Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.Het verloop van de procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De beoordeling
1.079,00
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiser, een huurder van een woning, gedaagde, zijn zoon, opgeroepen om de woning te verlaten. De situatie tussen hen is verslechterd, met escalaties van fysiek en verbaal geweld, waardoor eiser zich onveilig voelt. Gedaagde verblijft zonder recht of titel in de huurwoning en heeft herhaaldelijk beloofd te vertrekken, maar is daar tot nu toe niet in geslaagd. Eiser stelt dat het verblijf van gedaagde negatieve financiële gevolgen heeft, waaronder een vermindering van zijn huurtoeslag en AOW-uitkering. De voorzieningenrechter oordeelt dat er voldoende spoedeisend belang is voor de vordering van eiser en dat de bodemrechter waarschijnlijk ook tot toewijzing van de ontruimingsvordering zal komen. Gedaagde wordt veroordeeld om de woning binnen 14 dagen te ontruimen, met de mogelijkheid voor eiser om de ontruiming zelf te laten uitvoeren indien gedaagde hier niet aan voldoet. De kosten voor de ontruiming worden niet toegewezen, omdat deze pas na het vonnis gemaakt kunnen worden. Gedaagde wordt ook veroordeeld in de proceskosten van eiser.