ECLI:NL:RBMNE:2023:4371

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 augustus 2023
Publicatiedatum
22 augustus 2023
Zaaknummer
16-068119-23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie met bijzondere voorwaarden en taakstraf

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 augustus 2023 uitspraak gedaan tegen een verdachte die op 7 maart 2023 in Hilversum een vuurwapen en munitie voorhanden had. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 120 dagen, waarvan 104 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is er een taakstraf van 100 uren opgelegd. De verdachte heeft vanaf het begin een bekennende verklaring afgelegd en de rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het risico op verlies van zijn woning en werk bij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen aanwijzingen zijn dat de verdachte zich bezighoudt met geweld- of beroepscriminaliteit. De bijzondere voorwaarden die aan de voorwaardelijke straf zijn verbonden, omvatten reclasseringstoezicht en deelname aan een ambulante behandeling. De rechtbank heeft de ernst van het feit, het ongecontroleerde bezit van een vuurwapen, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De uitspraak is gedaan na een openbare terechtzitting op 8 augustus 2023, waar de officier van justitie en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen en een lichtere straf opgelegd dan geëist.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-068119-23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 22 augustus 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1985] te [geboorteplaats]
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
[adres] te [woonplaats]
thans uit andere hoofde gedetineerd in de [verblijfplaats]
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 8 augustus 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. F. Rethmeier en van de standpunten van verdachte en mr. H.A. Rispens, advocaat te Hilversum.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte op 7 maart 2023 in Hilversum een vuurwapen en een hoeveelheid scherpe patronen voorhanden heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen. Verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend. De verdediging heeft geen vrijspraak voor het feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden, gelet op artikel 359 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 8 augustus 2023;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal forensisch onderzoek woning van 11 maart 2023, inclusief bijlagen, genummerd PL0900-2023068841-22, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , doorgenummerd pagina 81 tot en met 83 (van het proces-verbaal einddossier met nummer PL0900-2023068841);
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 24 juli 2023, inclusief bijlagen, genummerd PL0900-2023068841-38, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , doorgenummerd pagina 88 tot en met 90 (van het proces-verbaal einddossier met nummer PL0900-2023068841).

