafira direct vaart minderede. Wij sorteerde voor om de afslag Abcoude te nemen. De bestuurder van de Opel Zafira volgde op dat moment ons de afslag Abcoude te nemen. Wij zagen bij het naderen van de afslag dat de bestuurder over het puntstuk reed en vervolgens zijn snelheid fors vermeerderde. Wij verbalisanten hebben direct de achtervolging ingezet. Op dat moment ging de snelheid van de Opel Zafira omhoog tot honderdzeventig kilometer per uur. De toegestane maximumsnelheid op dat moment was honderddertig kilometer per uur. Wij zagen dat de bestuurder de afrit in de richting van Amsterdam Zuid-Oost nam. Hierbij had de bestuurder van de Opel Zafira zo hoge snelheid dat hij scherp in moest sturen. Wij zagen dat de bestuurder van de Opel Zafira hierbij andere weggebruikers afsneed. Wij zagen dat overige weggebruikers hiervan schrokken waardoor ze moesten uitwijken voor de Opel Zafira en hard moesten remmen door het weggedrag van de bestuurder van de Opel Zafira. Op de Meibergdreef in Amsterdam zagen wij dat de bestuurder van de Opel Zafira door het rode verkeerslicht reed waarna hij de Snijderbergweg op reed. Wij zagen dat de bestuurder direct bij de eerste kruising een u-bocht maakte. Wij zagen dat de bestuurder de oprit A9 richting Amstelveen op reed. Wij zagen dat de bestuurder de afslag A2 rechts nam. Hierbij reed de bestuurder tot snelheden van honderdvijfenzeventig kilometer per uur. Dit was omstreeks 06:02 uur. De toegestane maximumsnelheid op dat moment was honderd kilometer per uur. Wij zagen dat de bestuurder wederom het puntstuk nam bij afslag Mijdrecht. Hierna verminderde de bestuurder van de Opel Zafira de snelheid tot dertig kilometer per uur. De toegestane maximumsnelheid was op dat moment honderd kilometer per uur. Wij verbalisanten zagen dat het achteropkomende verkeer hierdoor hard moesten remmen waardoor er gevaarlijke verkeersituaties konden ontstaan. [2]
Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] – zakelijk weergegeven
Wij, verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , waren op 10 april 2023 omstreeks 05.50 uur belast met surveillance. Wij waren in politie-uniform gekleed en reden in een opvallend snel interventie voertuig (hierna te noemen SIV). Wij waren in politie-uniform gekleed en reden in een opvallend snel interventie voertuig (hierna te noemen SIV) en luisterden naar het roepnummer [roepnummer] . Omstreeks 06.00 uur hoorden wij, verbalisanten, dat een bestuurder van een personenauto een volgteken negeerde en er een achtervolging ontstond op de Rijksweg A2 in. Wij hoorden de collega's doorgeven dat het een personenauto van het merk Opel, type Zafira en voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken] betrof.
Op de Rijksweg A2 rechts ongeveer ter hoogte van hectometerpaal 65.3 is er getracht een eerste inboxprocedure uit te voeren. Op de Rijksweg A27 links ongeveer ter hoogte van hectometerpaal 55.0 is er getracht een derde inboxprocedure uit te voeren. [3] Bij één van de inboxpogingen kwamen wij rechts naast het verdachte voertuig te rijden. Wij zagen dat de verdachte een ruk aan zijn stuur naar rechts gaf. Wij zagen dat het voertuig van de verdachte hard zijwaarts op ons af kwam. Wij hoorden en voelden een harde klap toen het voertuig van de verdachte contact maakte met ons dienstvoertuig. Ik, verbalisant [verbalisant 3] , voelde direct na deze klap ook een trilling in de stuurinrichting dan wel wielophanging van ons dienstvoertuig. De verdachte verhoogde zijn snelheid, hierbij raakten de rechterbuitenspiegel van de verdachte de linkerbuitenspiegel van ons dienstvoertuig. Wij, verbalisanten, zagen dat de verdachte na de eerste inboxpoging zijn snelheid verhoogde.
Wij weten wel dat bij één van de inboxpogingen wij met ons dienstvoertuig voor de verdachte reden. Wij, verbalisanten, werden vervolgens door de verdachte aan de achterzijde van ons dienstvoertuig geramd. Wij hoorden en voelden een harde klap. Wij voelden dat ons hoofd hard naar achteren tegen de hoofdsteun aan sloeg. Ten tijde van deze kennelijk opzettelijke aanrijding reden we ongeveer 160 á 170 kilometer per uur.
Wij zagen dat de verdachte vanaf de Rijksweg A27 links naar de Rijksweg A58 rechts reed. Wij zagen dat de verdachte op het laatste moment met een felle stuurbeweging via het puntstuk de verbindingsweg op reed naar de Rijksweg A16 rechts. [4]
Verdachte: [verdachte]. [5]
Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] – zakelijk weergegeven
Op 10 april 2023, omstreeks 06.00 uur waren wij, verbalisanten, beiden werkzaam bij de Landelijke Eenheid.
