ECLI:NL:RBMNE:2023:4246

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 augustus 2023
Publicatiedatum
14 augustus 2023
Zaaknummer
16-059387-22
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van verkrachting met betrekking tot de verklaring van de aangeefster en de context van de relatie

In de strafzaak tegen de verdachte, die op 21 augustus 2019 in [woonplaats] zou hebben geprobeerd de aangeefster te verkrachten, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 9 augustus 2023 uitspraak gedaan. De zaak werd behandeld op tegenspraak, waarbij de rechtbank kennisnam van de vordering van de officier van justitie, mr. A. Drogt, en de verdediging door mr. S.J.F. van Merm, advocaat te Maastricht. De aangeefster had aangifte gedaan van verkrachting door haar toenmalige echtgenoot, waarbij zij geluidsopnames had gemaakt van de seksuele handelingen. De officier van justitie stelde dat de aangifte en de opnames onmiskenbaar bewijs waren voor de verkrachting, terwijl de verdediging betwistte dat de seks tegen de wil van de aangeefster had plaatsgevonden en stelde dat de verklaring van de aangeefster niet betrouwbaar was.

De rechtbank overwoog dat de verklaring van de aangeefster in de context van de relatie tussen haar en de verdachte moest worden bezien. De rechtbank concludeerde dat, hoewel de aangeefster tijdens de seks had aangegeven dat ze het niet wilde, de verklaring van de verdachte over de toedracht niet geheel onaannemelijk was. De rechtbank achtte de verklaring van de aangeefster niet volledig betrouwbaar en oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de voor verkrachting vereiste dwang had plaatsgevonden. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten.

Daarnaast had de benadeelde partij, de aangeefster, een schadevergoeding gevorderd van € 3.815,44, maar omdat de verdachte werd vrijgesproken, verklaarde de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering. De rechtbank veroordeelde de benadeelde partij in de kosten van de verdachte, die tot dat moment op nihil werden begroot.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/059387-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 9 augustus 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1986 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[adres] , [postcode] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 15 maart 2023 en 26 juli 2023. De zaak is inhoudelijk behandeld op 26 juli 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A. Drogt en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. S.J.F. van Merm, advocaat te Maastricht, alsmede hetgeen mr. T.C. Coomans namens de benadeelde partij naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 21 augustus 2019 te [woonplaats] door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten
- door [benadeelde] op bed te duwen en/of
- door op die [benadeelde] te gaan zitten en/of
- door tegen die [benadeelde] te zeggen "Ga het zuigen, ga het likken. Je moet het doen zodat er niet wat anders uit je mond komt", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- door die [benadeelde] bij haar hoofd en/of armen vast te houden en/of door tegen die [benadeelde] te zeggen "Ga maar op mijn geslachtsorgaan kotsen", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- door die [benadeelde] aan haar haar te trekken en/of
- door zijn penis in de mond van die [benadeelde] te duwen en/of
- door de pyjamabroek van die [benadeelde] uit te trekken en/of
- door die [benadeelde] bij de keel vast te houden en/of
- door zijn penis in de vagina van die [benadeelde] te duwen en/of
- door één of meer vingers in de anus van die [benadeelde] te duwen,
[benadeelde] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde] , te weten
- het duwen van zijn penis in de mond en/of vagina van die [benadeelde] en/of
- het duwen van één of meer vingers in de anus van die [benadeelde] ;
( art 242 Wetboek van Strafrecht )

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Zij heeft hiertoe aangevoerd dat de aangifte en de uitwerking van de opnames er onmiskenbaar op wijzen dat aangeefster seks met verdachte tegen haar wil heeft gehad.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde. Hij heeft hiertoe, onder meer en kort gezegd, aangevoerd dat verdachte betwist dat de seks tegen de wil van aangeefster heeft plaatsgevonden en de verklaring van aangeefster niet betrouwbaar is, nu niet kan worden uitgesloten dat aangeefster de aangifte uit wraak heeft gedaan, omdat verdachte van haar wilde scheiden.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De officier van justitie heeft gesteld dat het feit kan worden bewezen op basis van de door haar als betrouwbaar aangemerkte aangifte en het proces-verbaal waarin de audio-opname is uitgewerkt.
Aangeefster heeft aangifte gedaan van verkrachting door verdachte, haar toenmalige echtgenoot. De verkrachting vond plaats op 21 augustus 2019 op de slaapkamer van de echtelijke woning. Zij heeft van de verkrachting geluidsopnames gemaakt, waarop onder meer te horen is dat aangeefster en verdachte seks hebben, dat aangeefster meermalen moet kokhalzen en dat aangeefster tegen verdachte zegt dat hij moet stoppen, dat ze het niet wil en dat het pijn doet. Bij de RC heeft zij verklaard dat er tijdens de seks geen sprake was van rollenspellen.
De verdediging heeft de authenticiteit van de opname niet betwist, maar de interpretatie daarvan wel. Verdachte heeft verklaard dat geen sprake is geweest van dwang, maar dat hij en aangeefster op seksueel gebied experimenteerden, dat zij regelmatig rollenspellen spelen en dat zij van ruwe seks houden. Het feit dat aangeefster soms moet kokhalzen tijdens het pijpen, maakte onderdeel uit van de seksuele belevenis.
Onbetwist is dat verdachte en aangeefster op 21 augustus 2019 in de slaapkamer van de echtelijke woning in [woonplaats] seks hebben gehad, waarvan de geluiden zijn opgenomen. Te horen is dat verdachte tijdens de seks dominant gedrag vertoont zoals in de tenlastelegging omschreven.
De rechtbank overweegt dat de verklaring van aangeefster moet worden bezien in de context van alle omstandigheden van de zaak, te weten -kort gezegd- bijna ex-partners met een slechte verstandhouding die nog steeds de woning en de slaapkamer delen.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op die context en de niet geheel onaannemelijke verklaring van verdachte over de toedracht, de verklaring van aangeefster dat de seks tegen haar wil plaatsvond niet buiten twijfel kenbaar was voor verdachte. De rechtbank acht de verklaring van aangeefster op dit punt dan ook niet volledig betrouwbaar.
Dat in de geluidsfragmenten is te horen dat aangeefster tegen verdachte zegt dat hij moet stoppen en zij het niet wil, maakt dit, in de gegeven situatie, niet anders.
De rechtbank acht daarom niet wettig en overtuigend bewezen dat de voor verkrachting vereiste dwang heeft plaatsgevonden en zal verdachte vrijspreken.

5.BENADEELDE PARTIJ

[benadeelde] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 3.815,44. Dit bedrag bestaat uit € 815,44 materiële schade en € 3.000,00 immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte ten laste gelegde feit.
5.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering tot schadevergoeding volledig toe te wijzen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
5.2
Het standpunt van de verdediging
Gelet op de bepleite vrijspraak heeft de verdediging verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering te verklaren.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu verdachte van het ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

6.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Benadeelde partij [benadeelde]
  • verklaart [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Edgar, voorzitter, mrs. A.J.P. Schotman en J.H.C. van Ginhoven, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Broere, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 9 augustus 2023.
Mrs. A.J.P. Schotman en J.H.C. van Ginhoven zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.