ECLI:NL:RBMNE:2023:4198

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 januari 2023
Publicatiedatum
10 augustus 2023
Zaaknummer
10100970
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst bij de verkoop van een tweedehands camper met gebreken

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 18 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en [gedaagde] over de koop van een tweedehands camper. [Eiser] heeft de camper op 5 mei 2022 gekocht van [gedaagde] voor € 44.500,00. Na de aankoop heeft [eiser] diverse gebreken aan de camper geconstateerd, waaronder vocht- en schadeproblemen, en heeft hij [gedaagde] aansprakelijk gesteld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een consumentenkoop en dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst. De rechter oordeelde dat de camper niet voldeed aan de verwachtingen die [eiser] op basis van de koopovereenkomst mocht hebben, en dat de gebreken al bij de levering aanwezig waren. Hierdoor was [eiser] gerechtigd om de koopovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden. De kantonrechter heeft [gedaagde] veroordeeld tot terugbetaling van de koopsom en schadevergoeding aan [eiser], evenals de proceskosten. De uitspraak benadrukt de mededelingsplicht van de verkoper en de rechten van de koper bij gebreken aan de gekochte zaak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 10100970 UC EXPL 22-6188 MRv/48356
Vonnis van 18 januari 2023
inzake
[eiser],
wonende te [woonplaats 1] ,
verder ook te noemen: [eiser] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. I.A.W. van den Broek,
tegen:
[gedaagde] , handelend onder de naam [handelsnaam],
wonende te [woonplaats 2] ,
verder ook te noemen: [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties van 1 september 2022;
- de conclusie van antwoord, ingekomen op 17 oktober 2022;
- het aanvullende mondelinge verweer van [gedaagde] op de rolzitting van 18 oktober 2022, waarvan een proces-verbaal is opgesteld;
- de akte met producties 13 en 14 van [eiser] , ingekomen op 6 december 2022;
- de akte wijziging van eis, op voorhand toegezonden op 9 december 2022.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 15 december 2022. [eiser] is verschenen, vergezeld van zijn partner en zijn gemachtigde. Ook [gedaagde] is verschenen. Partijen hebben hun standpunten toegelicht en antwoord gegeven op de vragen van de kantonrechter. [gedaagde] heeft een pleitnota overgelegd. De kantonrechter heeft [gedaagde] meegedeeld dat de daarin verwoorde tegenvordering te laat is ingediend en niet meer in behandeling kan worden genomen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat tijdens de mondelinge behandeling is besproken.
1.3.
Aan het slot van de zitting heeft de kantonrechter meegedeeld dat op 18 januari 2023 vonnis zal worden gewezen.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1.
Op 5 mei 2022 heeft [eiser] via een advertentie op Marktplaats.nl van [gedaagde] een Fiat Ducato Trigano Granduca, met kenteken [kenteken] , kilometerstand 60.496 en bouwjaar 2011 (hierna: de camper) gekocht voor een koopsom van € 44.500,00.
2.2.
In de koopovereenkomst staat, voor zover van belang, het volgende:

1. Partijen
A. Verkoper van de camper
(Handels)naam: [gedaagde]
Adres: [straat] [nummeraanduiding 1]
Postcode + Woonplaats: [postcode] [woonplaats 2]
[…]
Aanwezige schade tijdens verkoop:
Geen schade
[…]
De camper wordt verkocht zonder keuring
[…]

6.Overige afspraken

- De distributieriem is door mij gecontroleerd en ziet eruit als nieuw
- De camper heeft geen vochtschade
2.3.
Op 12 mei 2022 heeft [eiser] aan [gedaagde] gemeld dat hij op diverse plekken in de camper (vocht)schade heeft geconstateerd.
2.4.
[eiser] heeft vervolgens [onderneming 1] , een keuringsbedrijf voor campers, de camper laten keuren. Op 20 mei 2022 heeft [onderneming 1] een rapport van haar bevindingen opgemaakt. Hierin staat bij wijze van samenvatting als conclusie vermeld:

