In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 23 augustus 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de beslissing op bezwaar van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 5 december 2022 behandeld. Eiseres had geen bezwaarschrift ingediend tegen het primaire besluit van het Uwv van 24 augustus 2022, waarin werd besloten dat zij vanaf 16 september 2022 een WIA-uitkering zou ontvangen. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres redelijkerwijs verweten kan worden dat zij geen bezwaar heeft gemaakt. Dit is in lijn met artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat stelt dat een belanghebbende geen beroep kan instellen als hij geen bezwaar heeft gemaakt.
De rechtbank heeft eiseres meerdere keren in de gelegenheid gesteld om te reageren op de vraag of zij bezwaar had gemaakt tegen het primaire besluit. Echter, eiseres heeft geen enkele reactie gegeven, zelfs niet na een aangetekende brief die retour kwam. De rechtbank concludeert dat er geen beroepsmogelijkheid voor eiseres openstaat, aangezien zij zelf geen bezwaarschrift heeft ingediend en het bezwaar van haar ex-werkgever niet namens haar is ingediend.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. Deze uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier R. van Manen, en is openbaar uitgesproken op 23 augustus 2023.