Aankomende bij de A2 rechts ter hoogte van IJsselstein sloten wij eveneens aan bij de achtervolging. Op dat moment waren wij het vierde voertuig in de achtervolging. Voor ons reden drie andere SIV-voertuigen. Wij hoorden de [roepnummer] zeggen dat zij het voertuig gingen inboxen, wat betekende dat voertuig twee en drie daarbij aan moesten sluiten. Wij hoorden vervolgens de afgesproken commando's "actie, Nu" waarna wij zagen dat de [roepnummer] de ZAFIRA probeerde in te halen en wij zagen dat voertuigen twee en drie daarbij aan trachtte te sluiten. Wij zagen echter dat de ZAFIRA hevig begon te slingeren. Wij zagen dat de ZAFIRA er alles aan deed om te voorkomen dat hij werd ingeboxt. Wij zagen dat hij van links naar rechts aan het sturen was. Wij zagen dat de [roepnummer] voor het voertuig kwam. Wij zagen dat de remlichten van de AD0S0S aangingen en wij zagen dat het politietransparant van de [roepnummer] STOP POLITIE uitstraalde. Wij zagen dat de ZAFIRA echter niet remde en op de [roepnummer] inreed. [6]
Inmiddels waren wij alle aangekomen op de A27 links. Wij zagen dat wij, door het heen en weer sturen van de ZAFIRA, inmiddels op rijstrook 1 waren beland en zeer dicht bij de vangrail kwamen te rijden. Wij zagen dat de ZAFIRA op ons in bleef sturen zoals hij dat telkens deed. Doordat wij zo dicht op de vangrail kwamen te rijden kwamen wij in aanraking met de ZAFIRA en direct daarna met de vangrail. Wij voelde de SIV hevig schudden. Wij voelde dat de acherbanden slipte. Ik, verbalisant [verbalisant 5] , moest middels meerdere stuurbewegingen er alles aan doen om het voertuig met de neus in de juiste richting te houden om een crash met het achteropkomende verkeer te voorkomen. [7]
De eigen waarneming van de rechtbank
De rechtbank heeft op basis van de beelden – die ook ter terechtzitting zijn getoond – het volgende vastgesteld.
Videobestand ‘dashcam deel 1’: vanaf 02:08 minuten is een politieauto zichtbaar die rechts naast de Opel Zafira rijdt (Opel Zafira op rijbaan 1, politieauto op rijbaan 2). De politieauto beweegt naar links. De Opel Zafira beweegt daarop naar links richting de vangrail. Vervolgens rijdt de Opel Zafira naar rechts. Bij deze stuurbeweging wordt de politieauto links in de flank geraakt door de Opel Zafira.
Videobestand ‘Screen_Recording_ [videobestand] _Chrome’: vanaf 05:28 minuten vastgesteld wordt dat onder in beeld de snelheid van de politieauto, eerst 150, en later 140 kilometer per uur is. .
Videobestand ‘Screen_Recording_ [videobestand] _Chrome’: vanaf 08:25 minuten rijden twee politieauto’s op rijstrook 1 en zij naderen de Opel Zafira op rijstrook 2. Eén ’politieauto gaat voor de Opel Zafira rijden, en de andere politieauto gaat links naast de Opel Zafira rijden. De Opel Zafira beweegt daarop naar links, waardoor de politieauto naast hem naar links moet uitwijken. Deze politieauto wijkt uit en remt, en komt kort achter de Opel Zafira te rijden. De afstand tussen de Opel Zafira en de politieauto die voor hem rijdt wordt als zeer kort ingeschat. De Opel Zafira beweegt naar links en rechts. De remlichten van de politieauto die voor de Opel Zafira rijdt gaan aan, evenals de remlichten van de politieauto achter de Opel Zafira. Er is geen remlicht bij de Opel Zafira. De Opel Zafira botst op de politieauto voor hem. De remlichten van de politieauto links achter de Opel Zafira gaan aan. De Opel Zafira beweegt naar links en de rechter voorkant van de politieauto die links achter de Opel Zafira rijdt wordt geraakt door de linker achterkant van de Opel Zafira. Zowel de Opel Zafira als de politieauto bewegen richting de vangrail.
De snelheid onderin beeld is tussen de 160 en 170 kilometer per uur.
Videobestand ‘dashcam deel 1’: vanaf 02:33 minuten is een Opel Zafira te zien die over de vluchtstrook rijdt.
Een proces-verbaal rijden onder invloed
Op 10 april 2023 om 06:00 uur zagen wij dat een persoon als bestuurder van een voertuig personenauto, Opel Zafira, kenteken [kenteken] , reed op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de A58 ter hoogte van hectometerpaal 62.7 rechter rijbaan, richting Breda. [8] Ik heb op 10 april 2023 bloed afgenomen. Ik heb de buisjes bloed in de voorgeschreven verpakking, gewaarmerkt, direct verpakt en verzegeld. Tevens heb ik het opdrachtformulier Toxicologisch onderzoek voorzien van een genummerde en op naam gestelde SIN-sticker "Analyse" met het nummer TACK0806NL. [9]
Een NFI-rapport van 20 juni 2023
SIN: TACK0806NL, bloed van [verdachte] . [10]
Grenswaarde indien enkelvoudig gebruikt: 0,50 milligram per milliliter.
Eindresultaat: 0,84 milligram per milliliter. [11]
In het bloed van [verdachte] is ethanol (alcohol) aangetoond in een concentratie hoger dan de grenswaarde voor enkelvoudig gebruik. [12]
Een proces-verbaal van overtreding
Bij het raadplegen van het rijbewijzenregister bleek mij dat aan verdachte nooit enig rijbewijs was afgegeven in Nederland. Bij navraag van het Europese rijbewijzenregister, Eucaris, bleek mij dat aan verdachte nooit enig rijbewijs was afgegeven. Voor het besturen van dit motorrijtuig was vereist een rijbewijs B. [13]
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 17 augustus 2023:
Vijf minuten nadat ik de snelweg op reed zag ik op de achterbank een fles whisky liggen die bijna halfvol was. Ik ben toen begonnen met het drinken uit die fles.
Bewijsoverweging 16-097817-23 feit 1
Kern van de beoordeling
In de kern moet worden beoordeeld of uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen volgt dat het verkeersgedrag van verdachte een (poging) doodslag of (poging) zware mishandeling oplevert, of dat er sprake is van een bedreiging.