Een camper die niet koopbaar is de bodemplaat is gescheurd dit komt door dat de camper een klap heeft gemaakt en de zijwand de bodemplaat heeft verdrukt. Hier door is alles ontzet en is er lekkage ontstaan. Eigenlijk is het dus een camper met schade.
- Kit werk op het dak moet vervangen worden is verouderd.
- Zijwand links en rechts zit vocht de kosten zijn niet te overzien.
- Bodemplaat moet vervangen worden compleet.
- Gasslangen en drukregelaar vervangen.
- Banden verouderd
De kosten van de herstel werkzaam heden zullen extreem hoog zijn, het houd in dat de
hele camper voorzien moet worden van een nieuwe bodemplaat. De binnen kant van de
hele camper moet worden gedemonteerd en dan moet alle wanden gedemonteerd
worden ook van het dak. Hierna moet alle vochtschade hersteld worden en alles weer
opnieuw op gebouwd worden.
2.5.
Op 27 mei 2022 is [eiser] bij [gedaagde] langs geweest om het expertiserapport van [onderneming 1] van 20 mei 2022 te bespreken en de gebreken door [gedaagde] te laten bekijken.
2.6.
Bij brief van 2 juni 2022 van zijn gemachtigde heeft [eiser] [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor de geconstateerde gebreken aan de camper en [gedaagde] een termijn van 14 dagen gesteld om te bevestigen dat hij deze gebreken volledig zal herstellen. [gedaagde] heeft hierop niet gereageerd. [eiser] heeft [gedaagde] in deze brief bovendien een onderzoek door een onafhankelijke expert aangekondigd en heeft [gedaagde] uitgenodigd dat onderzoek bij te wonen. [gedaagde] heeft laten weten dat hij daar niet bij wilde zijn.
2.7.
Op 19 juli 2022 heeft [eiser] [onderneming 2] (hierna: [onderneming 2] ) onderzoek laten doen naar de camper. Op 2 augustus 2022 heeft [onderneming 2] een rapport van haar bevindingen opgemaakt. Hierin staat, voor zover relevant, het volgende:

