ECLI:NL:RBMNE:2023:4426

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 augustus 2023
Publicatiedatum
25 augustus 2023
Zaaknummer
c/16/561151 / JL RK 23-589
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor zeer jonge minderjarige met problematisch gedrag

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 17 augustus 2023 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling en een machtiging voor gesloten jeugdhulp van een minderjarige, geboren in 2012. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor een jaar en de gecertificeerde instelling (GI) heeft een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor zes maanden aangevraagd. De minderjarige verblijft momenteel in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, maar de kinderrechter heeft vastgesteld dat deze plek niet passend is. De moeder van de minderjarige is belast met het ouderlijk gezag en heeft aangegeven dat zij haar dochter graag thuis wil, maar dat hiervoor hulp noodzakelijk is. De kinderrechter heeft de zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige als ernstig beoordeeld, gezien haar problematische gedrag en de onveilige situaties die zij in het verleden heeft ervaren. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling voor een jaar te verlenen en de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor drie maanden, met de mogelijkheid om deze te verlengen indien nodig. De kinderrechter benadrukt het belang van een goed hulpverleningsplan en dat de minderjarige moet laten zien dat zij zich aan de regels kan houden tijdens haar verloven. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Lelystad
Zaaknummers: C/16/561151 / JL RK 23-589 (ondertoezichtstelling)
Zaaknummers: C/16/560782 / JL RK 23-565 (machtiging gesloten jeugdhulp)
Datum uitspraak: 17 augustus 2023
Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling en een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING,
locatie [plaats] , hierna te noemen de Raad,
betreffende
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2012 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige (voornaam)] ,
advocaat: mr. K.N. Holtrop te Lelystad.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[belanghebbende 1],
hierna te noemen de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
SAMEN VEILIG MIDDEN-NEDERLAND,
gevestigd te [vestigingsplaats] , hierna te noemen de gecertificeerde instelling (GI).

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • het verzoekschrift met bijlagen van de GI, binnengekomen bij de rechtbank op 31 juli 2023.
  • het verzoekschrift met bijlagen van de Raad, binnengekomen bij de rechtbank op 8 augustus 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 17 augustus 2023. Daarbij waren aanwezig:
- [minderjarige (voornaam)] , bijgestaan door mr. K.N. Holtrop;
- de moeder;
- mevrouw [A] namens de Raad;
- mevrouw [B] de GI.
1.3.
Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter [minderjarige (voornaam)] naar haar mening gevraagd. [minderjarige (voornaam)] heeft in het bijzijn van haar advocaat hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de mondelinge behandeling, waar [minderjarige (voornaam)] ook bij aanwezig was, heeft de kinderrechter samengevat wat [minderjarige (voornaam)] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige (voornaam)] .
2.2.
[minderjarige (voornaam)] verblijft in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp.
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 23 mei 2023 [minderjarige (voornaam)] voorlopig onder toezicht gesteld tot 23 augustus 2023.
2.4.
Bij beschikking van 29 juni 2023 heeft de kinderrechter een machtiging verleend om [minderjarige (voornaam)] met spoed te doen opnemen en te doen verblijven is een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 27 juni 2023 tot 5 juli 2023. Het meer of anders verzochte is aangehouden. Bij beschikking van 4 juli 2023 heeft de kinderrechter een machtiging verleend om [minderjarige (voornaam)] met spoed te doen opnemen en te doen verblijven is een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 23 augustus 2023.

3.Het verzoek

3.1.
De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige (voornaam)] voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De GI verzoekt een machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van zes maanden, met uitvoerbaar bij voorraad verklaring.

