ECLI:NL:RBMNE:2023:4417

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 augustus 2023
Publicatiedatum
25 augustus 2023
Zaaknummer
16/017090-23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor woninginbraak met gevangenisstraf en toewijzing vordering benadeelde partij

Op 25 augustus 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van woninginbraak. De rechtszaak vond plaats op 11 augustus 2023, waarbij de verdachte niet aanwezig was en geen advocaat had, waardoor de zaak bij verstek werd behandeld. De officier van justitie, mr. S. Mirshahi, heeft de vordering ingediend en de benadeelde partij, [benadeelde 1], heeft ook zijn standpunt naar voren gebracht. De tenlastelegging betrof een woninginbraak die plaatsvond tussen 17 juni en 1 juli 2022, waarbij een trouwring en contant geld zijn gestolen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen, waaronder een proces-verbaal van aangifte en forensisch onderzoek, beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat het DNA van de verdachte overeenkwam met sporen die op de plaats delict waren aangetroffen, wat leidde tot de conclusie dat de verdachte de woninginbraak had gepleegd. De rechtbank achtte de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, rekening houdend met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. Daarnaast heeft de rechtbank de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding van € 50,00 toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft ook een schadevergoedingsmaatregel opgelegd, waarbij de verdachte verplicht is om het bedrag aan de Staat te betalen, met de mogelijkheid van gijzeling bij niet-betaling.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/017090-23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 25 augustus 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1997] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
[adres] te [woonplaats] ,
thans gedetineerd in de [verblijfplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

