ECLI:NL:RBMNE:2023:4467
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake WOZ-waardes en machtigingseisen
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 10 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de niet-ontvankelijkheid van een beroep dat was ingesteld door Mr. D.A.N. Bartels MRE, die veronderstellenderwijs handelde namens de eiser. De eiser had bezwaar gemaakt tegen de waardering van onroerende zaken door de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap. De rechtbank oordeelde dat het op de weg van de gemachtigde lag om duidelijkheid te verschaffen over de identiteit van de eiser en om een geldige machtiging te overleggen. De rechtbank had eerder al aangegeven dat het beroep niet voldeed aan de gestelde voorwaarden en had Bartels in de gelegenheid gesteld om dit te herstellen. Ondanks meerdere verzoeken om een ondertekende machtiging, kon de rechtbank niet vaststellen dat Bartels bevoegd was om namens de eiser beroep in te stellen. Hierdoor werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard, en kwam de rechtbank niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak. Tevens werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld dat de eiser immateriële schade had geleden. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.