ECLI:NL:RBMNE:2023:4310

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 augustus 2023
Publicatiedatum
18 augustus 2023
Zaaknummer
10451829 UC 23-2617
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de koop van een tweedehands auto en de mededelingsplicht van de verkoper

In deze zaak heeft eiseres, na de aankoop van een Volkswagen Polo van gedaagde, een geschil over de staat van de auto en de mededelingsplicht van de verkoper. Eiseres heeft de auto op 1 februari 2023 gekocht voor € 8.500, maar stelt dat de auto non-conform is en dat gedaagde zijn informatieplicht heeft geschonden. Eiseres heeft gedaagde op 14 februari 2023 gevraagd de auto terug te nemen en de koopsom te retourneren, maar gedaagde heeft hier niet op gereageerd. Eiseres heeft vervolgens de kantonrechter ingeschakeld.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake is van een schadeauto en dat eiseres niet heeft aangetoond dat de auto non-conform was. De kantonrechter oordeelt dat de koopovereenkomst niet buitengerechtelijk is ontbonden, omdat eiseres niet de bevoegdheid had om dit te doen. De vorderingen van eiseres worden afgewezen, inclusief de vordering tot vergoeding van herstelkosten. Eiseres wordt in de proceskosten veroordeeld.

De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel koper als verkoper in een consumentenkoop en de noodzaak voor de koper om voldoende bewijs te leveren voor haar claims.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 10451829 UC EXPL 23-2617 rch/1466
Vonnis van 16 augustus 2023
inzake
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen: [eiseres] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. drs. I. Heijselaar,
tegen:
[gedaagde] ,
handelend onder de naam [handelsnaam] ,
wonende en kantoorhoudend te [plaats 1] ,
verder ook te noemen: [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
[eiseres] heeft op11 april 2023 [gedaagde] gedagvaard voor de kantonrechter.
[gedaagde] heeft op de civiele rolzitting van 19 april 2023 gereageerd op de dagvaarding. Vervolgens heeft [eiseres] daarop gereageerd door het insturen van een conclusie van repliek, bij e-mail ontvangen op 16 mei 2023.
[gedaagde] is in de gelegenheid gesteld om als laatste te reageren door middel van de conclusie van dupliek, maar hij heeft daar geen gebruik van gemaakt.
1.2.
Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat vandaag het vonnis in deze zaak wordt uitgesproken.

2.Wat is er gebeurd?

2.1.
[eiseres] heeft op 1 februari 2023 een Volkswagen Polo met kenteken [kenteken] (hierna: ‘de auto’) gekocht van [gedaagde] voor € 8.500,--. De auto is in 2020 Nederland ingevoerd en was ten tijde van aankoop 8 jaar oud. De kilometerstand was toen 142.323 km. Voorafgaand aan de koop is [eiseres] in de gelegenheid gesteld om de auto te inspecteren.
2.2.
In het rapport over het verleden van de auto (gegenereerd via de website https://www.autoverleden.nl), overgelegd als productie 3 bij het antwoord van [gedaagde] , staat onder meer:
“Er zijn in Nederland geen schades bekend voor dit voertuig.
(...) LET OP!
Deze auto is ingevoerd. Het verleden in het buitenland kunt u nagaan via onze buitenland check
(...) Er kan niet worden nagegaan wat er in het buitenland met het voertuig is gebeurd.
(…)
Verder is er geen inzage of er schade is geweest in het buitenland.
(…)
Om het verleden in het buitenland na te trekken kunt u onze chassisnummer check gebruiken.”
2.3.
[eiseres] heeft op 14 februari 2023 aan de auto werkzaamheden door een derde laten uitvoeren, waarvan de kosten voor arbeid en materialen € 448,00 zijn zoals vermeld in de aan [eiseres] afgegeven bon. [1] Zie de afbeelding hieronder:
2.4.
Op 24 februari 2023 heeft [eiseres] aan de auto werkzaamheden door [onderneming] B.V. te [plaats 2] (hierna: [onderneming] ) laten uitvoeren, waarvan de totale kosten voor arbeid en materiaal (luchtleiding) € 76,04 zijn zoals vermeld in de aan haar afgegeven factuur van [onderneming] [2] .
2.5.
Op 24 februari 2023 heeft [onderneming] op verzoek van [eiseres] tevens een prijsopgave opgesteld van € 912,00 inclusief btw, bestaande uit € 421,99 voor reparatie en € 490,01 voor materialen (te weten: luchtfilter; aanzuigkanaal; parker met schroefdraad; en afdichting). In deze prijsopgave staat onder meer: “gelieve niet als nota te behandelen”. [3]
2.6.
[eiseres] heeft [gedaagde] gevraagd om de auto terug te nemen, aan haar de koopsom van € 8.500,00 te retourneren en aan haar te vergoeden de door haar gestelde gemaakte herstelkosten van (€ 912,00 + € 76,04 =) € 988,04. [gedaagde] heeft dat niet gedaan.

