11.BESLISSING
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 1 maand;
- bepaalt dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
- als voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- als bijzondere voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich binnen 3 dagen na het ingaan van de proeftijd meldt op afspraken met de reclassering en zich blijft melden, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* zich laat behandelen door FAZ Inforsa Utrecht of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, waarbij de behandeling de gehele proeftijd duur of zoveel korter als de reclassering nodig vindt en verdachte zich houdt aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Hieronder kan ook het innemen van medicijnen vallen als de zorgverlener dat nodig vindt. Als de zorgverlener een kortdurende klinische opname indiceert, kan een vordering of verzoek tot wijziging van de bijzondere voorwaarden worden gedaan.
* meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen waarbij de reclassering urineonderzoek en ademonderzoek kan gebruiken voor de controle en bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 120 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 60 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag;
Dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden
- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn;
Oplegging vrijheidsbeperkende maatregel
- legt aan verdachte op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van 2 jaren;
- beveelt dat verdachte
- zich niet ophoudt binnen een straal van 100 meter van de woningen gelegen aan de [adres] te [woonplaats] en [adres] te [woonplaats] ;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] , geboren op [1992]
waarbij de politie opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving;
- beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel wordt vervangen door 3 dagen hechtenis voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 6 maanden. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolgde de maatregel niet op;
Dadelijke uitvoerbaarheid van de vrijheidsbeperkende maatregel
- beveelt dat deze vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
- wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 2.123,-;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 2.123,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 31 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- heft op het – reeds geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.M. Lemmen, voorzitter, mrs. L.M.G. de Weerd en L.C. Michon, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Jaâter, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 augustus 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijd stippen in of omstreeks de periode van 10 oktober 2021 tot en met 12 juni 2022 te Utrecht, althans in Nederland, (telkens) zijn levensgezel, [slachtoffer] , heeft
mishandeld door die [slachtoffer] :
-(op 10 oktober 2021) vast te pakken, over de grond te slepen, te duwen (tegen een muur) en/of in haar armen, althans het lichaam, te knijpen en/of
-(op 24 april 2022) te duwen, bij haar keel, althans het lichaam, te pakken, in die keel te knijpen en/of een kussen, althans een niet/slecht luchtdoorlatend object, op haar hoofd, althans het lichaam, te drukken/houden en/of
-(op 12 juni 2022) te duwen (in een stoel) en/of op die [slachtoffer] te zitten;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 304 lid 1 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht )
2
hij in of omstreeks de periode van 14 juni 2022 tot en met 30 november 2022 te Utrecht,
althans in Nederland, wederrechtelijk, stelselmatig, opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op
eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door:
- zich een of meermalen ongewenst in de woning en/of de tuin, althans in de nabijheid van
het woon- verblijfadres van die [slachtoffer] te begeven en/of
- zich in genoemde periode veelvuldig, althans meermalen in de nabijheid van het woon-
verblijfadres van die [slachtoffer] op te houden en/of
- die [slachtoffer] veelvuldig, althans meermalen (anoniem) telefonisch te bellen, althans een
of meerdere pogingen daartoe te doen en/of
- die [slachtoffer] (onder valse namen) veelvuldig, althans meermalen berichten (via social
media, te weten: Facebook en Instagram) te sturen en/of
- die [slachtoffer] op de openbare weg en/of openbare plekken op te zoeken, te volgen en/of
op te wachten, met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen,
te dulden en/of vrees aan te jagen;
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )
3 hij op of omstreeks 30 november 2022 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 18 oktober 2022 gegeven door de officier van justitie te Arrondissement Midden-Nederland kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte,
-zich niet mag ophouden binnen een straal van 100 meter van de woningen gelegen aan de [adres] te [woonplaats] en [adres] te [woonplaats] en/of
-zich dient te onthouden van contact met [slachtoffer] , door zich binnen 100 meter van de woning aan de [adres] te [woonplaats] te bevinden;
( art 184a lid 1 Wetboek van Strafrecht )