De rechtszaak tegen verdachte heeft in het openbaar plaatsgevonden op 11 augustus 2023. Verdachte was niet aanwezig bij deze zitting en verdachte had ook geen advocaat. De zaak is daarom bij verstek behandeld. Dit betekent dat de rechtbank alleen kennis heeft genomen van het dossier, van de vordering en standpunten van de officier van justitie mr. S. Mirshahi en van wat de benadeelde partij [benadeelde 1] naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 17 juni 2022 tot en met 1 juli 2022 in [woonplaats] een woninginbraak heeft gepleegd en hierbij een trouwring en een geldbedrag heeft gestolen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
Proces-verbaal van aangifte d.d. 1 juli 2022
Aangever [benadeelde 1] heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Mijn vrouw en ik kwamen op 1 juli 2022 omstreeks 16:10 uur van vakantie terug in onze woning in [woonplaats] . Ik zag dat het raam van de waskamer open stond. Ik zag dat in het vaste deel van het kozijn beschadigingen zaten. De trouwring van mijn vrouw is meegenomen en contant geld. [2]
Proces-verbaal van buurtonderzoek d.d. 1 juli 2022
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in het proces-verbaal van buurtonderzoek onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
[getuige] gaf aan dat ze op de woning van aangever paste tijdens zijn afwezigheid. Op 1 juli rond 07:10 uur ging ze voor de laatste keer bij de woning kijken en zij zag toen geen bijzonderheden. [3]
Proces-verbaal van forensisch onderzoek woning d.d. 2 juli 2022
Verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] hebben in het proces-verbaal van forensisch onderzoek onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
In de waskamer zagen wij dat het raam dat naar buiten toe open kan worden gezet verschillende beschadigingen had. Wij zagen dat deze beschadigingen leken op schade veroorzaakt door het openbreken van het raam. Ook zagen wij dat de raamvergrendeling verbogen was en dat de schroeven hiervan gedeeltelijk uit het hout van het raam waren gekomen. Op de rand onder de vensterbank van dit opengebroken raam zagen wij verschillende donkere vegen op de witte muur en het hout. Deze vegen hebben wij bemonsterd op epitheel (SIN AAOP8711NL). [4]
Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek d.d. 29 juli 2022
Dr. P.J. Herbergs (NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige) heeft in de deskundigenrapportage onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Tabel 1 – Resultaat van het DNA-onderzoek [5]
Bemonstering
DNA-profiel
Mogelijke donor van celmateriaal
Van rand vensterbank handschoensporen bij opengebroken raam AAOP8711NL
DNA-profiel van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.
[verdachte]
Tabel 2 – DNA-profiel(en) opgenomen in de DNA-databank voor strafzaken [6]
SIN
Datum opname
Mogelijke donor van celmateriaal
DNA-profielen
Van rand vensterbank handschoensporen bij opengebroken raam AAOP8711NL
28 juli 2022
[verdachte] , geboren op [1997] , SKN [SKN nummer]
S4084
Bewijsoverweging
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat op 1 juli 2022 een woninginbraak is gepleegd aan de [adres] in [woonplaats] . Uit de match tussen het DNA van verdachte met de dadersporen die op de rand en vensterbank van het opengebroken raam zijn aangetroffen, leidt de rechtbank af dat verdachte de woninginbraak heeft gepleegd. De rechtbank acht de ten laste gelegde woninginbraak dan ook wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 1 juli 2022 te [woonplaats] een trouwring en een geldbedrag, die geheel aan [benadeelde 1] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van zes maanden.
8.2
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft ingebroken in de woning van [benadeelde 1] en [benadeelde 2] , terwijl zij op vakantie waren. Een woninginbraak is een naar en ernstig feit, dat bij de bewoners een gevoel van onveiligheid teweegbrengt en inbreuk maakt op hun privacy. Verdachte heeft bij de inbraak een trouwring weggenomen en de slachtoffers daarmee iets afgenomen dat niet alleen een financiële, maar ook een emotionele waarde vertegenwoordigde.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 12 juli 2023. Hieruit volgt dat verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke delicten. Hoewel verdachte deze feiten meer dan vijf jaar geleden heeft gepleegd, weegt de rechtbank deze omstandigheid ten nadele van verdachte mee bij de straftoemeting.
Straf
Gelet op de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. De rechtbank heeft voor het bepalen van de hoogte van de straf gekeken naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting (LOVS). Deze oriëntatiepunten nemen voor een voltooide woninginbraak een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden als uitgangspunt voor een
first offenderen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijf maanden wanneer sprake is van recidive.
De rechtbank acht een gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden of hoger, zoals de geëiste gevangenisstraf van zes maanden van de officier van justitie, niet passend. De rechtbank overweegt daartoe dat verdachte volgens de LOVS-richtlijnen geen recidivist is, omdat hij langer dan vijf jaren geleden onherroepelijk is veroordeeld voor vermogensfeiten. Gelet op de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, het feit dat verdachte eerder meermalen met justitie in aanraking is gekomen en in strafrechtelijke zin geen onbeschreven blad is, acht de rechtbank wel een straf hoger dan het uitgangspunt van drie maanden passend.
Alles overwegende acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier maanden passend en geboden.

9.BENADEELDE PARTIJ

9.1
[benadeelde 1]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 50,00, te vermeerderen met wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit materiële schade ten gevolge van het aan verdachte ten laste gelegde feit.
9.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de vordering toe te wijzen, inclusief de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 50,00 en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 1 juli 2022 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 50,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 1 juli 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 1 dag gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan [benadeelde 1] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36f en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van vier maanden;
Benadeelde partij
- wijst de vordering van [benadeelde 1] van € 50,00 toe;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2022 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat € 50,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. van Woudenberg, voorzitter, mrs. L.M.G. de Weerd en S.D. Groen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N.S. Stekkel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 25 augustus 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 17 juni 2022 tot en met 1 juli 2022 te [woonplaats]
een (trouw)ring en/of een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten
dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of
dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak/verbreking/inklimming.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 18 januari 2023, genummerd PL0900-2022189991, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 30.Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 1] , pagina 5-6.
3.Een proces-verbaal buurtonderzoek, pagina 14.
4.Een proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] [woonplaats] ), pagina 16.
5.Een geschrift, te weten een TMFI-rapport van 29 juli 2022, pagina 23.
6.Een geschrift, te weten een TMFI-rapport van 29 juli 2022, pagina 23.