De bodemplaat is aan de linker zijde, gelegen aan de buitenzijde van de linker chassisbalk, over een aanzienlijke lengte gescheurd/gebroken en niet meer met elkaar verbonden. De door de scheur/breuk ontstane opening is gekit. De kit is aan de buitenzijde van de scheur/breuk aangebracht. Door frictie van de gebroken bodemplaat heeft de kit niet afdoende gefunctioneerd en konden weersinvloeden de binnenzijde van de bodemplaat aantasten.(…)
Vlak naast de omschreven scheur staat de linkerzijwand. Gezien het sporenbeeld (…) heeft de linkerzijde een deformatie ondergaan. (…)
Samenvatting:
Uit het bovenstaande is het volgende op te maken:
• Aanrijdingschade, verouderde kit op de overgangsnaden (bijv. dak/zijpanelen/vloer), verouderde raam/luik-afdichtingen kunnen als oorzaak voor het ongemerkt inwateren worden aangemerkt.
• In het onderhavige geval is de linkerzijschade, inclusief vloer, de oorzaak voor het inwateren
en het aantasten van de vloer en wanden.
• Gezien de vochtschade aan de binnenwanden moet van de Camper de aangetaste panelen,
voorzien van gefineerde beplating, worden vervangen. In het herstelplan zal ook de deformatiezone aan de linkerzijde van de Camper opgenomen moeten worden. Omdat ook op diverse plaatsen het dak niet afdoende afsluit zullen de kitverbindingen tussen het dak en de wanden gecontroleerd en/of vervangen moeten worden. Zo ook de afdichtingen van luiken en ramen.
• De vloer moet worden vervangen, hiervoor zal de gehele in/opbouw van de Camper verwijderd moeten worden.
• De banden zijn gezien het productiejaar aan vervanging toe.
• Startaccu is aan vervanging toe.
• De zonnepanelen zullen op hun capaciteit gemeten moeten worden. Als de capaciteit gelijk is aan de voorgeschreven waarden dan is de accu aan vervanging toe.
• De meting van de vuilwatertank vindt plaats middels een vlotter/niveausprieten. Wanneer de bedrading vrij is van corrosie kan worden gecontroleerd of de vlotter/niveausprieten de juiste stand doorgeeft.
• Wederpartij zal aantoonbaar moeten maken dat in 2019 de distributie werd vervangen.
Als wederpartij dat niet kan aantonen moet overgegaan worden tot het vervangen van de
distributie. Door verzuim van de intervalvoorschriften “distributie” kan door veroudering/slijtage de distributie falen met als gevolg een motorschade.
Antwoord op vragen van de opdrachtgever:
1. (…)
2. Voor zover zichtbaar waren alle aangetroffen gebreken aanwezig ten tijde van de aankoop.
3. Het aangetroffen vochtgehalte, tijdens de metingen vastgesteld, zorgt voor schimmelvorming,
herstel/vervanging is noodzakelijk.
4. De vloer is in de lengte gescheurd, de vloer moet worden vervanging.
5. Het herstel van de aangetroffen gebreken inclusief de vochtschade zal door een bedrijf, welke gespecialiseerd is in herstel van Campers, moeten worden vastgesteld. De schatting van [onderneming 2] is ca € 25.000,00 inclusief BTW.
6. De huidige waarde van de onderzochte Camper wordt door [onderneming 2] , na een rondgang bij
opkopers, geschat op € 18.000,00 (marge).
2.8.
Bij e-mail van 3 augustus 2022 heeft [eiser] het rapport van [onderneming 2] aan [gedaagde] toegestuurd, de tussen partijen gesloten koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden en [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor de schade.
[eiser] heeft conservatoir beslag doen leggen om verhaal van zijn vordering zeker te stellen.
2.9.
[eiser] vordert in deze procedure – na vermeerdering van eis – verklaringen voor recht dat (i) [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst en
(ii) [eiser] de koopovereenkomst met [gedaagde] op 3 augustus 2022 rechtsgeldig heeft ontbonden. [eiser] vordert daarnaast veroordeling van [gedaagde] om aan hem terug te betalen het bedrag van € 44.500,00 aan koopsom. [eiser] vordert ook vergoeding van zijn schade, bestaande uit (i) € 799,80 aan deskundigenkosten, (ii) € 121,00 aan stallingskosten en (iii) € 600,80 aan verzekeringskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente. [eiser] vordert verder betaling van de buitengerechtelijke incassokosten, beslagkosten, proceskosten, en de nakosten, ook te vermeerderen met de wettelijke rente.
2.10.
[gedaagde] is het niet eens met de vorderingen van [eiser] en concludeert tot afwijzing hiervan met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.