3.Wat wil [eiseres] en wat vindt [gedaagde] ervan?

3.1.
[eiseres] stelt dat [gedaagde] de op hem rustende informatie- en mededelingsplicht heeft geschonden, dat de auto non-conform is en dat zij de koopovereenkomst tussen partijen medio februari 2023 buitengerechtelijk heeft ontbonden door het versturen van een bericht via WhatsApp (hierna: WA).
3.2.
[eiseres] heeft gevorderd om bij vonnis voor recht te verklaren dat de koopovereenkomst met betrekking tot de auto is ontbonden. Verder heeft zij de veroordeling gevorderd van [gedaagde] om aan haar te betalen € 9.488,04 (bestaande uit € 8.500,00 aan koopsom van de auto en € 988,04 aan herstelkosten), te vermeerderen met de wettelijke rente en de proces- en nakosten. Tot slot heeft [eiseres] gevorderd dat [gedaagde] de auto moet terugnemen, onder verbeurte van een dwangsom.
3.3.
[gedaagde] heeft verweer gevoerd tegen de vorderingen met als conclusie dat de kantonrechter deze zal afwijzen.

4.Wat vindt de kantonrechter ervan?

4.1.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
Consumentenkoop
4.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat sprake is van een consumentenkoop als bedoeld in artikel 7:5 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).
Buitengerechtelijke ontbindingsverklaring
4.3.
[eiseres] stelt dat zij de koopovereenkomst medio februari 2023 buitengerechtelijk heeft ontbonden door het versturen van een WA-bericht. [4]
4.4.
De kantonrechter is van oordeel dat het WA-bericht dat [eiseres] na het versturen van de onder 2.3. vermelde factuur van [onderneming] van 24 februari 2023 via WA naar [gedaagde] heeft gestuurd, waarin staat: “ik wil jou vragen om de auto terug te nemen en ik mijn geld terug krijg.” [5] , als een ontbindingsverklaring kan worden aangemerkt.
Is de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden? Nee
4.5.
De kantonrechter is van oordeel dat de onder 4.4. bedoelde buitengerechtelijke ontbindingsverklaring geen effect sorteert, omdat [eiseres] :
niet het in artikel 9 van de richtlijn 2011/83/EU (hierna: de richtlijn) en artikel 6:230o BW neergelegde herroepings-/ontbindingsrecht (inhoudende het herroepen/ontbinden van de overeenkomst zonder opgave van redenen) heeft;
en
niet kan worden vastgesteld dat zij de bevoegdheid had/heeft om de koopovereenkomst met toepassing van artikel 7:22 lid 1, aanhef en sub a, en/of artikel 6:265 BW te ontbinden.
De koopovereenkomst is dan ook niet buitengerechtelijk ontbonden (en kan evenmin door de kantonrechter worden ontbonden; dat laatste heeft [eiseres] overigens niet gevorderd).
Omdat de koopovereenkomst niet is ontbonden, heeft [eiseres] evenmin op grond van artikel 7:10 BW recht op vergoeding van de door haar gestelde, gemaakte herstelkosten. De kantonrechter legt hierna uit waarom dat zo is.
Richtlijn 2011/83/EU
4.6.
[eiseres] heeft met verwijzing naar richtlijn 2011/83/EU (hierna: de richtlijn) en onder meer een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland [6] aangevoerd, dat zij de koopovereenkomst zonder opgaaf van redenen mocht ontbinden (in de terminologie van de richtlijn: herroepen) omdat [gedaagde] haar niet op de hoogte heeft gesteld van het ontbindingsrecht. Hoewel geen sprake is van een overeenkomst op afstand, is volgens
[eiseres] het toetsingskader wezenlijk niet anders. Door middel van een ontbindingsverklaring in de vorm van een WhatsAppbericht heeft zij medio februari 2023 de koopovereenkomst buitengerechtelijke ontbonden.
4.7.
De kantonrechter verwerpt deze stellingen van [eiseres] . Daartoe overweegt de kantonrechter het volgende. De richtlijn is geïmplementeerd in het BW. Vaststaat dat tussen [eiseres] en [gedaagde] geen sprake van een “overeenkomst op afstand” zoals bedoeld in de richtlijn en/of het BW. Evenmin is gesteld dan wel gebleken dat sprake is van een “buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten” zoals bedoeld in de richtlijn en/of BW. De in de richtlijn en/of BW bedoelde informatievoorschriften zijn dan ook niet van toepassing op de tussen [eiseres] en [gedaagde] gesloten koopovereenkomst. Het in artikel 9 van de richtlijn en artikel 6:230o BW neergelegde herroepings-/ontbindingsrecht (inhoudende het herroepen/ontbinden van de overeenkomst zonder opgave van redenen) is dan ook niet van toepassing.
