ECLI:NL:RBMNE:2023:4376

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 augustus 2023
Publicatiedatum
22 augustus 2023
Zaaknummer
UTR 23/2183
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Te late indiening van beroepschrift tegen besluit van het Uwv

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 21 februari 2023. Eiseres had haar beroepschrift te laat ingediend, namelijk op 11 april 2023, terwijl de termijn voor indiening op 4 april 2023 was verstreken. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift pas na afloop van de beroepstermijn was ontvangen, en dat er geen verschoonbare reden was voor deze vertraging. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was. De rechtbank heeft de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) aangehaald, die de termijn voor het indienen van een beroepschrift regelen. De rechtbank concludeert dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift een fatale termijn van openbare orde is, wat betekent dat deze niet kan worden gewijzigd. Daarom heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder inhoudelijke behandeling. Eiseres krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/2183

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 augustus 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: G.C. Dubbelman),
en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

Procesverloop

1. Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het besluit van het Uwv van 21 februari 2023.

Overwegingen2.De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres is namelijk te laat met het indienen van het beroepschrift, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.

3. Een beroep moet worden ingediend binnen zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt (artikelen 6:7 en 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In artikel 3:41 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt.
4. In dit geval is het besluit bekendgemaakt op 21 februari 2023. Het beroepschrift had dus uiterlijk op 4 april 2023 door de rechtbank ontvangen moeten zijn. De rechtbank heeft het beroepschrift ontvangen op 11 april 2023. Dat is dus te laat.
5. Een na zes weken ontvangen beroepschrift is toch tijdig ingediend, indien het uiterlijk op de laatste dag van de beroepstermijn (4 april 2023) ter post is aangeboden en niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen. Eiseres heeft het beroepschrift met PostNL verstuurd. De gebruikte enveloppe bevat een poststempel van 10 april 2023. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat het beroepschrift op 10 april 2023 ter post is aangeboden.
6. De rechtbank heeft bij aangetekende brief van 1 juni 2023 gevraagd aan eiseres waarom het beroepschrift na afloop van de beroepstermijn is ingediend. Deze brief is onbestelbaar geretourneerd aan de rechtbank. De rechtbank heeft de brief per gewone postzending opnieuw verzonden op 27 juni 2023. De rechtbank heeft van eiseres geen reactie ontvangen.
7.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het beroepschrift te laat is ingediend. Van een verschoonbare reden hiervoor is niet gebleken. Verder overweegt de rechtbank dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift een fatale termijn van openbare orde is. Dit betekent dat de duur van die termijn niet kan worden gewijzigd en het beroep zonder geldige redenen, zoals in dit geval, niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
8. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
9. Eiseres krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van mr. R. van Manen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 23 augustus 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.