Juridisch kader
De eerste vraag die de rechtbank dient te beantwoorden, is of de verdachte opzettelijk heeft gehandeld. Van “vol opzet” is in dit geval sprake indien de verdachte met zijn weggedrag het doel had de betrokken verbalisanten van het leven te beroven of hen zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Indien van vol opzet geen sprake is, ligt vervolgens de vraag naar “voorwaardelijk opzet” voor: heeft de verdachte zich, door met (te) hoge snelheid bepaalde stuurbewegingen te maken, willens en wetens blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat de betrokken verbalisanten waar hij uiteindelijk met zijn auto tegenaan is gebotst zouden komen te overlijden of zwaar lichamelijk letsel zouden oplopen?
Indien sprake is van een aanmerkelijke kans op het intreden van de dood of zwaar lichamelijk letsel, is de vervolgvraag of de verdachte die kans ook bewust, dus met een zekere mate van opzet, heeft aanvaard. Sommige gedragingen kunnen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer gericht op een bepaald gevolg dat het – behoudens contra-indicaties - niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het desbetreffende gevolg heeft aanvaard. Over zeer gevaarlijke gedragingen in het verkeer heeft de Hoge Raad overwogen dat deze onder omstandigheden een poging doodslag kunnen opleveren, met dien verstande dat de rechter in zijn oordeel dient te betrekken dat de verdachte in een dergelijk geval het ook op de koop toe moet nemen dat niet alleen een ander, maar ook hij zelf het leven zal verliezen door zijn gedraging(en). Anders gezegd: hoewel het botsen of aanrijden tegen, dan wel het afsnijden van politieauto’s op de snelweg heel erg gevaarlijk is, is dit gegeven alleen onvoldoende om te zeggen dat de betrokken bestuurder bewust de aanmerkelijke kans aanvaardt dat hij door zijn gedragingen een ander doodt. Of dit het geval is, zal moeten worden beoordeeld aan de hand van de dossierstukken, waaronder in dit geval onder andere bevindingen van de bij de achtervolging betrokken verbalisanten en de dashcambeelden vanuit de politieauto’s. Op die manier zal moeten worden beoordeeld of verdachte door zijn handelen willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaardde dat hij een ander zou doden.
Beoordeling
Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden afgeleid dat verdachte het doel had de verbalisanten op enig moment van het leven te beroven of hen zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Van ‘vol opzet’ is dan ook geen sprake.
Bij een tweetal momenten is echter wél sprake van een willens en wetens blootstellen van
alle betrokkenenaan de aanmerkelijke kans dat zowel de betrokken verbalisanten als verdachte zou komen te overlijden. Dit maakt dat de rechtbank oordeelt dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan driemaal een poging doodslag op de betrokken verbalisanten door het door hem vertoonde rijgedrag. De rechtbank zal dat oordeel hieronder verder uitleggen, waarbij zij aan de hand van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, deze twee momenten heeft vastgesteld en hierna als ‘inboxprocedure 1’ en ‘inboxprocedure 3’ zal duiden.
Inboxprocedure 1 – aanmerkelijke kans op overlijden
Verdachte rijdt in zijn Opel Zafira op rijbaan 1, waar direct links van hem de vangrail bevond. Op het moment dat een politieauto met daarin verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] hem proberen in te boxen door vanaf rijbaan 2 links naar rijbaan 1 te bewegen, stuurt verdachte naar links in de richting van de vangrail waarna hij met een stuurbeweging naar rechts op de politieauto van voornoemde verbalisanten instuurt. Hierdoor wordt deze politieauto in de linkerflank geraakt. Deze manoeuvre heeft verdachte uitgevoerd met snelheden tussen de 150 tot minimaal 140 km/u, waarbij zich in de directe nabijheid ook andere (politie-)auto’s bevonden. Onder deze omstandigheden heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank niet alleen de aanmerkelijke kans in het leven geroepen dat de verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] zouden komen te overlijden maar ook hijzelf. Het risico dat verdachte zelf tegen de vangrail aan was gereden, als ook dat enige momenten later de verbalisanten na het aanrijden in de flank de macht over het stuur waren verloren was aanzienlijk, waarbij met deze snelheden en de aanwezigheid van meer verkeer eveneens het risico groot is dat dit andere verkeer op één van deze auto’s was geklapt. De kans op de dood van zowel de verbalisanten als verdachte zelf wordt daarom ook als aanmerkelijk aangemerkt.
Inboxprocedure 3 – aanmerkelijke kans op overlijden
Tijdens deze inboxprocedure rijdt verdachte in zijn Opel Zafira op rijstrook 2 en op enig moment rijdt er een politieauto vóór hem (met verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] ) en een politieauto achter hem (met verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] ) op rijstrook 1 met direct links ernaast de vangrail. Terwijl er wordt gereden met snelheden tussen de 160 en 170 km/u botst verdachte eerst op de politieauto voor hem, en stuurt hij daarna naar links waardoor verdachte met zijn auto de politieauto links achter hem raakt. Deze laatste politieauto kwam daarna in aanraking met de vangrail en ook verdachte beweegt met zijn auto richting de vangrail.
Door met een dergelijke hoge snelheid tussen de 160 en 170 km/u, waarbij zich in de directe nabijheid ook andere (politie-)auto’s bevonden, dergelijke gevaarlijke manoeuvres uit te voeren, heeft verdachte ook hier de aanmerkelijke kans in het leven geroepen dat de verbalisanten [verbalisant 3] , [verbalisant 4] , [verbalisant 5] en [verbalisant 6] zouden komen te overlijden maar ook hijzelf. Het risico dat [verbalisant 3] en [verbalisant 4] de macht over het stuur zouden kwijt raken door de botsing was aanzienlijk, als ook dat zij vervolgens zouden worden geraakt door ander daaropvolgend verkeer. Eveneens was het risico aanzienlijk dat [verbalisant 5] en [verbalisant 6] zouden verongelukken door tegen de vangrail te rijden, hetgeen eveneens geldt voor verdachte zelf. De kans op de dood van zowel de verbalisanten als verdachte zelf wordt daarom ook bij deze inboxprocedure als aanmerkelijk aangemerkt.