Is sprake van een schadeauto? Nee
4.8.
[eiseres] heeft gesteld en [gedaagde] heeft weersproken, dat sprake is van een zogenoemde schadeauto althans dat sprake is geweest van eerdere schade aan de auto die vóór de koop van de auto door [eiseres] , is hersteld.
4.9.
De kantonrechter stelt vast dat [eiseres] voormelde stelling dat sprake is van een schadeauto niet heeft onderbouwd, ook niet na voormelde weerspreking van [gedaagde] . [eiseres] heeft enkel gesteld dat zij van [onderneming] vernam dat de auto een schadeauto is en onderdelen van de motor en carrosserie gelijmd zijn. Zij heeft echter geen enkele (objectieve en verifieerbare) gegevens overgelegd waaruit de juistheid van haar voormelde stelling zou kunnen blijken. Gelet op het voormelde kan de kantonrechter niet vaststellen dat sprake is van een schadeauto (met een motor en carrosserie waarvan onderdelen gelijmd zijn). Reeds daarom verwerpt de kantonrechter de stelling van [eiseres] , dat sprake is van een schadeauto en dus van non-conformiteit en een tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst aan de zijde van [gedaagde] vanwege deze gestelde staat van de auto ten tijde van de koop (het zijn van een schadeauto).
4.10.
Omdat niet kan worden vastgesteld dat van een schadeauto sprake is, verwerpt de kantonrechter de stelling van [eiseres] dat [gedaagde] de op hem rustende mededelingsplicht heeft geschonden
doorniet aan [eiseres] te melden dat sprake is van een schadeauto.
4.11.
Uit het voorgaande volgt dat [eiseres] niet de bevoegdheid had (en heeft) om de koopovereenkomst te ontbinden
op de grond datde auto ten tijde van de koop een schadeauto was.
4.12.
Overigens is gesteld noch gebleken dat [eiseres] vóór of tijdens de koop van de auto aan [gedaagde] heeft gemeld dat zij geen schadeauto wilde kopen. Om die reden kan tussen partijen het zijn van een schadeauto – als wel zou komen vast te staan dat ten tijde van de koop van de auto van die staat sprake was – als zodanig geen non-conformiteit opleveren en dus ook geen grond opleveren om de koopovereenkomst te ontbinden.
4.13.
Ten overvloede en ter informatie van partijen verwijst de kantonrechter in het kader van de op een autohandelaar rustende mededelingsplicht en de onderzoekplicht die volgens
[eiseres] op een autohandelaar/-verkoper rust, naar het arrest van het gerechtshof ’sHertogenbosch van 24 mei 2022. [7] Hierin staat voor zover relevant het volgende:
“8.13. Het schade- en onderhoudsverleden van een auto is niet altijd toegankelijk en volledig gedocumenteerd. Er is ook geen aanleiding om aan te nemen dat in alle gevallen eerdere schade waarneembaar is. Mede daarom behoeft het schade- en onderhoudsverleden de verkoper van een auto niet in alle gevallen bekend te zijn. Er is ook verder geen goede grond gesteld of gebleken om aan te nemen dat een verkoper het schade- en onderhoudsverleden van een auto te allen tijde kent of moet kennen. In het verlengde daarvan is er evenmin goede grond om ervan uit te gaan dat een koper bij voorbaat mag aannemen dat een verkoper het schade- en onderhoudsverleden van een auto kent.
8.14.
Van meer betekenis is de staat waarin de auto zich bevindt, als de verkoper deze te koop aanbiedt. Het hangt echter af van de omstandigheden van het geval welke staat en dus eigenschappen een koper redelijkerwijs mag verwachten van een aangeboden auto.
8.15.
