Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
[gedaagde] heeft op de civiele rolzitting van 19 april 2023 gereageerd op de dagvaarding. Vervolgens heeft [eiseres] daarop gereageerd door het insturen van een conclusie van repliek, bij e-mail ontvangen op 16 mei 2023.
[gedaagde] is in de gelegenheid gesteld om als laatste te reageren door middel van de conclusie van dupliek, maar hij heeft daar geen gebruik van gemaakt.
2.Wat is er gebeurd?
“Er zijn in Nederland geen schades bekend voor dit voertuig.
Deze auto is ingevoerd. Het verleden in het buitenland kunt u nagaan via onze buitenland check
(…)
Verder is er geen inzage of er schade is geweest in het buitenland.
(…)
Om het verleden in het buitenland na te trekken kunt u onze chassisnummer check gebruiken.”
3.Wat wil [eiseres] en wat vindt [gedaagde] ervan?
4.Wat vindt de kantonrechter ervan?
en
Omdat de koopovereenkomst niet is ontbonden, heeft [eiseres] evenmin op grond van artikel 7:10 BW recht op vergoeding van de door haar gestelde, gemaakte herstelkosten. De kantonrechter legt hierna uit waarom dat zo is.
[eiseres] het toetsingskader wezenlijk niet anders. Door middel van een ontbindingsverklaring in de vorm van een WhatsAppbericht heeft zij medio februari 2023 de koopovereenkomst buitengerechtelijke ontbonden.
doorniet aan [eiseres] te melden dat sprake is van een schadeauto.
op de grond datde auto ten tijde van de koop een schadeauto was.
[eiseres] op een autohandelaar/-verkoper rust, naar het arrest van het gerechtshof ’sHertogenbosch van 24 mei 2022. [7] Hierin staat voor zover relevant het volgende:
[eiseres] heeft willen betogen dat de auto wegens het niet APK goedgekeurd zijn nonconform is, dit betoog niet kan worden onderschreven wegens het gebrek aan onderbouwing van dit betoog.
onder meervaststaat dat de auto eerder schade heeft gehad. Zoals onder 4.9. is overwogen en geoordeeld, kan niet worden vastgesteld dat daarvan sprake is. Van
schendingvan de
mededelingsplichtdat van eerdere schade sprake is
,zoals [eiseres] heeft gesteld, kan dan ook geen sprake zijn. Reeds daarom slaagt het beroep van [eiseres] op dwaling en de gevolgen daarvan niet. Overigens, [gedaagde] kan alleen een verwijt worden gemaakt van het niet delen van informatie waarvan hij vóór of ten tijde van de koop kennis had en die voor
[eiseres] van belang zijn voor haar beslissing om de auto wel of niet kopen en, zo ja, voor hoeveel. Het niet melden van informatie waarvan [gedaagde] toen geen weet had, kan hem niet worden verweten.