3.De beoordeling

3.1.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
Consumentenkoop
3.2.
Tussen partijen is in geschil of sprake is van een consumentenkoop in de zin van artikel 7:5 BW. Onder een consumentenkoop wordt verstaan de koop met betrekking tot een roerende zaak, die wordt gesloten door een verkoper die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, en een koper, natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
3.3.
De kantonrechter stelt vast dat sprake is van een consumentenkoop als bedoeld in artikel 7:5 BW en overweegt hiertoe als volgt. Dat [eiser] als consument handelde staat niet ter discussie. [eiser] heeft gemotiveerd gesteld dat [gedaagde] bij de verkoop handelde in uitoefening van zijn bedrijf, te weten eenmanszaak [handelsnaam] . [gedaagde] heeft dit betwist en voert aan dat hij weliswaar eigenaar is van de eenmanszaak [handelsnaam] , maar dat hij de camper in privé heeft gebruikt en als zodanig aan [eiser] heeft verkocht. De kantonrechter volgt [gedaagde] niet in zijn verweer. De camper werd via de bedrijfspagina van [handelsnaam] op Marktplaats.nl te koop aangeboden. In de advertentie is met een link verwezen naar de website van [handelsnaam] . [eiser] mocht er om genoemde redenen vanuit gaan dat de camper aan hem werd verkocht in de uitoefening van het bedrijf van [gedaagde] . Weliswaar heeft [gedaagde] aangevoerd dat in de koopovereenkomst zijn privéadres [straat] [nummeraanduiding 1] te [woonplaats 2] is vermeld, maar dit is niet doorslaggevend. Dit is het nummer van een ruimte gelegen boven de garage/werkplaats van [handelsnaam] aan de [straat] [nummeraanduiding 2] .
De verdere beoordeling
3.4.
De kantonrechter zal de vorderingen van [eiser] toewijzen. Dat betekent dat [gedaagde] de proceskosten van [eiser] moet betalen. Hierna wordt uitgelegd waarom.
3.5.
Tussen partijen is in geschil of sprake is van een tekortkoming in de nakoming aan de kant van [gedaagde] , op grond waarvan [eiser] de koopovereenkomst buitengerechtelijk mocht ontbinden. Voor de beantwoording van deze vraag moet worden vastgesteld of de camper beantwoordt aan de koopovereenkomst.
3.6.
Op grond van artikel 7:17 lid 1 BW moet een afgeleverde (gekochte) zaak aan de overeenkomst voldoen. Uit het tweede lid van dit artikel volgt dat een zaak niet aan de overeenkomst voldoet als zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper daarover heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van die overeenkomst mocht verwachten. De gekochte zaak, in dit geval de camper, moest bij de aflevering dus aan deze eisen voldoen. Op grond van artikel 7:18 lid 2 BW wordt vermoed dat het gebrek al bij levering bestond, wanneer dit gebrek zich binnen zes maanden na levering openbaart. Als de afgeleverde zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt dan heeft de koper bij een consumentenkoop op grond van artikel 7:22 lid 1 BW onder meer de bevoegdheid om de overeenkomst te ontbinden. Tegen deze achtergrond overweegt de kantonrechter als volgt.
3.7.
[eiser] heeft gemotiveerd gesteld dat sprake is van een tekortkoming aan de kant van [gedaagde] nu sprake is van gebreken aan de camper en de camper niet de eigenschappen bezit die hij op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. [eiser] heeft zijn stellingen onderbouwd door overlegging van onder meer twee expertiserapporten.
[gedaagde] betwist dat sprake is van een tekortkoming in de nakoming aan zijn kant en voert hiertoe aan dat [eiser] niet aan zijn onderzoeksplicht heeft voldaan door van een aankoopkeuring af te zien. Volgens [gedaagde] kan de schade zoals weergegeven in de expertiserapporten niet zo erg zijn, omdat hij geen schade heeft gereden met de camper. [gedaagde] voert verder aan dat hij ‘nog steeds bereid is’ om de schade te repareren.
3.8.