Inboxprocedure 1 en 3 – aanvaarding van de aanmerkelijke kans
De vervolgvraag is of verdachte deze aanmerkelijke kans heeft aanvaard. De rechtbank is, gelet op de uiterlijke verschijningsvorm van het gevaarzettende rijgedrag van verdachte, van oordeel dat verdachte de aanmerkelijke kans op het overlijden van de verbalisanten [verbalisant 3] , [verbalisant 4] , [verbalisant 5] en [verbalisant 6] als ook van hemzelf heeft aanvaard. Deze aanvaarding valt af te leiden uit de uiterlijke verschijningsvorm van de stuurbewegingen die verdachte met zijn auto heeft gemaakt onder nagenoemde omstandigheden en die een zekere mate van bewust handelen impliceren. Vast staat dat verdachte onverwachte stuurbewegingen heeft gemaakt in de richting van de politieauto’s met daarin voornoemde verbalisanten. Verdachte werd achtervolgd door de politie en koos er vervolgens voor om met zeer hoge snelheden onverwachte stuurbewegingen te maken richting de dichtstbijzijnde politieauto’s en meerdere keren tegen een politieauto aan te botsen waardoor in één geval een politieauto met de vangrail in aanraking kwam. Aan deze inboxprocedures ging een langdurige achtervolging vooraf. Het rijgedrag van de verdachte, zowel voor, tijdens als na de eerste en derde inboxprocedure zoals dit door de verbalisanten wordt beschreven en uit de dashcambeelden blijkt, kan niet anders worden opgevat dan dat dit erop was gericht om koste wat kost te voorkomen dat de politieagenten hem zouden aanhouden, ook indien dat betekende dat door zijn rijgedrag een aanrijding met een politieauto zou ontstaan met dodelijk gevolg voor de inzittenden van die voertuigen alsook voor hemzelf. Door toch met zeer hoge snelheden dichtbij de vangrail en met meerdere politieauto’s om hem heen, bewust te sturen richting en tegen een politieauto als ook tegen een politieauto aan te botsen, kan het niet anders zijn dan dat verdachte tijdens beide inboxprocedures de aanmerkelijke kans bewust heeft aanvaard, dat die politieauto’s als ook verdachte zelf zouden verongelukken, van de weg zou raken en dat de zich daarin bevindende verbalisanten als ook verdachte dodelijk getroffen zouden worden. Het gevaar van die situatie moet voor de verdachte, duidelijk zijn geweest. Dat de betrokken verbalisanten desondanks de verwezenlijking van een aanrijding met dodelijk gevolg hebben kunnen voorkomen, betekent dat geen sprake is van een voltooid delict maar van een poging om dodelijk letsel toe te brengen. De rechtbank acht daarmee het onder feit 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen ten aanzien van de stuurbeweging die de verdachte heeft gemaakt in de richting van de politieauto waarin verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] reden als ook in de richting van de politieauto waarin verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] reden.
Bewijsoverwegingen 16-173997-23 feit 1
Verdachte heeft in zijn verhoor bij de politie verklaard dat hij in België staat ingeschreven, en dat hij op dat adres ook post van politie en justitie kan ontvangen. De brief waarin het recht op tegenonderzoek aan verdachte is medegedeeld is vervolgens naar dit adres verstuurd. Van enige schending van het recht op tegenonderzoek – en dus schending van een strikte waarborg in de zin van artikel 17 jo 19 Besluit alcohol en drugs in het verkeer – is niet gebleken. Voor zover verdachte daadwerkelijk gebruik had willen maken van zijn recht op het doen verrichten van tegenonderzoek, had hij daar aldus gebruik van kunnen maken, al dan niet met hulp van een advocaat, die ook bij het politieverhoor aanwezig was. Het had aldus op de weg van zowel verdachte, als zijn advocaat gelegen om actief navraag te doen naar deze post als ook daarin actie te ondernemen, hetgeen door de verdediging niet is gesteld of gebleken.