Mede in het licht van het voorgaande gaat het naar het oordeel van het hof te ver om in het algemeen aan te nemen, zoals de kantonrechter heeft gedaan, dat een autohandelaar zich moet vergewissen van het schade- en onderhoudsverleden van een auto en dat het voor zijn risico komt als hij zich voor zijn wetenschap baseert op informatie van degene van wie hij de auto heeft verkregen.”
Leiden de overige aspecten die [eiseres] heeft gesteld tot de conclusie dat de auto nonconform is? Nee
4.14.
De kantonrechter stelt vast dat [eiseres] niet onderbouwd heeft gesteld en de kantonrechter is niet gebleken, dat ten tijde van de koop het gebruik van de auto gevaar voor de verkeersveiligheid zou opleveren. De enkele vrees bij [eiseres] dat de auto niet veilig is, is daartoe onvoldoende.
4.15.
[eiseres] voert aan dat zij twijfelt of de auto vóór de koop APK goedgekeurd is, omdat [gedaagde] aan haar niet een APK-rapport heeft overhandigd waaruit die goedkeuring blijkt.
4.16.
De kantonrechter is van oordeel dat deze twijfel als zodanig niet tot de conclusie kan leiden, dat de auto ten tijde van de koop nonconform was wegens het niet APK goedgekeurd zijn. In dit kader is ook het volgende van belang. [gedaagde] heeft gesteld dat de auto vóór de koop APK goedgekeurd is en uit de door [eiseres] overgelegde productie IX volgt dat de eerstvolgende APK op 24 januari 2024 dient plaats te vinden. [eiseres] had als inmiddels eigenaar van de auto de juistheid van voormelde stelling van [gedaagde] kunnen controleren door keuringsgegevens over haar auto bij de RDW op te vragen en, ingeval daaruit blijkt dat de auto vóór de koop niet APK goedgekeurd was, die gegevens in het geding kunnen brengen. Dat heeft zij niet gedaan. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat voor zover
[eiseres] heeft willen betogen dat de auto wegens het niet APK goedgekeurd zijn nonconform is, dit betoog niet kan worden onderschreven wegens het gebrek aan onderbouwing van dit betoog.
4.17.
De kantonrechter stelt vast dat [eiseres] in WA-berichten [8] van februari 2023 aan [gedaagde] schrijft dat zij in het kader van een zogenoemde grote beurt onderhoud aan de auto – zie onder 2.3. – heeft laten uitvoeren in het kader waarvan onderdelen van de auto zijn vervangen. Deze enkele omstandigheid kwalificeert niet als een nonconformiteit als bedoeld in artikel 7:17 lid 2 BW. Hierbij is van belang dat gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] mededelingen aan [eiseres] heeft gedaan dan wel gegevens heeft verstrekt op grond waarvan [eiseres] erop mocht vertrouwen dat zij na de koop van de auto, die ten tijde van de koop APK goedgekeurd was – waarbij voor ogen moet worden gehouden dat in het kader van de APK niet alle onderdelen van de auto worden gecontroleerd – en acht jaar oud was, niet geconfronteerd zou kunnen worden met kosten die zij in het kader van het laten uitvoeren van regulier onderhoud zou moeten maken. De stelling van [eiseres] dat zij erop mocht vertrouwen dat de kans op technische problemen gering was in de zin dat zij niet hoefde te verwachten dat zij vorenbedoelde onderhoudskosten kort na de koop zou moeten maken, verwerpt de kantonrechter als niet (voldoende) gemotiveerd en onderbouwd.
4.18.
De enkele omstandigheid dat kort na de koop [eiseres] via het dashboard van de auto de melding zag over de bandenspanning van de auto en kennelijk (een van) de banden door een garage heeft laten bijpompen, levert geen non-conformiteit op. Inherent aan het gebruik van een auto is dat van tijd tot tijd banden bijgepompt moeten worden.
4.19.
De omstandigheid dat de luchtschacht/luchtleiding/luchtinlaatbuis van de motor zie – onder 2.4. en – de afbeeldingen [9] hieronder:
kort na de koop defect bleek en vervangen moest worden, levert evenmin een nonconformiteit op. Bij een auto met het bouwjaar 2014 en een kilometerstand van 142.323 km is immers mogelijk dat op het ene moment dit onderdeel in orde is en op het andere moment niet meer. Feiten en/of omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten leiden dan wel het oordeel dat [eiseres] niet hoefde te verwachten dat dit onderdeel van motor niet kort na de koop defect kon geraken, zijn gesteld noch gebleken.