4.De standpunten

4.1.
Namens de Raad is het verzoek tot een ondertoezichtstelling gehandhaafd. De zorgen om [minderjarige (voornaam)] zijn groot. Zij heeft last van ingrijpende gebeurtenissen uit het verleden en heeft gedurende langere tijd problematisch en risicovol gedrag laten zien. Het is belangrijk dat er een gezinsvoogd komt die moeder en [minderjarige (voornaam)] ondersteunt en regie neemt over de in te zetten hulpverlening. Het gedwongen kader is hiervoor noodzakelijk en de verzochte twaalf maanden zijn, gelet op de forse zorgen, passend. Ten aanzien van het verzoek van de GI tot een machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van zes maanden heeft de Raad geadviseerd de machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden te verlenen en de overige drie maanden aan te houden. Zo is er voldoende tijd om hulpverlening in te zetten en kan er na drie maanden opnieuw beoordeeld worden of de geslotenheid voort moet duren, of dat [minderjarige (voornaam)] naar huis kan.
4.2.
Namens de GI is het verzoek ter zitting gehandhaafd. Voordat [minderjarige (voornaam)] in geslotenheid is geplaatst, heeft zij in een gezinshuis en op een woongroep verbleven. Ook op deze plekken liet [minderjarige (voornaam)] zeer zorgelijk gedrag zien. Hoewel de groep waar [minderjarige (voornaam)] op dit moment verblijft niet passend is, is er nergens anders een meer geschikte plek. De GI vindt uiteraard, mede gelet op de jonge leeftijd van [minderjarige (voornaam)] , dat zij zo kort mogelijk op de gesloten groep moet verblijven. Wel lijkt [minderjarige (voornaam)] baat te hebben van de geboden duidelijkheid en structuur. Het gedrag dat [minderjarige (voornaam)] laat zien is vermoedelijk geen gevolg van kindfactoren, maar van omgevingsfactoren. Het is daarom belangrijk dat er hulpverlening wordt ingezet die zich richt op het hele systeem. Eerder al was [instelling] hiervoor ingezet, maar door de uithuisplaatsing ligt deze hulp stil. Het is de bedoeling dat de gedragswetenschapper van de groep van [minderjarige (voornaam)] samen met [instelling] ze snel mogelijk een passend hulpverleningsplan opstelt, om zo het systeem te helpen. Dit is noodzakelijk voor een succesvolle thuisplaatsing van [minderjarige (voornaam)] . Indien [minderjarige (voornaam)] te snel wordt thuisgeplaatst, bijvoorbeeld al begin september, komen er mogelijk te veel verantwoordelijkheden bij [minderjarige (voornaam)] te liggen en is het risico dat het weer mis gaat te groot.
4.3.
Namens [minderjarige (voornaam)] is ter zitting geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek tot een machtiging gesloten jeugdhulp. De zorgen om [minderjarige (voornaam)] zijn groot, maar de groep waar zij nu verblijft doet haar geen goed. [minderjarige (voornaam)] is veruit de jongste op de groep en de andere kinderen kampen met andere problematiek dan [minderjarige (voornaam)] . Ook doen zich veel heftige incidenten voor op de groep waardoor [minderjarige (voornaam)] haar trauma’s herbeleeft. De GI, de gedragswetenschapper en de mentor van [minderjarige (voornaam)] geven allen aan dat deze groep niet passend is voor [minderjarige (voornaam)] . Nu er geen betere plek beschikbaar is, is het belangrijk dat [minderjarige (voornaam)] zo snel mogelijk terug naar huis gaat. Komend schooljaar zal [minderjarige (voornaam)] naar groep acht gaan; een belangrijk schooljaar. Het is in het belang van [minderjarige (voornaam)] als zij al vanaf het begin van het schooljaar aansluit bij haar klas. Om de thuisplaatsing te laten slagen is hulp noodzakelijk. De advocaat refereert zich daarom aan het verzoek tot ondertoezichtstelling.
4.4.
Door de moeder is ter zitting naar voren gebracht dat zij [minderjarige (voornaam)] uiteindelijk graag thuis wil, maar dat hiervoor hulp noodzakelijk is. Als de thuisplaatsing iets langer duurt maar daardoor de kans op succes groter is, verkiest moeder dit boven een snelle thuisplaatsing.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom [minderjarige (voornaam)] onder toezicht stellen voor de duur van een jaar.
5.2.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de duur van drie maanden. Het meer of anders verzochte zal worden aangehouden.
De kinderrechter zal hieronder uitleggen waarom zij deze beslissingen heeft genomen.
