ECLI:NL:RBMNE:2023:4427

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 augustus 2023
Publicatiedatum
25 augustus 2023
Zaaknummer
C/16/558090 / JL RK 23-414
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorg- en opvoedingstaken in een complexe ouderschapskwestie met strijd tussen ouders

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 10 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de zorg- en opvoedingstaken van de minderjarige [A], geboren in 2012. De zaak is aangespannen door de gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden-Nederland, die verzocht om een wijziging van de eerder vastgestelde zorgregeling. De ouders van [A], de moeder en de vader, zijn verwikkeld in een langdurige strijd over de opvoeding en zorg voor hun kind, wat heeft geleid tot een ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen gewijzigde omstandigheden zijn die een aanpassing van de zorgregeling rechtvaardigen. De rechtbank heeft eerder, op 2 december 2021, een zorgregeling vastgesteld die door het hof is bevestigd. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de huidige regeling in het belang van [A] is en dat de ouders moeten werken aan een constructieve samenwerking in de opvoeding van hun kind. De verzoeken van zowel de moeder als de vader om de zorgregeling te wijzigen zijn afgewezen, omdat de rechtbank van mening is dat de strijd tussen de ouders schadelijk is voor de ontwikkeling van [A]. De kinderrechter heeft benadrukt dat ouders zich flexibeler moeten opstellen en dat hulpverlening noodzakelijk is om de communicatie en samenwerking te verbeteren.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Almere
Zaaknummer: C/16/558090 / JL RK 23-414
Datum uitspraak: 10 augustus 2023
Beschikking van de kinderrechter over een wijziging van de verdeling van zorg- en opvoedingstaken
in de zaak van
SAMEN VEILIG MIDDEN-NEDERLAND,
locatie [plaats] , hierna te noemen de gecertificeerde instelling (GI),
betreffende
[A], geboren op [geboortedatum] 2012 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [A (voornaam)] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[belanghebbende 1],
hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats 1] ,
advocaat: mr. W.A. van der Stroom - Willemsen, te Rotterdam,
[belanghebbende 2],
hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats 2] ,
advocaat: mr. P.W.M. Splinter, te Huizen.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 9 juni 2023;
  • het verweerschrift van de moeder, met bijlagen, van 10 juli 2023, tevens houdende een voorwaardelijk zelfstandige verzoek, bij de rechtbank binnengekomen op 11 juli 2023;
  • het verweerschrift van de vader van 10 juli 2023, tevens houdende zelfstandige verzoeken, bij de rechtbank binnengekomen op 11 juli 2023;
  • een brief namens vader, met producties, bij de rechtbank binnengekomen op 11 juli 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 4 augustus 2023. Daarbij waren aanwezig:
- de vader met zijn advocaat;
- de moeder met haar advocaat;
- de GI.
Ter zitting zijn door beide advocaten pleitaantekeningen overgelegd.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [A (voornaam)] .
2.2.
[A (voornaam)] woont bij zijn moeder.
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 2 augustus 2022 de ondertoezichtstelling van [A (voornaam)] verlengd tot 6 augustus 2023.
2.4.
De rechtbank heeft bij beschikking van 2 december 2021 de volgende zorgverdeling vastgesteld ten aanzien van [B (voornaam)] en [A (voornaam)] : de kinderen zullen één keer in de veertien dagen van vrijdagochtend 09.00 uur tot woensdagochtend 09.00 uur bij de vader zijn. Tevens is bij deze beschikking bepaald dat de verdeling van de vakanties en feestdagen zoals opgenomen in artikel 3.2. van het ouderschapsplan van 10 oktober 2016 weer geldt.
2.5.
[B (voornaam)] gaat sinds januari 2022 niet tot nauwelijks meer naar de vader toe.
2.6.