De kantonrechter volgt [gedaagde] niet in zijn verweer. Uit de overgelegde stukken blijkt naar het oordeel van de kantonrechter afdoende dat sprake is van (ernstige) gebreken aan de camper. [gedaagde] heeft het bestaan van deze gebreken onvoldoende gemotiveerd betwist, zodat wordt uitgegaan van de juistheid van de stellingen van [eiser] . De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] deze gebreken niet behoefde te verwachten op grond van de koopovereenkomst. Als onbetwist gesteld staat immers vast dat [gedaagde] bij de verkoop van de camper aan [eiser] desgevraagd heeft meegedeeld dat de camper geen schade heeft (gehad) en de camper in het bijzonder geen vochtschade heeft (gehad). Op verzoek van [eiser] is ook uitdrukkelijk in de koopovereenkomst opgenomen dat de camper zonder schade wordt verkocht en dat de camper geen (vocht)schade heeft (gehad). [eiser] heeft op de zitting toegelicht dat hij hier juist naar gevraagd heeft en zekerheid wilde in het contract omdat dit een veel voorkomend euvel is van campers. De kantonrechter overweegt dat niet goed te begrijpen valt dat [eiser] bij de koop van een 11 jaar oude tweedehands camper heeft afgezien van een aankoopkeuring, maar de mededelingsplicht van [gedaagde] prevaleert boven de onderzoeksplicht van [eiser] , temeer nu laatstgenoemde uitdrukkelijk heeft gevraagd naar vochtproblemen en eventuele andere schade en [gedaagde] in de overeenkomst heeft vermeld dat daarvan geen sprake was. [gedaagde] heeft naar het oordeel van de kantonrechter niet aan zijn mededelingsplicht voldaan. Het standpunt van [gedaagde] dat er nooit schade is gereden met de camper en dat de schade dus niet zo erg kan zijn, heeft [eiser] gemotiveerd weersproken. [eiser] heeft hiertoe gemotiveerd gesteld dat hij de eigenaar van de camper vóór [gedaagde] heeft achterhaald en dat deze, de heer [A] , heeft verklaard dat hij de camper in goede staat en zonder de nu spelende gebreken aan [gedaagde] heeft verkocht. [gedaagde] heeft dit niet weersproken. Voorts is vast komen te staan dat de gebreken zich binnen zes maanden na de levering aan [eiser] hebben geopenbaard, zodat ingevolge het bewijsvermoeden van artikel 7:18 lid 2 BW moet worden vermoed dat deze gebreken al bij levering bestonden. Om het vermoeden van artikel 7:18 lid 2 BW te weerleggen, is nodig dat bewijs van het tegendeel wordt geleverd. Het is in dit verband dus aan [gedaagde] om te stellen en zo nodig te bewijzen dat de gebreken aan de camper ten tijde van levering niet aanwezig waren. [gedaagde] heeft dit niet, althans onvoldoende gedaan. Ook het standpunt van [gedaagde] dat hij heeft aangeboden en nog steeds bereid is de gebreken aan de camper te herstellen is ontoereikend. [eiser] heeft [gedaagde] in de gelegenheid gesteld om tot herstel van de gebreken over te gaan, maar [gedaagde] heeft daarop niet gereageerd. Ook de uitnodiging van [eiser] om de tweede expertise op 19 juli 2022 bij te wonen heeft [gedaagde] afgeslagen. In een gesprek nadien heeft hij de problemen gebagatelliseerd. Op de zitting heeft [gedaagde] gezegd de gebreken te willen herstellen, maar op zijn wijze en niet alles wat de deskundigen hebben genoemd. De kantonrechter overweegt dat het inmiddels te laat is om de gebreken nog te willen herstellen, nu [eiser] daartoe eerder een redelijke termijn heeft gesteld en nadien de koopovereenkomst op 3 augustus 2022 buitengerechtelijk heeft ontbonden.
3.9.
Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de camper niet heeft beantwoord aan de overeenkomst, zodat sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst aan de kant van [gedaagde] en [eiser] gerechtigd was de koopovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden. De in dit verband gevorderde verklaringen van recht worden toegewezen.
Koopsom
3.10.
De ontbinding van de koopovereenkomst leidt ertoe dat partijen van hun verbintenissen zijn bevrijd (artikel 6:271 BW). De gevorderde veroordeling van [gedaagde] tot terugbetaling aan [eiser] van de koopsom van € 44.500,00 wordt toegewezen. Voor zover dat nog niet is gebeurd zal [eiser] de camper per direct aan [gedaagde] moeten teruggeven.
Schadevergoeding
3.11.
[eiser] vordert veroordeling van [gedaagde] tot betaling van schadevergoeding. Vast is komen te staan dat de camper niet beantwoordt aan de overeenkomst en dat dit een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst aan de kant van [gedaagde] oplevert. Deze tekortkoming kan aan [gedaagde] worden toegerekend. [eiser] heeft [gedaagde] bij brief van
2 juni 2022 in gebreke gesteld en in de gelegenheid gesteld de tekortkoming te herstellen, maar dat heeft [gedaagde] niet gedaan. [gedaagde] is in verzuim komen te verkeren en moet daarom de schade van [eiser] aan hem vergoeden. De gevorderde schadevergoeding bestaat uit de kosten die [eiser] heeft gemaakt voor de deskundigenonderzoeken en de kosten voor het stallen van de camper en de camperverzekering in de periode na ontbinding van de koopovereenkomst op 3 augustus 2022. [eiser] heeft zijn vordering onderbouwd met stukken waaruit blijkt dat hij deze kosten heeft gemaakt. [gedaagde] heeft deze bedragen niet weersproken, zodat [gedaagde] zal worden veroordeeld tot betaling van deze bedragen.