De zorgen om [minderjarige (voornaam)] zijn onverminderd aanwezig. [minderjarige (voornaam)] heeft, mogelijk door haar belaste verleden, zeer zorgelijk gedrag laten zien. [minderjarige (voornaam)] is zelfbepalend, accepteert geen gezag van moeder of andere volwassenen, heeft contact met een onveilig netwerk en komt in toenemende mate in aanraking met politie. In het verleden heeft [minderjarige (voornaam)] thuis veel onveiligheid meegemaakt. Ook heeft zij geen contact met haar biologische vader, terwijl haar oudere zus dit wel heeft. Gelet op de zorgen om [minderjarige (voornaam)] is een ondertoezichtstelling noodzakelijk. De kinderrechter ziet dat moeder veel van [minderjarige (voornaam)] houdt en betrokken is. Hoewel moeder voldoende bereid is, is zij op dit moment onvoldoende in staat om zonder hulpverlening de ontwikkeling en veiligheid van [minderjarige (voornaam)] te waarborgen. Het is daarom belangrijk dat er een (stevige) gezinsvoogd komt die moeder ondersteunt en spoedig hulpverlening inzet.
Ten aanzien van de machtiging gesloten jeugdhulp oordeelt de kinderrechter als volgt. Nadat [minderjarige (voornaam)] in het gezinshuis en op de groep telkens weer onaanvaardbaar gedrag heeft laten zien en is weggelopen, is zij in geslotenheid geplaatst. De gesloten groep waar [minderjarige (voornaam)] eerst verbleef was niet passend. De meisjes die hier verblijven zijn (veel) ouder dan [minderjarige (voornaam)] en kampen met heftige psychische problematiek. Er hebben nare incidenten plaatsgevonden op deze groep waardoor [minderjarige (voornaam)] zich onveilig voelde. Zij verblijft nu sinds kort op een andere groep, met uitsluitend jongens. De kinderrechter heeft daar dan ook wel weer zorgen over en zou het liefst zien dat zij snel naar een passende groep, met leeftijdsgenoten, zou worden overgeplaatst. De GI heeft hiertoe ook wel pogingen gedaan, maar alle passende plekken zijn bezet en dit wordt op korte termijn niet anders. De kinderrechter betreurt dit zeer en moet nu kiezen tussen twee kwaden. Blijven op een plek die niet passend is of naar huis, terwijl alle betrokkenen, behalve [minderjarige (voornaam)] en haar advocaat, het erover eens zijn dat dat te vroeg is. Nu [minderjarige (voornaam)] binnen de geslotenheid nog geen behandeling heeft gehad en er ook nog geen andere hulpverlening is opgestart vindt de kinderrechter het te vroeg voor een thuisplaatsing. Om de thuisplaatsing te laten slagen is het noodzakelijk dat er voldoende hulpverlening is ingezet, zowel voor [minderjarige (voornaam)] als voor het systeem. De kinderrechter vindt het van groot belang dat [minderjarige (voornaam)] , mede gelet op haar jonge leeftijd, zo kort mogelijk op deze huidige groep verblijft. De kinderrechter ziet daarom aanleiding om de machtiging gesloten jeugdhulp in duur te beperken tot drie maanden. Het meer of anders gevraagde zal worden aangehouden. De GI dient deze drie maanden te gebruiken om voortvarend een goed hulpverleningsplan te maken en in te zetten. De kinderrechter ontvangt graag minstens twee weken voor een volgende zitting een kort verslag hoe de zaken er voor staan. [minderjarige (voornaam)] zal tijdens haar verloven moeten laten zien dat zij zich aan de regels kan houden.
5.3.
De concrete bedreigingen in de ontwikkeling van [minderjarige (voornaam)] zijn:
- [minderjarige (voornaam)] groeit niet op in een stabiele opvoedomgeving waar aangesloten wordt op haar ontwikkeling;
- er is geen duidelijkheid over welke achterliggende (kindeigen)problematiek samenhangt met het huidige functioneren van [minderjarige (voornaam)] ;
- moeder sluit onvoldoende adequaat aan bij wat [minderjarige (voornaam)] nodig heeft.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
stelt [minderjarige (voornaam)] onder toezicht van Stichting Samen Veilig Midden-Nederland met ingang van 17 augustus 2023 tot 17 augustus 2024;
6.2.
verleent een machtiging om [minderjarige (voornaam)] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 17 augustus 2023 tot 17 november 2023 en houdt het meer of anders verzochte aan;
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 augustus 2023 door mr. M.A.A. ter Meer-Siebers, kinderrechter, in aanwezigheid van M.R. Meijn als griffier, en op schrift gesteld op
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.