Het hof Arnhem-Leeuwarden heeft bij beschikking van 18 oktober 2022, met vernietiging van de beschikking van de rechtbank van 2 december voor zover daarin de zorgregeling tussen de vader en [B (voornaam)] is bepaald, beslist dat als voorlopige zorgregeling tussen de vader en [B (voornaam)] zal gelden een door de GI in het belang van [B (voornaam)] te achten regeling, waarbij wordt toegewerkt naar een zorgregeling zoals is bepaald in de beschikking van de rechtbank van 2 december 2021, binnen de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 6 augustus 2023 en het meer of anders verzochte afgewezen.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt ten aanzien van [A (voornaam)] de door de kinderrechter op 2 december 2021 vastgestelde verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, in stand gelaten bij de beschikking van het hof d.d. 18 oktober 2022, als volgt te wijzigen, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad:
  • Algemeen:vakanties starten vanaf vrijdag na schooltijd, of in het geval van een studiedag om 09.00 uur in de ochtend. Indien vakanties meer dan één week duren, vindt het wisselmoment op zaterdagochtend om 09.00 uur plaats;
  • Wijziging Pasen en Pinksteren:[A (voornaam)] verblijft de gehele Paasdagen en Pinksterdagen bij één ouder. Dit zal de ouder zijn waar [A (voornaam)] op dat moment volgens de zorgregeling zoals vastgesteld bij beschikking van 2 december 2021 is;
  • Wijziging meivakantie:in de even jaren is [A (voornaam)] in de eerste week bij moeder vanaf vrijdag na schooltijd tot aan zaterdag de week erop tot 09.00 uur. [A (voornaam)] in dan de tweede week bij vader vanaf zaterdagochtend 09.00 uur tot aan maandag wanneer school begint. In de oneven jaren geldt dit andersom; [A (voornaam)] is dan in de eerste week bij de vader en in de tweede week bij moeder;
  • Wijziging kerstvakantie:er vindt geen compensatie meer plaats van dagen in de kerstvakantie, wat inhoudt dat er niet exact een evenredige verdeling van dagen per kerstvakantie is. [A (voornaam)] is de even jaren bij moeder in de eerste vakantieweek vanaf vrijdag na schooltijd en op eerste kerstdag. [A (voornaam)] is in de even jaren bij vader in de tweede vakantieweek (vanaf zaterdagochtend 09.00 uur. Daarnaast is [A (voornaam)] in de even jaren op tweede kerstdag (vanaf 09.00 uur tot de volgende dag 09.00 uur) en op oud en nieuw bij vader tot aan maandag schooltijd. In de oneven jaren is [A (voornaam)] de tweede vakantieweek (vanaf zaterdagochtend 09.00 uur) bij moeder, inclusief tweede kerstdag (09.00 uur tot de volgende dag 09.00 uur) en oud en nieuw tot aan maandag schooltijd. De ouder die [A (voornaam)] de tweede vakantieweek ziet, zal [A (voornaam)] dat jaar een aantal dagen meer zien dan de ouder die [A (voornaam)] in de eerste vakantieweek ziet. Het jaar daarop zal dat voor de andere ouder gelden;
  • Overige vrije en speciale dagen:koningsdag, dodenherdenking, goede vrijdag, hemelvaart, Moeder- en Vaderdag, Sinterklaas en de verjaardagen van bonusbroertjes en -zusjes vallen niet onder de feestdagen. [A (voornaam)] is dan bij de ouder waar hij op dat moment volgens de zorgregeling verblijft;
  • Verjaardagen [A (voornaam)] :[A (voornaam)] zal niet langer in de oneven jaren zijn verjaardag bij de moeder vieren, en in de even jaren bij de vader, maar zijn verjaardag vieren bij de ouder waar hij op dat moment volgens de zorgregeling is. De zorgregeling houdt in dat [A (voornaam)] negen dagen bij de moeder verblijft, en vervolgens vijf dagen bij de vader. Indien er tussendoor vakanties of bijzondere dagen vallen, blijft de zorgregeling doortellen.
3.2.
De moeder heeft (voorwaardelijk) zelfstandig verzocht om de vader het recht op omgang met [B (voornaam)] voor onbepaalde tijd te ontzeggen en te bepalen dat er geen zorgregeling geldt tussen [B (voornaam)] en de vader.