3.12.
De gevorderde wettelijke rente over deze schade zal worden toegewezen zoals hierna bepaald.
Buitengerechtelijke incassokosten
3.13.
[eiser] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
3.14.
De wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten wordt eveneens toegewezen zoals hierna bepaald.
Beslagkosten
3.15.
[eiser] heeft in de aanloop naar deze procedure ter zekerheidsstelling van zijn vordering conservatoir (derden)beslag doen leggen onder de Rabobank U.A. en op
4 personenauto’s die op naam van [gedaagde] staan. [eiser] vordert vergoeding van de beslagkosten. Nu is gebleken dat [eiser] de koopovereenkomst terecht heeft ontbonden en [gedaagde] de koopsom en schadevergoeding aan [eiser] had moeten voldoen, is het beslag terecht gelegd. [gedaagde] moet daarom de beslagkosten vergoeden.
3.16.
De hoogte van de beslagkosten is door [eiser] niet nader gespecificeerd. [eiser] heeft ter onderbouwing van deze vordering alleen het verzoekschrift tot het leggen van conservatoir beslag met verlof en de overbetekening van het beslagexploot aan de Rabobank U.A. overgelegd. Uit de stukken valt echter niet op te maken wat de hoogte van de verschotten is ten aanzien van de beslaglegging op 4 personenauto’s van [gedaagde] . De kantonrechter kan alleen vergoeding toewijzen van de beslagkosten die uit de overgelegde stukken zijn op te maken, te weten € 86,14 aan explootkosten, € 314,00 aan griffierecht en
1 punt aan salaris gemachtigde. Al deze posten worden toegewezen en hierna (zie
onder 3.17.) in de berekening van de proceskosten meegenomen.
Proceskosten
3.17.
[gedaagde] heeft ongelijk gekregen. Hij wordt daarom in de kosten veroordeeld. Dat betekent dat hij de proceskosten van [eiser] aan hem moet betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding € 135,88
- explootkosten € 86,14
- griffierecht € 693,00 [1]
- salaris gemachtigde €
2.244,00(3 punten x tarief € 748,00)
Totaal € 3.159,02
3.18.
De gevorderde nakosten zijn toewijsbaar zoals hierna bepaald.
3.19.
De gevorderde wettelijke rente over de proces- en nakosten wordt eveneens toegewezen zoals hierna bepaald.
Uitvoerbaar bij voorraad
3.20.
Tegen de door [eiser] gevorderde uitvoerbaar bij voorraadverklaring van de veroordelingen tot betaling heeft [gedaagde] geen verweer gevoerd. Evenmin zijn feiten en/of omstandigheden gebleken die deze vordering in de weg staan. De veroordelingen worden daarom uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
verklaart voor recht dat [gedaagde] is tekortschoten in de nakoming van zijn verplichtingen tegenover [eiser] uit hoofde van de koopovereenkomst;
4.2.
verklaart voor recht dat [eiser] de koopovereenkomst op 3 augustus 2022 rechtsgeldig heeft ontbonden;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen € 44.500,00 aan koopsom;
4.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen € 1.521,60 aan schadevergoeding (bestaande uit € 799,80 aan deskundigenkosten, € 121,00 aan stallingskosten en € 600,80 aan verzekeringskosten), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de data van betaling van de betreffende facturen tot de voldoening;
4.5.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen € 1.476,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 17 juni 2022 (datum verzuim) tot de voldoening;
4.6.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten van [eiser] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 3.159,02, waarin begrepen € 2.244,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de voldoening;
4.7.
veroordeelt [gedaagde] wanneer hij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door [eiser] volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 124,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot de betaling;
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de betaling;
4.8.
verklaart de onderdelen 4.3. tot en met 4.7. van dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.R. Creutzberg, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 18 januari 2023.

Voetnoten

1.Bestaande uit € 314,00 aan griffierecht voor het verzoekschrift tot het leggen van conservatoir derdenbeslag en beslag op roerende zaken en € 379,00 (€ 693,00 - € 314,00) aan griffierecht voor deze procedure.