4.20.
Uit het voorgaande volgt dat geen van de door [eiseres] gestelde aspecten tot de conclusie kunnen leiden dat de auto ten tijde van de koop nonconform was. Daarom had (en heeft) [eiseres] niet de bevoegdheid om de koopovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden. De koopovereenkomst is dus niet beëindigd door ontbinding.
Is de koopovereenkomst vernietigbaar wegens de gestelde dwaling? Nee
4.21.
[eiseres] heeft aan de vorderingen tot terugbetaling van de koopsom en tot terugname van de auto tevens ten grondslag gelegd de stelling, dat – zo begrijpt de kantonrechter – de koopovereenkomst vernietigbaar is omdat zij de auto niet gekocht had indien [gedaagde] haar had gemeld dat de auto eerder schade had gehad (een zogenoemde schadeauto is). [eiseres] doet hiermee een beroep op dwaling als bedoeld in artikel 6:228 BW. Vernietiging van de koopovereenkomst brengt met zich dat [gedaagde] aan haar de koopsom moet retourneren en de auto terug moet nemen, aldus [eiseres] .
4.22.
Dit beroep op dwaling en de gevolgen daarvan slaagt niet. Daartoe overweegt de kantonrechter het volgende. Dit beroep op dwaling zou kunnen slagen als
onder meervaststaat dat de auto eerder schade heeft gehad. Zoals onder 4.9. is overwogen en geoordeeld, kan niet worden vastgesteld dat daarvan sprake is. Van
schendingvan de
mededelingsplichtdat van eerdere schade sprake is
,zoals [eiseres] heeft gesteld, kan dan ook geen sprake zijn. Reeds daarom slaagt het beroep van [eiseres] op dwaling en de gevolgen daarvan niet. Overigens, [gedaagde] kan alleen een verwijt worden gemaakt van het niet delen van informatie waarvan hij vóór of ten tijde van de koop kennis had en die voor
[eiseres] van belang zijn voor haar beslissing om de auto wel of niet kopen en, zo ja, voor hoeveel. Het niet melden van informatie waarvan [gedaagde] toen geen weet had, kan hem niet worden verweten.
Herstelkosten
4.23.
De op onder meer artikel 7:10 lid 3 BW gebaseerde vordering tot veroordeling van [gedaagde] tot vergoeding van de door [eiseres] gestelde gemaakte herstelkosten wijst de kantonrechter af, omdat de koopovereenkomst niet buitengerechtelijk is ontbonden aangezien [eiseres] niet de bevoegdheid daartoe had (en evenmin heeft) en de koopovereenkomst evenmin vernietigd is. De gestelde gemaakte herstelkosten komen en blijven voor rekening en risico van [eiseres] .
Conclusie
4.24.
Uit het voorgaande volgt dat geen van de hoofdvorderingen kunnen worden toegewezen De nevenvorderingen worden daarom eveneens afgewezen.
De proceskosten
4.25.
[eiseres] heeft ongelijk gekregen. Zij wordt daarom in de kosten veroordeeld. Dit betekent dat zij haar eigen proceskosten moet dragen en de proceskosten van [gedaagde] aan hem moet betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden tot heden begroot op nihil.
Uitvoerbaar bij voorraad
4.26.
De veroordeling van [eiseres] om de proceskosten van [gedaagde] te betalen wordt niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat [gedaagde] dat niet gevraagd heeft.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vorderingen af.
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de kosten; zij moet de kosten van [gedaagde] aan hem betalen, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Ramsaroep, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 16 augustus 2023.

Voetnoten

1.Zie productie VI van [eiseres] en productie 2 van [gedaagde] .
2.Zie productie IV van [eiseres] .
3.Zie productie III van [eiseres] en productie 4 van [gedaagde] .
4.Zie productie VI van [eiseres] .
5.Zie de twee na laatste pagina van productie VI van [eiseres] .
6.van 27 juni 2018 (ECLI:NL:RBNHO:2018:5363).
8.Zie productie VI van [eiseres] .
9.Zie productie VI van [eiseres] .