ECLI:NL:RBMNE:2023:4407
Rechtbank Midden-Nederland
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 25 augustus 2023, in de zaak met nummer UTR 23/1892, beoordeelt de rechtbank het verzoek van verzoekster om een veroordeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht in de proceskosten. Verzoekster had haar beroep tegen een besluit van verweerder, dat op 7 februari 2023 was genomen, ingetrokken omdat verweerder op 4 juli 2023 dit besluit had vervangen en de energietoeslag alsnog had toegekend aan verzoekster.
De rechtbank heeft verweerder de gelegenheid gegeven om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling. Verweerder heeft aangegeven bereid te zijn de griffiekosten te vergoeden, voor zover verzoekster deze heeft moeten voldoen. De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek.
De rechtbank kan op basis van de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een partij de proceskosten van de tegenpartij laten betalen. Echter, alleen kosten gemaakt door een professionele juridische hulpverlener komen voor vergoeding in aanmerking. Aangezien verzoekster geen advocaat of andere professionele juridische hulpverlener heeft ingeschakeld, zijn er geen kosten die vergoed kunnen worden. Verweerder is wel verplicht om het door verzoekster betaalde griffierecht van € 50,00 te vergoeden, wat verweerder ook al had toegezegd.
De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af. Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka, rechter, in aanwezigheid van mr. M.A. Ramcharan, griffier, en is openbaar uitgesproken op 25 augustus 2023. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.