Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De verdere procedure
- de oproeping van [gedaagde] door [eiseres] voor deze rechtbank
- de conclusie van dupliek in dat incident van [gedaagde] .
2.De feiten en het geschil
(“nader in deze procedure te bepalen”)schade te vergoeden,
3.De beoordeling
(1) degene die de vordering instelt, dient een rechtmatig belang te hebben, en
(2) het moet gaan om bepaalde bescheiden (3) aangaande een rechtsbetrekking waarin de eiser of zijn rechtsvoorganger partij is.
Is aan deze voorwaarden voldaan, dan bestaat op grond van art. 843a lid 4 Rv desalniettemin geen gehoudenheid tot overlegging van de bescheiden indien daarvoor gewichtige redenen bestaan, of indien redelijkerwijs aangenomen kan worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd. In dat kader kan de rechter de belangen van partijen afwegen.
4.De beslissing
woensdag 4 oktober 2023, voor antwoord aan de zijde van [gedaagde] ,