Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
WILLIAM SCHRIKKER STICHTING JEUGDBESCHERMING & JEUGDRECLASSERING,
[minderjarige] , geboren op [2006] te [geboorteplaats] ,
[de moeder] ,
Het procesverloop
- moeder, bijgestaan door mr. F.R.G. Drenth,
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 21 februari 2023 uitspraak gedaan over het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 22 februari 2023, maar de kinderrechter heeft geoordeeld dat er geen doelen meer zijn om aan te werken. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij zowel de minderjarige als de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. F.R.G. Drenth, aanwezig waren. De gecertificeerde instelling (GI) heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling om de ondersteuning voor [minderjarige] en zijn moeder voort te zetten. De GI stelde dat er vooruitgang was geboekt, maar de moeder heeft aangegeven dat zij en [minderjarige] geen verdere ondersteuning meer nodig hebben.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de situatie van [minderjarige] en zijn moeder in de afgelopen periode is verbeterd. [minderjarige] doet het goed op school en heeft een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Moeder ontvangt hulp en er zijn goede afspraken gemaakt over het contact met de oma van [minderjarige]. De kinderrechter concludeert dat er geen wettelijke basis is voor het verlengen van de ondertoezichtstelling, zoals vereist in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. Daarom heeft de kinderrechter het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de mogelijkheid tot hoger beroep is aangegeven.