Bewijsoverwegingen 16-173997-23 feit 2
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij ten tijde van het feit in het bezit was van een Brits rijbewijs. De officier van justitie heeft naar voren gebracht dat voor zover die verklaring van verdachte klopt, hij dit rijbewijs had moeten omzetten naar een Europees rijbewijs alvorens dit rijbewijs ook in Europa geldig is. Verdachte heeft dit niet gedaan, terwijl het omzetten van dit rijbewijs wel zijn eigen verantwoordelijkheid was. Hij was hiermee niet in het bezit van een geldig rijbewijs. De rechtbank acht dit feit daarom wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
16-097817-23 feit 1
op 10 april 2023 op de A2 en de A27 in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , opzettelijk van het leven te beroven,
- meermalen, met een door hem bestuurde personenauto (Opel Zafira) met een hoge snelheid (van ongeveer 140 tot en met 160 km/u ) tegen één naast en/of voor hem rijdende (politie)auto (met vergelijkbare snelheid), waarin voornoemde opsporingsambtenaren zich bevonden, is gebotst/gereden en die (politie)auto heeft afgesneden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
en
op 10 april 2023 op de A27 in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 6] , opzettelijk van het leven te beroven,
- eenmaal, met een door hem bestuurde personenauto (Opel Zafira) met een hoge snelheid (van ongeveer 160 tot en met 170 km/u) tegen één naast hem rijdende (politie)auto (met vergelijkbare snelheid), waarin voornoemde opsporingsambtenaren zich bevonden is gebotst en die (politie)auto heeft afgesneden en
-(waardoor) de (politie)auto waar die [verbalisant 5] en die [verbalisant 6] in zaten tegen de vangrail aankwam en werd geduwd en/of
-meermalen, althans eenmaal, met voornoemd voertuig (plotseling) heeft afgeremd waardoor zijn snelheid (snel) aanzienlijk minder werd terwijl die [verbalisant 5] en/of die [verbalisant 6] (kort) achter de verdachte reden en/of
-(waarbij) die [verbalisant 5] en/of die [verbalisant 6] (hard) moesten afremmen om een aanrijding te voorkomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
16-097817-23 feit 2
op 10 april 2023 te in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto, Opel Zafira), daarmee rijdende op de weg, Snijdersbergweg en Meibergdreef (te Amsterdam) en A2 en A27 en A58, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door:
- terwijl verdachte niet beschikte over een geldig rijbewijs en
- te rijden terwijl hij alcohol had gedronken en (vervolgens)
- een voor zijn rijrichting bestemd rood licht uitstralend verkeerslicht te negeren (van Meibergdreef naar de Snijderbergweg te Amsterdam) en (op de A2 en/of A27 en/of A58)
- gedurende een langere periode te rijden met een (zeer) hoge snelheid (ongeveer tussen de 140 en 190 km/u), althans een hogere snelheid dan ter plaatse is toegestaan (te weten 100 en/of 130 km/u) en
- ( vervolgens met die snelheid), meermalen, geen gevolg te geven aan stoptekens middels transparant waarop de woorden: “stop” of “stop politie” werden getoond en
- gedurende een periode te rijden met een (zeer) lage snelheid (ongeveer 30 km/u), althans een lagere snelheid dan ter plaatse is toegestaan (te weten 100 km/u) en
- meermalen, met een hoge snelheid (van ongeveer 140 tot en met 160 km/u) tegen meerdere naast en voor hem rijdende (politie)auto's (met vergelijkbare snelheid), te botsen/rijden en die (politie)auto(‘s) af te snijden en
- waardoor de politieauto tegen de vangrail aankwam en werd geduwd en
- meermaals met zijn auto over de weg te slingeren, althans (plotseling) naar links en naar rechts te sturen en
- éénmaal (plotseling) af te remmen, waardoor zijn snelheid (snel) aanzienlijk minder werd en
- in strijd met artikel 43 lid 3 van het Regelement verkeersregels en verkeerstekens zonder noodzaak gebruik te maken van de vluchtstrook en
- bij meerdere afslagen over de puntstukken te rijden en
- waarbij) meerdere opsporingsambtenaren en andere weggebruikers werden afgesneden of moesten uitwijken,
door welke verkeersgedragingen van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten was.
16-173997-23 feit 1
op 10 april 2023 te Utrecht en Amsterdam en Breda en op de wegen A2 en A27 en A58 en A16, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto Opel Zafira), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn bloed bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 0,84 milligramalcohol per milliliter bloed bleek te zijn.
16-173997-23 feit 2
op 10 april 2023 te Utrecht en Amsterdam en Breda, althans in Nederland, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto, Opel Zafira) heeft gereden op de weg, Snijdersbergweg en Meibergdreef (te Amsterdam) en A2 en A27 en A58 en A16, zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994, een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde.
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
16-097817-23
Feit 1 primair en feit 2
de eendaadse samenloop van:
poging tot doodslag, meermalen gepleegd
en
overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994.
16-173997-23
Feit 1
overtreding van artikel 8, tweede lid, onderdeel b van de Wegenverkeerswet 1994 (0,84 milligram)
Feit 2
overtreding van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 24maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als (bijzondere) voorwaarden – kort gezegd – een meldplicht, het volgen van een ambulante behandeling, een alcoholverbod, het verplicht meewerken aan middelencontrole en het vinden van een dagbesteding;
- een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 3 jaren;
- voor de overtreding van het rijden zonder rijbewijs ex artikel 107 Wegenverkeerswet een geldboete van EUR 500,- te vervangen door 10 dagen hechtenis bij het niet voldoen.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd de te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht om bij de oplegging van een gevangenisstraf het onvoorwaardelijke deel daarvan gelijk te stellen aan de reeds door verdachte in voorarrest doorgebrachte tijd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich, in het verkeer, schuldig gemaakt aan meerdere pogingen tot doodslag. Hij heeft op 10 april 2023, zonder in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs en onder invloed van een strafbare hoeveelheid alcohol, zeer roekeloos rijgedrag vertoond. Toen de politie verdachte een stopteken gaf, is hij met hoge snelheid weggereden. Hierna is in de vroege morgen bij duisternis een drie kwartier durende politieachtervolging ontstaan die leidde over meerdere snelwegen van Nederland in de richting van de grens met België. Met snelheden die langdurig (ver) boven de 130 kilometer per uur lagen en door vele slingerende en abrupte stuurbewegingen in de richting van dichtbij rijdende politieauto’s te maken, probeerde de verdachte koste wat kost te voorkomen dat de politie hem staande kon houden. Verdachte heeft hierbij meermaals stoptekens genegeerd en is meermaals tegen politieauto’s gebotst en heeft deze afgesneden. De verdachte heeft met zijn handelen niet alleen zichzelf, maar ook de politieagenten en andere weggebruikers ernstig in gevaar gebracht. Het handelen van de verdachte had grote gevolgen kunnen hebben, waaronder meerdere dodelijke verkeersslachtoffers. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij de acties van de politie erg gevaarlijk vond en heeft de verdediging betoogd dat de verbalisanten verdachte niet op deze wijze tot stoppen hadden moeten dwingen. Verdachte laat hiermee zien dat hij niet doordrongen is van de ernst van zijn eigen gedrag, aangezien niet de politie maar hijzelf zeer gevaarlijke en zelfs bizarre manoeuvres heeft uitgehaald om aan zijn aanhouding te ontsnappen. De rechtbank heeft met ingehouden adem de camerabeelden van de verschillende inboxprocedures bekeken (en op zitting getoond) en trekt hieruit de conclusie dat het zeker niet aan verdachte te danken is dat de gevolgen niet ernstiger zijn geweest; dat is slechts aan de stuurmanskunsten van de betrokken politieagenten te danken. Omdat verdachte zonder geldig rijbewijs reed was hij bovendien niet verzekerd voor schade in het geval dat zijn zeer gevaarlijke rijgedrag wél tot schade, letsel of de dood had geleid. Dit samenstel van gedragingen neemt de rechtbank de verdachte zeer kwalijk.
