ECLI:NL:RBMNE:2023:4468
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-beschikking niet ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan bevoegdheid gemachtigde
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 10 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een WOZ-beschikking. Eiseres, vertegenwoordigd door Mr. D.A.N. Bartels MRE, had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde waarde van een onroerende zaak voor het belastingjaar 2021. De heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) en had een aanslag onroerendezaakbelasting en watersysteemheffing opgelegd. Eiseres ging in beroep tegen de uitspraak op bezwaar, maar de rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk.
De rechtbank oordeelde dat Bartels niet kon aantonen dat hij bevoegd was om namens eiseres, een besloten vennootschap, beroep in te stellen. Ondanks meerdere verzoeken om de benodigde machtigingen en documenten aan te leveren, kon de rechtbank niet vaststellen dat Bartels de juiste bevoegdheid had. De statuten van eiseres gaven aan dat de bestuurders gezamenlijk bevoegd zijn, en er was geen machtiging van de andere bestuurder overgelegd. Hierdoor kon de rechtbank niet tot een inhoudelijke beoordeling van het beroep komen.
Daarnaast had Bartels verzocht om schadevergoeding wegens een onredelijk lange procedure, maar ook dit verzoek werd afgewezen omdat niet kon worden vastgesteld dat eiseres daadwerkelijk beroep wilde instellen. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en wees het verzoek om schadevergoeding af.