ECLI:NL:RBMNE:2023:4479
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing machtigingsverzoek bewindvoerder inzake testamentair fonds en legitieme portie
In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, is op 24 augustus 2023 een verzoek tot machtiging afgewezen. Verzoeker, in zijn hoedanigheid van bewindvoerder van rechthebbende, had verzocht om namens rechthebbende afstand te doen van haar erfrechtelijke aanspraken in de nalatenschap van erflaatster, haar moeder. Dit verzoek volgde op eerdere verzoeken en intrekkingen met betrekking tot de nalatenschap. De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen.
De erflaatster, die op [datum] is overleden, had in haar testament bepaald dat verzoeker als enig erfgenaam zou optreden, waarbij rechthebbende werd uitgesloten van erfopvolging. In het testament was een fonds ingesteld voor de legitieme portie van rechthebbende, waaruit de kosten van haar verzorging moesten worden betaald. Verzoeker stelde dat het testamentair fonds niet in het belang van rechthebbende was, omdat zij financieel goed in haar levensonderhoud kon voorzien en het fonds haar fiscale situatie zou verslechteren.
De kantonrechter oordeelde echter dat het niet in het belang van rechthebbende was om afstand te doen van haar erfrechtelijke aanspraken. De rechter benadrukte dat de toekomst onzeker is en dat rechthebbende mogelijk in de toekomst wel behoefte zou kunnen hebben aan de middelen uit de nalatenschap. Bovendien werd opgemerkt dat de uitvoering van een testament in beginsel dient te geschieden zoals de erflater dat heeft gewild. De kantonrechter heeft daarom het verzoek van verzoeker afgewezen, met de overweging dat de bepalingen van het testament gerespecteerd dienen te worden.