3.3.
De vader heeft zelfstandig verzocht te bepalen:
- dat [A (voornaam)] de ene week bij moeder zal verblijven en de andere week bij vader waarbij er op vrijdag uit school of indien er een studiedag zal zijn om 9.00 uur zal worden gewisseld;
- dat [A (voornaam)] op Moederdag van 9.00 uur tot de volgende dag 9.00 uur bij moeder zal verblijven en op Vaderdag van 9.00 tot de volgende dag 9.00 uur bij vader zal zijn;
- dat [A (voornaam)] in de gelegenheid wordt gesteld om aanwezig te zijn op de verjaardag van bonus broertjes/zusjes;
- dat [A (voornaam)] het ene jaar zijn verjaardag bij moeder zal vieren en het andere jaar bij vader;
- dat [A (voornaam)] gedurende de zomervakantie de eerste drie weken van de zomervakantie aaneengesloten bij vader zal verblijven en de laatste drie weken van de zomervakantie bij moeder;
- dat [A (voornaam)] over één telefoon zal beschikken.

4.De standpunten

4.1.
Namens de GI is ter zitting naar voren gebracht dat de huidige zorgregeling te onrustig is. Ook zijn sommige punten niet duidelijk genoeg, waardoor er mogelijk ruis ontstaat. Om verdere procedures en onenigheid tussen ouders te voorkomen dient de huidige regeling dan ook nader te worden ingevuld.
Door en namens de moeder is – kort gezegd – het volgende naar voren gebracht. Ouders zijn het over één punt eens: de regeling voor Vader- en Moederdag moet blijven zoals die nu is. Beide ouders vinden het belangrijk dat [A (voornaam)] die dag met de gevierde ouder doorbrengt. Moeder is het niet eens met het verzoek van vader om uitzonderingen te maken op de regeling voor de verjaardag van bonusbroer [C (voornaam)] . Aan de kant van moeder zijn immers ook bonuskinderen van wie met de verjaardag ook geen rekening wordt gehouden. Moeder vindt het wel heel belangrijk dat [A (voornaam)] naar de verjaardag van zijn zus [B (voornaam)] gaat. Voorts stelt moeder dat vader niet ontvankelijk is in zijn verzoek om [A (voornaam)] de ene week bij de moeder te laten verblijven en de andere week bij de vader. Ditzelfde verzoek is reeds door het hof afgewezen. Ook het verzoek van vader om [A (voornaam)] één telefoon te laten gebruiken moet worden afgewezen. Dat [A (voornaam)] nu twee telefoons heeft, komt omdat vader in het verleden spyware heeft geïnstalleerd op de telefoon van [B (voornaam)] . Vader verzoekt voor de zomervakantie een 3-3 regeling. Het is niet de bedoeling van de GI om deze regeling te wijzigen. Moeder verzoekt dit af te wijzen, nu de kinderen drie aaneengesloten weken te lang vinden. Voorts verzoekt moeder het schema van de GI niet te bekrachtigen, omdat het onwenselijk is om de regeling tot aan het achttiende levensjaar van [A (voornaam)] vast te leggen. De GI heeft in haar verzoek niets opgenomen over [B (voornaam)] . Nu de ondertoezichtstelling mogelijk afgesloten wordt, rijst bij moeder de vraag of de oude zorgregeling tussen vader en [B (voornaam)] dan herleeft, of vernietigd blijft. Ook voor [B (voornaam)] is het belangrijk dat er rust en duidelijkheid komt. Het is de afgelopen tijd niet gelukt om tot contactherstel tussen [B (voornaam)] en vader te komen. Moeder vindt het daarom in het belang van [B (voornaam)] als de zorg- en vakantie regeling voor [B (voornaam)] voor onbepaalde tijd wordt stopgezet, dan wel wordt beëindigd.
