ECLI:NL:RBMNE:2023:4147

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 juli 2023
Publicatiedatum
8 augustus 2023
Zaaknummer
16.291627.21
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in de ontnemingsvordering wegens vrijspraak

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 13 juli 2023 uitspraak gedaan in een ontnemingsvordering van de officier van justitie. De vordering was gericht op het vaststellen van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde, die in deze zaak vrijgesproken was van het feit waarop de ontnemingsvordering betrekking had. De zitting vond plaats op 29 juni 2023, waar de officier van justitie, mr. J.R.F. Esbir Wildeman, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. C.Y. Kekik, hun standpunten naar voren brachten. De officier van justitie verzocht om de vordering tot ontneming af te wijzen, terwijl de verdediging hetzelfde verzocht.

De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een veroordeling, zoals vereist op grond van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, omdat de veroordeelde op 13 juli 2023 was vrijgesproken. Hierdoor kon het Openbaar Ministerie niet worden ontvangen in de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank verklaarde de officier van justitie dan ook niet-ontvankelijk in de vordering.

Dit vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. J.F. Haeck en de rechters mrs. A.M.M. Lemmen en B. Vis, in aanwezigheid van griffier mr. M.E. Wolters. De beslissing werd genomen op de openbare terechtzitting van 13 juli 2023.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/291627-21 (ontneming)
Vonnis van de meervoudige kamer op de vordering van de officier van justitie tot ontneming
in de zaak tegen
[veroordeelde]
geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [woonplaats] ,
hierna te noemen: veroordeelde.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

De vordering is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 29 juni 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en de standpunten van officier van justitie mr. J.R.F. Esbir Wildeman en van hetgeen veroordeelde en mr. C.Y. Kekik, advocaat te Rotterdam, waarnemend advocaat voor P.T.P. van der Made, advocaat te Rotterdam, naar voren hebben gebracht.

2.BEOORDELING VAN DE VORDERING

2.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie verzoekt om de vordering tot ontneming af te wijzen.
2.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman verzoekt de vordering tot ontneming af te wijzen.
2.3
Het oordeel van de rechtbank
De ontnemingsvordering van 1 maart 2023 houdt in de vordering dat de rechtbank het bedrag vaststelt waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat en de veroordeelde de verplichting oplegt tot betaling aan de staat van het geschatte voordeel van € 4.850,00.
De veroordeelde is bij vonnis van 13 juli 2023 vrijgesproken van het feit waarop deze ontnemingsvordering ziet. Nu daarmee geen sprake is van een veroordeling, zoals is vereist op grond van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, kan het Openbaar Ministerie niet worden ontvangen in de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
De rechtbank zal de officier van justitie dan ook niet-ontvankelijk verklaren.

3.BESLISSING

De rechtbank:
- verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Haeck. voorzitter, mrs. A.M.M. Lemmen en B. Vis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.E. Wolters, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 juli 2023.
De griffier, de jongste rechter en de oudste rechter zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.