Persoon van verdachte
Over verdachte is door psychiaters drs. M.R. Weeda en E.S. Hornstra (supervisant) een NIFP-rapportage opgemaakt. Uit dit rapport van 20 juli 2023 blijkt onder meer dat de deskundigen van oordeel zijn dat bij verdachte ten tijde van de feiten sprake was een depressieve stoornis (grotendeels in remissie) en een stoornis in alcoholgebruik. Tevens was er tijdens het ten laste gelegde sprake van een antidepressiva-discontinuringssyndroom (ADS). Verdachte had ten tijde van het ten laste gelegde last van depressieve klachten. Hij voelde zich bovendien mentaal en fysiek onrustig en gespannen als gevolg van ADS. Zijn probleemoplossende vermogen stond hierdoor onder druk. Om zichzelf te verdoven dronk hij die alcohol die hij naar eigen zeggen had gevonden in de auto waarin hij reed. Daarnaast had verdachte ten tijde van het ten laste gelegde last van voor hem nieuwe klachten doordat hij zijn antidepressivum niet had genomen.
Door de (forse) intoxicatie met alcohol nam zijn oordeelsvermogen af, en namen de impulsiviteit en roekeloosheid in zijn handelen toe. De intoxicatie met alcohol, de onrust en negatieve emoties vanuit de depressie en ADS, en de kwetsbaarheden in zijn persoonlijkheid lijken vervolgens te hebben bijgedragen aan de angst en achterdocht die hij zegt te hebben ervaren toen de politie hem probeerde aan te houden. Deze angst en achterdocht droegen vervolgens bij aan zijn inadequate en zeer gevaarlijke handelen. Volgens de deskundigen zijn er voldoende aanwijzingen dat het handelen van betrokkene op het moment van het ten laste gelegde werd beïnvloed door de complexe psychopathologie, hetgeen leidt tot het advies om verdachte de ten laste gelegde feiten in verminderde mate toe te rekenen. De deskundigen schatten het recidiverisico ten aanzien van vergelijkbare feiten in als laag tot hooguit matig op de langere termijn. Zonder het aanbod van adequate behandeling en toezicht wordt het risico matig geschat.
Poliklinische behandeling gericht op de combinatie van de verslaving aan alcohol en depressieve klachten is van belang om het recidiverisico te verlagen. Behandeling in een forensisch kader is wenselijk gezien de specifieke en complexe problematiek van betrokkene. Verdachte zegt voor een dergelijke behandeling gemotiveerd te zijn. Het advies luidt om een dergelijke behandeling te laten plaatsvinden in het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel.
De rechtbank zal het bewezen verklaarde, in lijn met het advies van de deskundigen, in verminderde mate aan verdachte toerekenen.
Bij de strafbepaling heeft de rechtbank ook acht geslagen op de inhoud van een reclasseringsadvies van 8 augustus 2023. Hieruit blijkt – kort samengevat – dat de reclassering zich kan vinden in de beschrijving van en de uitkomst van het hiervoor beschreven advies van de psychiaters. Het risico op recidive wordt door de reclassering ingeschat als hoog-gemiddeld, indien er geen interventies zouden worden opgelegd en uitgevoerd. Het advies van de reclassering luidt: een forensische poliklinische GGZ-behandeling, met een toezicht vanuit de reclassering. Daarnaast adviseert de reclassering nog enkele aanvullende voorwaarden, gericht op het alcoholgebruik en het toewerken naar een structurele dagbesteding. De reclassering adviseert de dadelijke uitvoerbaarheid van de voorwaarden en het toezicht.
Strafoplegging
Gelet op de ernst van de gedragingen van de verdachte, kan naar het oordeel van de rechtbank slechts worden volstaan met een vrijheidsbenemende straf.
Alles overwegend vindt de rechtbank de door de officier van justitie geëiste gevangenisstraf voor de bewezen verklaarde misdrijven te laag. Uit de jurisprudentie volgt dat bij een enkele poging – afhankelijk van de ernst van de gedragingen en de feiten en omstandigheden van het geval – ook gevangenisstraffen worden opgelegd waarbij de ondergrens ongeveer lijkt te liggen bij de gevraagde 24 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf. In dit geval is er echter sprake van meerdere pogingen tot doodslag, gedurende een zeer lange achtervolging waarbij verdachte ook nog eens heeft gedronken en niet in het bezit is van een geldig rijbewijs. Al met al acht de rechtbank voor de misdrijven een deels voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de in voorarrest doorgebrachte tijd, met een proeftijd van 2 jaren passend en geboden. Hierbij heeft de rechtbank in strafverminderende zin rekening gehouden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte en de eendaadse samenloop tussen een aantal feiten. Aan het voorwaardelijke strafdeel zal de rechtbank de voorwaarden verbinden als geadviseerd door de reclassering in het rapport van 8 augustus 2023. Omdat er, gezien de inhoud van de hiervoor genoemde rapportages over de persoon van verdachte, ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zullen de bijzondere voorwaarden en het toezicht daarop dadelijk uitvoerbaar worden verklaard. Daarnaast zal aan verdachte de bevoegdheid worden ontzegd tot het besturen van motorrijtuigen, voor de duur van 3 jaren. Voor de overtreding van artikel 107 van de Wegenverkeerswet acht de rechtbank een geldboete van € 500,-, passend.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.VOORLOPIGE HECHTENIS

9.1
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht om de voorlopige hechtenis van verdachte te schorsen.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich niet uitgelaten over het verzoek van de raadsman.