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 7 maart 2023 te Hilversum een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen, van het merk CZ, model VZOR 70, kaliber 7.65mm zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een hoeveelheid scherpe patronen, kaliber .32 auto (is 7.65mm) voorhanden heeft gehad.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 180 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 164 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met daarbij de bijzondere voorwaarden zoals deze door de reclassering worden geadviseerd;
- een taakstraf van 120 uren, met aftrek van het voorarrest, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 60 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht rekening te houden met de persoon en persoonlijke omstandigheden van verdachte. Een detentie zou tot gevolg kunnen hebben dat hij alles, waaronder zijn woning en eigen bedrijf, kwijt kan raken. Verdachte heeft problemen met zijn psychosociaal functioneren en heeft daarbij hulp nodig en is bereid deze hulp te accepteren.
De verdediging heeft verzocht verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen van 4 maanden met daarbij de bijzondere voorwaarden zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd. Daarnaast kan een taakstraf opgelegd worden.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
Verdachte heeft in zijn woning een vuurwapen en bijbehorende munitie voorhanden gehad. In zijn algemeenheid geldt dat het ongecontroleerde bezit van wapens een risico met zich meebrengt ten aanzien van de veiligheid van personen. Daarnaast veroorzaakt het een gevoel van onveiligheid in de samenleving. In het bijzonder geldt dit ten aanzien van vuurwapens. Het onbevoegd voorhanden hebben van een vuurwapen met bijbehorende munitie brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich mee. Vuurwapenbezit leidt meer dan eens tot vuurwapengebruik, waarbij (willekeurige) slachtoffers kunnen vallen. De ernst van de feiten en met name het bezit van een dergelijk vuurwapen in combinatie met munitie, rechtvaardigt met het oog op voornoemde risico’s in beginsel oplegging van een gevangenisstraf van enige duur.
Persoonlijke omstandigheden
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 28 juni 2023, waaruit blijkt dat verdachte eerder met justitie in aanraking is gekomen;
- een reclasseringsadvies van de Reclassering Nederland van 17 juli 2023, opgemaakt door P. Schoolen, reclasseringswerker.
Uit het reclasseringsrapport komt naar voren dat het sociale netwerk, psychosociaal functioneren en de houding van verdachte criminogene factoren zijn geweest. Verdachte heeft zonder al teveel vragen een vuurwapen in bewaring genomen. Dat hij weinig kritisch was, heeft mogelijk te maken met het vertrek van zijn ex-partner en hun kinderen, hierdoor verloor verdachte een belangrijk doel in zijn leven en nam hij een nonchalante houding aan. Het maakte hem niet meer uit hetgeen duidt op beperkte oplossingsvaardigheden. Verdachte heeft een aantal zaken in zijn leven prima op orde, zoals huisvesting, dagbesteding en financiën, dit zijn dan ook beschermende factoren. Wel heeft verdachte volgens eigen zeggen een seksverslaving en is hiervoor doorverwezen voor een ambulante behandeling bij Trubendorffer. In het verleden heeft verdachte vaker contact gehad met behandelinstanties.
Het risico op recidive wordt ingeschat als gemiddeld.
Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal mogelijk negatieve consequenties hebben voor het eigen bedrijf van verdachte en daarmee zijn inkomen. Verdachte is in staat een taakstraf uit te voeren.
Geadviseerd wordt verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een verplicht reclasseringscontact en meewerken aan een ambulante behandeling.
Strafoplegging
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf gelet op straffen die in vergelijkbare zaken plegen te worden opgelegd en op de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). De oriëntatiepunten gaan voor het voorhanden hebben van een vuurwapen in een woning al uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier maanden.
De rechtbank overweegt dat in dit geval vanwege de persoonlijke omstandigheden, het belang van het behoud van de woning en de werkzaamheden van verdachte, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf naar verwachting onevenredig veel impact op het leven van verdachte zal hebben. Na inbeslagname van het vuurwapen heeft verdachte consistent verklaard over zowel de herkomst daarvan, als de periode waarin hij het voorhanden had. Ook volgen uit het dossier geen concrete aanwijzingen dat verdachte zich bezighoudt met geweld/beroepscriminaliteit. Dit alles maakt dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf langer dan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht op dit moment en onder deze omstandigheden door de rechtbank niet als passende strafmodaliteit wordt gezien. De rechtbank zal verdachte daarom een deels voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen en daarnaast een taakstraf. De reclassering kan, rekening houdend met de werkzaamheden van verdachte, een passende uitvoering aan de taakstraf geven.
Alles overwegende wijkt de rechtbank af van de eis van de officier van justitie en acht een gevangenisstraf van 120 dagen, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten, passend en geboden. De rechtbank zal een deel hiervan, groot 104 dagen voorwaardelijk opleggen en verbindt daaraan een proeftijd van twee jaren en de bijzondere voorwaarden zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd.
Daarnaast zal de rechtbank verdachte een taakstraf voor de duur van 100 uren opleggen, te vervangen door 50 dagen hechtenis als verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 57 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 26 en 55 van de Wet wapens en munitie;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 120 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
-
bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van 104 dagen,
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast;
- als algemene voorwaarden gelden dat de verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte gedurende de proeftijd:
* zich binnen drie werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op het adres Zwarte Woud 2 te Utrecht (telefoonnummer 088-8041101) . Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* indien de behandeling bij Trubendorffer niet van de grond komt of zich onvoldoende richt op het verminderen van het recidiverisico, dan zal verdachte zich ambulant laten behandelen door De Waag of een soortgelijke ambulante zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling
;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 100 uren;
- beveelt dat voor het geval de verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 50 dagen hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Schothorst, voorzitter, mrs. L.E. Verschoor-Bergsma en J.E.S. Dolmans, rechters, in tegenwoordigheid van G. van Engelenburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 augustus 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 7 maart 2023 te Hilversum, althans in Nederland een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen, van het merk CZ, model VZOR 70, kaliber 7.65mm zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een hoeveelheid scherpe patronen, kaliber .32 auto (is 7.65mm) voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie)