ECLI:NL:RBMNE:2023:4373
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van procesbelang in bestuursrechtelijke procedure inzake indicatie banenafspraak
In deze zaak heeft eiser op 6 september 2021 een aanvraag ingediend voor de beoordeling van zijn arbeidsvermogen, waarbij hij een indicatie voor de banenafspraak wenste. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft op 28 september 2021 besloten om deze indicatie toe te kennen, omdat eiser niet in staat is het minimumloon te verdienen en zijn ziekte of handicap naar verwachting nog ten minste zes maanden zal duren. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, met de stelling dat hij niet het vereiste opleidingsniveau heeft en niet in staat is om 30 uur per week te werken.
Het Uwv heeft het bezwaar op 14 april 2022 niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser geen procesbelang zou hebben. De rechtbank heeft in deze uitspraak het beroep van eiser tegen dit bestreden besluit beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen procesbelang heeft, omdat het doel van de procedure niet kan worden bereikt. Eiser heeft de indicatie banenafspraak al gekregen, en de rechtbank concludeert dat er geen verdere belangen zijn die door de uitspraak kunnen worden gediend.
De rechtbank heeft daarom besloten om het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier R. van Manen, en is openbaar uitgesproken op 23 augustus 2023.