9.1
De vordering van de officier van justitie
De rechtbank veroordeelt verdachte tot een langdurige deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor drie pogingen tot doodslag, een ernstig verkeersdelict (artikel 5a Wegenverkeerswet), en voor het rijden onder invloed en zonder geldig rijbewijs. Gelet op de ernst van deze feiten is de rechtbank van oordeel dat het strafvorderlijk belang bij een spoedige tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf prevaleert boven het persoonlijk belang van verdachte om de tenuitvoerlegging daarvan in vrijheid af te wachten. Door de verdediging zijn ook overigens geen zwaarwegende persoonlijke belangen aangevoerd.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 14a, 14b, 14c, 14e, 45, 55, 57 en 287 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 5a, 8, 107, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte voor de onder 16-097817-23 ten laste gelegde feiten 1 en 2 en 16-173997-23 ten laste gelegde feit 1 tot
een gevangenisstraf van 30 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf
een gedeelte van 10 maanden,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij
een proeftijd van 2 (twee) jarenvast;
- als voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte gedurende de proeftijd:
* zich op drie dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op het adres Wibautstraat 6-12, 1091 GM Amsterdam. Telefoonnummer 088 804 12 00 of bij een door de Belgische autoriteiten bepaalde vestiging van het Justitiehuis. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* zich laat behandelen door een forensische GGZ-instelling van de verslavingszorg of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering of bij een door de Belgische autoriteiten bepaalde vestiging-/behandelsetting. De behandeling start zo spoedig mogelijk na het aanmelden. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
* geen alcohol gebruikt, en meewerkt aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd. Of er mogelijkheden zijn tot onderzoek via een bloedtest of via een alcoholmeter (om de enkel heen) kunnen nader worden bezien tijdens een reclasseringstoezicht, in overleg met de behandelaar;
* meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol, medicatie en indien de reclassering en/of de behandelaar dat nodig vindt ook drugs, om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
* zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn;
- veroordeelt verdachte voor het onder 16-173997-23 feit 2 ten laste gelegde tot
een geldboete van € 500,-bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 10 dagen;
-
ontzegt verdachteter zake van het onder 16-097817-23 feit 2 en 16-173997-23 feit 1 bewezen verklaarde
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 3 (drie) jaren.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Blanke, voorzitter, mrs. F.H. Schormans en H.J. van Woudenberg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.H.A. de Poot, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 31 augustus 2023.
Mr. H.J. van Woudenberg is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
16-097817-23
Feit 1 primair
hij op of omstreeks 10 april 2023 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Breda, althans op A2 en/of A27 en/of A58 en/of A16, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om één of meerdere opsporingsambtenaren, waaronder [verbalisant 5] , [verbalisant 6] , [verbalisant 3] en/of [verbalisant 4] , opzettelijk van het leven te beroven,
-meermalen, althans eenmaal, met een door hem bestuurde personenauto (Opel Zafira) met een hoge, althans aanmerkelijke, snelheid (van ongeveer 160 tot en met 190 km/u) één of meerdere naast en/of voor hem rijdende (politie)auto's (met vergelijkbare snelheid), waarin voornoemde opsporingsambtenaren zich bevonden, heeft geramd en/of tegen die (politie)auto's heeft/is gebotst/gereden en/of die (politie)auto heeft afgesneden en/of
-(waardoor) de (politie)auto's waar die [verbalisant 5] en/of die [verbalisant 6] in zaten tegen de vangrail aankwamen en/of werden geduwd en/of
-meermalen, althans eenmaal, met voornoemd voertuig (plotseling) heeft afgeremd waardoor zijn snelheid (snel) aanzienlijk minder werd terwijl die [verbalisant 5] en/of die [verbalisant 6] (kort) achter de verdachte reden en/of
-(waarbij) die [verbalisant 5] en/of die [verbalisant 6] (hard) moesten afremmen om een aanrijding te voorkomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
Feit 1 subsidiair
hij op of omstreeks 10 april 2023 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Breda, althans op A2 en/of A27 en/of A58 en/of A16, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan één of meerdere opsporingsambtenaren, waaronder [verbalisant 5] , [verbalisant 6] , [verbalisant 3] en/of [verbalisant 4] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
-meermalen, althans eenmaal, met een door hem bestuurde personenauto (Opel Zafira) met een hoge, althans aanmerkelijke, snelheid (van ongeveer 160 tot en met 190 km/u) één of meerdere naast en/of voor hem rijdende (politie)auto's (met vergelijkbare snelheid), waarin voornoemde opsporingsambtenaren zich bevonden, heeft geramd en/of tegen die (politie)auto's heeft/is gebotst/gereden en/of die (politie)auto heeft afgesneden en/of
-(waardoor) de (politie)auto's waar die [verbalisant 5] en/of die [verbalisant 6] in zaten tegen de vangrail aankwamen en/of werden geduwd en/of
-meermalen, althans eenmaal, met voornoemd voertuig (plotseling) heeft afgeremd waardoor zijn snelheid (snel) aanzienlijk minder werd terwijl die [verbalisant 5] en/of die [verbalisant 6] (kort) achter de verdachte reden en/of