Door en namens de vader is – kort gezegd – naar voren gebracht dat vader het grotendeels eens is met het verzoek van de GI, maar vader kan zich niet vinden in de verzochte wijziging betreffende ‘overige vrije en speciale dagen’ en de verjaardag van [A (voornaam)] . Vader vindt verjaardagen heel belangrijk; [A (voornaam)] en bonusbroertje [C (voornaam)] zijn goede vrienden geworden. [A (voornaam)] zou daarom in de gelegenheid gesteld moeten worden om op de verjaardag van [C (voornaam)] te komen. Ten aanzien van de verjaardag van [A (voornaam)] stelt vader dat [A (voornaam)] deze het ene jaar bij de ene ouder en het andere jaar bij de andere ouder dient te vieren. Over Vader- en Moederdag zijn ouders het eens. Anders dat de GI verzoekt, zou [A (voornaam)] op Vaderdag bij de vader moeten zijn en op Moederdag bij de moeder. Verder verzoekt vader om een week op week af regeling, omdat er meer rust moet komen in het leven van [A (voornaam)] . Ook geeft [A (voornaam)] zelf aan meer tijd bij de vader door te willen brengen. Deze regeling is ook in het belang van de hulpverlening, zoals bijles, voor [A (voornaam)] , nu moeder geen medewerking daaraan verleent. Daarnaast is er, gelet op de leeftijd van [A (voornaam)] , geen reden om de zomervakantie te beperken tot twee weken aaneengesloten. Anders dan moeder stelt, stelt vader ontvankelijk te zijn in dit verzoek nu de GI de wijziging verzoekt en noodzakelijk acht in het belang van [A (voornaam)] . Er hoeft derhalve geen sprake te zijn van gewijzigde omstandigheden om ontvankelijk te zijn. Ook zou [A (voornaam)] volgens vader één telefoon moeten hebben. Het hebben van twee telefoons is voor [A (voornaam)] niet praktisch in het contact met zijn vrienden. Vader betwist ooit spyware op een telefoon te hebben geïnstalleerd. Het verzoek van moeder ten aanzien van [B (voornaam)] , het vader (voor onbepaalde tijd) ontzeggen van het recht op omgang met [B (voornaam)] , moet worden afgewezen, nu deze procedure uitsluitend over [A (voornaam)] gaat. Concluderend kan vader deels instemmen met de verzoeken van de GI en stelt hij dat zijn verzoeken in het belang zijn van [A (voornaam)] en daarom moeten worden toegewezen.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter kan op grond van artikel 1:265g, eerste lid BW, voor de duur van de ondertoezichtstelling, op verzoek van de GI een verdeling van de zorg- en opvoedtaken of regeling inzake de uitoefening van het recht op omgang vaststellen of wijzigingen voor zover dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk is.
5.2.
De kinderrechter kan op grond van artikel 1:265g, tweede lid BW, een beslissing over een verdeling van de zorg- en opvoedtaken of regeling inzake de uitoefening van het recht op omgang op verzoek van, onder meer, een met het gezag belaste ouder en de GI wijzigen op de grond dat nadien de omstandigheden zijn gewijzigd.
