Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen: ‘ [eiseres] ’,
eisende partij,
wonende en zaakdoende te [plaats] ,
verder ook te noemen: ‘ [gedaagde] ’,
gedaagde partij,
procederend in persoon.
1.De procedure
- de dagvaarding, uitgebracht op 29 maart 2023;
- de reactie van [A] namens [gedaagde] (conclusie van antwoord), ontvangen op 12
mei 2023;
- de akte overleggen producties van [eiseres] , ontvangen op 15 juni 2023.
2.Wat is er gebeurd?
€ 605,00 inclusief btw. De kosten voor het plaatsen van de banners bedroeg € 217,80 per maand inclusief btw, voor een duur van 12 maanden.
3.Wat wil [eiseres] en wat vindt [gedaagde] ervan?
€ 217,80 en de eenmalige factuur van € 605,00 ter zake de branded content onbetaald te laten. Verder heeft [eiseres] gesteld dat zij buitengerechtelijke incassokosten heeft gemaakt, omdat zij pogingen heeft gedaan de vordering buiten rechte betaald te krijgen.
3.4. Op de mondelinge behandeling heeft [eiseres] aangevoerd dat zij zich wél flexibel heeft opgesteld. Zij heeft immers op verzoek van [gedaagde] een wijziging voor het brandend content artikel doorgevoerd, zodat de plaatsing ten behoeve van regio Noord-Brabant kwam in plaats van Noord-Holland. [eiseres] heeft aangevoerd dat [gedaagde] niet heeft gevraagd om verschuiving van de reguliere advertenties (de banners) en dat [eiseres] daar gebruikelijk wel aan zou hebben meegewerkt. [eiseres] heeft verder niet aangedrongen op betaling gedurende de lockdowns, zodat [gedaagde] de kans had om weer geld te verdienen. [eiseres] heeft bij haar akte overleggen producties aanvullende sommaties in het geding gebracht, betreffende betalingsverzoeken via WhatsApp.
4.Wat vindt de kantonrechter ervan?
Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten(hierna: ‘het Besluit’) van toepassing is, nu het verzuim na 30 juni 2012 is ingetreden. [gedaagde] heeft niet als consument, maar beroeps- of bedrijfsmatig gehandeld. Een aanmaning als bedoeld in artikel 6:96, zesde lid, BW (ook wel een ‘veertiendagenbrief’ genoemd) is in dat geval niet vereist om aanspraak te kunnen maken op de buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter zal daarom het verweer van [gedaagde] dat zij niet alle aanmaningen heeft ontvangen, passeren. Bovendien blijkt uit productie 6 van de door [eiseres] overgelegde akte dat [gedaagde] ook door middel van WhatsApp berichten is aangesproken op betaling. De kantonrechter stelt daarom vast dat [eiseres] voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag van € 425,08 komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en wordt toegewezen.
krijgt. De proceskosten worden begroot op:
- dagvaarding € 110,55
- griffierecht € 487,00
- salaris gemachtigde
€ 464,00(2 punten x tarief € 232,00)
Totaal € 1.061,55.