-(waarbij) die [verbalisant 5] en/of die [verbalisant 6] (hard) moesten afremmen om een aanrijding te voorkomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 1 meer subsidiair
hij op of omstreeks 10 april 2023 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Breda, althans op A2 en/of A27 en/of A58 en/of A16, in elk geval in Nederland, één of meerdere opsporingsambtenaren, waaronder [verbalisant 5] , [verbalisant 6] , [verbalisant 3] en/of [verbalisant 4] , heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door:
-meermalen, althans eenmaal, met een door hem bestuurde personenauto (Opel Zafira) met een hoge, althans aanmerkelijke, snelheid (van ongeveer 160 tot en met 190 km/u) één of meerdere naast en/of voor hem rijdende (politie)auto's (met vergelijkbare snelheid), waarin voornoemde opsporingsambtenaren zich bevonden, te rammen en/of tegen die (politie)auto's te botsen/rijden en/of die (politie)auto af te snijden en/of
-meermalen, althans eenmaal, met voornoemd voertuig (plotseling) af te remmen waardoor zijn snelheid (snel) aanzienlijk minder werd terwijl die [verbalisant 5] en/of die [verbalisant 6] (kort) achter de verdachte reden;
Feit 2
hij op of omstreeks 10 april 2023 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Breda, althans in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto, Opel Zafira), daarmee rijdende op de weg, Snijdersbergweg en/of Meibergdreef (te Amsterdam) en/of A2 en/of A27 en/of A58 en/of A16, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door:
- terwijl verdachte niet beschikte over een geldig rijbewijs en/of
- te rijden terwijl hij alcohol had gedronken en/of (vervolgens)
-een voor zijn rijrichting bestemd rood licht uitstralend verkeerslicht te negeren (van Meibergdreef naar de Snijderbergweg te Amsterdam) en/of (op de A2 en/of A27 en/of A58 en/of A16)
-gedurende een langere periode te rijden met een (zeer) hoge snelheid (ongeveer tussen de 160 en/of 190 km/u), althans een hogere snelheid dan ter plaatse is toegestaan (te weten 100 en/of 130 km/u) en/of
-(vervolgens met die snelheid), meermalen, althans eenmaal geen gevolg te geven aan stopteken(s) middels transparant waarop de woorden: “stop” of “stop politie” werden getoond en/of
-gedurende een periode te rijden met een (zeer) lage snelheid (ongeveer 30 km/u), althans een lagere snelheid dan ter plaatse is toegestaan (te weten 100 en/of 130 km/u) en/of
-meermalen, althans eenmaal met een hoge, althans aanmerkelijke, snelheid (van ongeveer 160 tot en met 190km/u) één of meerdere naast en/of voor hem rijdende (politie)auto’s (met vergelijkbare snelheid), te rammen en/of tegen die (politie)auto’s te botsen/rijden en/of die (politie)auto af te snijden en/of
-(waardoor) de (politie)auto’s tegen de vangrail aankwamen en/of werden geduwd en/of
-meermalen, althans eenmaal, met voornoemd voertuig (plotseling) af te remmen waardoor zijn snelheid (snel) aanzienlijk minder werd terwijl er een (politie)voertuig (kort) achter de verdachte reden en/of
-(waarbij) dit (politie)voertuig moest afremmen om een aanrijding te voorkomen en/of
-één of meermaals met zijn auto over de weg te slingeren, althans (plotseling) naar links en/of naar rechts te sturen en/of
-één of meermaals (plotseling) af te remmen, waardoor zijn snelheid (snel) aanzienlijk minder werd en/of
-in strijd met artikel 43 lid 3 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens zonder noodzaak gebruik te maken van de vluchtstrook en/of
-bij één of meerdere afslagen over de puntstukken te rijden en/of
-(waarbij) één/of meerdere opsporingsambtenaren en/of andere weggebruikers werden afgesneden en/of moesten uitwijken, door welke verkeersgedraging(en) van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was;
16-173997-23
Feit 1
hij op of omstreeks 10 april 2023 te Utrecht en/of Amsterdam en/of Breda en/of op de wegen A2 en/of A27 en/of A58 en/of A16, althans in Nederland, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto, Opel Zafira), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn bloed bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 0,84 milligram, in elk geval hoger dan 0,5 milligram, alcohol per milliliter bloed bleek te zijn;
Feit 2
hij op of omstreeks 10 april 2023 te Utrechten/of Amsterdam en/of Breda, althans in Nederland, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto, Opel Zafira) heeft gereden op de weg, Snijdersbergweg en/of Meibergdreef (te Amsterdam) en/of A2 en/of A27 en/of A58 en/of A16, zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde;

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit, tenzij anders vermeld, pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal d.d. 12 april 2023, 21 april 2023 en 17 juli 2023, genummerd PL0900-2023106605, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met pagina 178 alsmede een losbladig en ongenummerd uittreksel van ‘EUCARIS’. Voorts gaat om het de als bijlagen opgenomen bij de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal d.d. 21 april 2023, genummerd PL0900-2023106605A, eveneens opgemaakt door de politie Midden-Nederland, genummerd 58 – 111.Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 47.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 50.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 51.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 52.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 40.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 41.
8.Een proces-verbaal rijden onder invloed, p. 158.
9.Een proces-verbaal rijden onder invloed, p. 159.
10.Een geschrift, zijnde een NFI-rapport van 20 juni 2023, p. 168.
11.Een geschrift, zijnde een NFI-rapport van 20 juni 2023, p. 170.
12.Een geschrift, zijnde een NFI-rapport van 20 juni 2023, p. 171.
13.Proces-verbaal van overtreding, p. 110.