De kinderrechter stelt vast dat het hof bij beschikking van 18 oktober 2022, en dus recentelijk, heeft geoordeeld over de zorgregeling met betrekking tot [A (voornaam)] en daarbij de beslissing van de rechtbank van 2 december 2021 ten aanzien van hem in stand heeft gelaten. Door de vader is als wijziging van omstandigheden aangevoerd dat de moeder medewerking aan bijles en hulpverlening voor [A (voornaam)] weigert. De rechtbank beschouwt dat als uitingen van de voortdurende strijd tussen de ouders. Door het hof is overwogen dat ondanks de vele vormen van hulpverlening die zijn opgestart om de zorgregeling uit het slop te trekken er geen positieve verandering is in de strijd tussen ouders. Die strijd tussen de ouders lijkt, volgens het hof, naarmate de tijd verstrijkt verder te verharden met alle nadelige gevolgen voor de kinderen van dien. Van een wijziging van omstandigheden als door vader aangevoerd is naar het oordeel van de rechtbank dan ook geen sprake. De moeder heeft, naar de rechtbank begrijpt, als gewijzigde omstandigheid voor haar voorwaardelijke zelfstandige verzoek naar voren gebracht dat bij het eindigen van de ondertoezichtstelling er geen andere regeling voor [B (voornaam)] lijkt te dan de regeling als vastgesteld in het ouderschapsplan. De rechtbank acht ook dit niet een zodanige wijziging van omstandigheden welke er toe noopt om het verzoek van moeder in te willigen. De GI heeft kennelijk geen mogelijkheden gezien om invulling te geven aan de beslissing van het hof om binnen de duur van de ondertoezichtstelling toe te werken naar een zorgregeling tussen de vader en [B (voornaam)] , zoals is bepaald in de beschikking van de rechtbank van 2 december 2021. Door de rechtbank is in die beschikking overwogen dat het niet in het belang van [B (voornaam)] wordt geacht om de omgang tussen vader en [B (voornaam)] drastisch te verminderen. Dat er feitelijk vanaf januari 2022 geen of nauwelijks omgang is maakt dat niet anders. Zowel de rechtbank als het hof hebben ouders opgeroepen om geadviseerde hulpverlening te starten en daar volledig en constructief aan mee te werken. Het hof spreekt zelfs van het door ouders met beide handen moeten aangrijpen van een laatste kans in het belang van de kinderen. Dat ouders dit niet hebben kunnen waarmaken, levert in het licht van het voort laten duren van de strijd door ouders geen gewijzigde omstandigheid.
De rechtbank zal de zelfstandige (voorwaardelijke) verzoeken van de moeder en de vader afwijzen. Het is aan de ouders om, eventueel met hulpverlening, er voor zorg te dragen dat de kinderen zich kunnen ontwikkelen tot hun volwassenheid. Onmiskenbaar staan de ouders thans die ontwikkeling met hun strijd en het belasten van de kinderen in de weg. Hetgeen door de ouders schriftelijk en mondeling naar voren is gebracht, zal de rechtbank meewegen in de beslissing op het verzoek van de GI.
5.3.
De kinderrechter oordeelt op het verzoek van de GI dat het niet in het belang van [A (voornaam)] noodzakelijk is dat de omgangsregeling ten aanzien van hem wordt gewijzigd. De kinderrechter zal hieronder toelichten waarom deze beslissing is genomen.
5.4.
Zoals eerder overwogen is nog recentelijk door het hof een beoordeling geweest van de belangen van de kinderen bij een passende zorgregeling. De GI poogt met het verzoek te komen tot het voorkomen van mogelijke ruis en verdere procedures en onenigheid tussen ouders, echter de uitgebreide reacties van beide ouders op het verzoek en de zelfstandige (voorwaardelijke) verzoeken van ouders wijzen er op dat een verdere concretisering van een zorgregeling op de verzochte wijze dat doel niet kan dienen. Integendeel het verzoek van de GI leidt tot een verdere escalatie tussen ouders en de GI wordt daarmee onderdeel van de strijd.
5.5.
Ter zitting heeft de kinderrechter de ouders en de GI voorgehouden dat de zorgregeling van [A (voornaam)] nog meerdere keren zal veranderen en dat ouders moeten aansluiten bij [A (voornaam)] , die bij het ouder worden andere behoeftes tot invulling van zijn tijd zal hebben. De kinderrechter ziet geen noodzaak om de huidige zorgregeling thans te wijzigen. Ouders hebben verschillende ideeën over wat in het belang is van [A (voornaam)] en in dat kader geeft de kinderrechter de ouders mee dat het is in het belang van [A (voornaam)] noodzakelijk is dat ouders de strijdbijl begraven en zich meer flexibel opstellen ten aanzien van verjaardagen en andere speciale dagen. Ten aanzien van [B (voornaam)] zullen ouders met hulpverlening moeten komen tot een nadere invulling van het contact(herstel)tussen vader en [B (voornaam)] .

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
wijst de verzoeken af.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.K. Nihot, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 10 augustus 2023, in aanwezigheid van de griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.