ECLI:NL:RBMNE:2023:4138

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
8 augustus 2023
Zaaknummer
23/1541
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening omgevingsvergunning warmtepomp; beoordeling spoedeisend belang

In deze zaak heeft verzoeker, wonende aan de [adres 1] in [plaats], bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning die op 10 maart 2023 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden is verleend aan vergunninghouder voor het plaatsen van een warmtepomp op het platte dak van de aanbouw van de woning aan de [adres 2] in [plaats]. Verzoeker heeft bij de rechtbank een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, waarop de voorzieningenrechter op 27 juni 2023 uitspraak doet.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het verzoek kennelijk ongegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling overwogen dat er geen spoedeisend belang is. Dit is gebaseerd op een verklaring van vergunninghouder, die heeft bevestigd dat de warmtepomp niet op het platte dak zal worden geplaatst voordat het college een beslissing heeft genomen op het bezwaar van verzoeker. Verzoeker heeft niet gereageerd op een verzoek van de griffier om aan te geven wat het spoedeisende belang is bij het treffen van een voorziening.

De voorzieningenrechter concludeert dat, mocht vergunninghouder de warmtepomp toch plaatsen voordat er op het bezwaar is beslist, deze zonder veel problemen kan worden verwijderd. Daarom wijst de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening af en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 27 juni 2023.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/1541 Rectificatie pagina 1

uitspraak van de voorzieningenrechter van 27 juni 2023 in de zaak tussen

[verzoeker] , uit [plaats] , verzoeker

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden,verweerder
(gemachtigde:
mr. A.M.J. de Braal).

Als derde-partij neemt aan de zaak deel: [vergunninghouder] , uit [plaats]

Partijen worden in deze uitspraak verzoeker, het college en vergunninghouder genoemd.

Inleiding

Verzoeker woont aan de [adres 1] in [plaats] . Met het besluit van 10 maart 2023 heeft het college aan vergunninghouder een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een warmtepomp op het platte dak van de aanbouw van de woning aan de [adres 2] in [plaats] .
Verzoeker heeft bij het college bezwaar gemaakt tegen deze omgevingsvergunning en bij de rechtbank een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op dit verzoek om een voorlopige voorziening.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. Omdat het verzoek kennelijk ongegrond is, doet de voorzieningenrechter uitspraak
zonder zitting. Artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De voorzieningenrechter legt hierna uit waarom het verzoek kennelijk ongegrond is.
2. De voorzieningenrechter treft op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb alleen
een voorlopige voorziening als "onverwijlde spoed" dat vereist. De griffier heeft telefonisch contact gehad met vergunninghouder. In dat contact heeft vergunninghouder verklaard dat hij de warmtepomp in ieder geval niet op het platte dak zal plaatsen voordat het college een beslissing heeft genomen op het bezwaar van verzoeker. Op verzoek van de griffier heeft vergunninghouder dat schriftelijk bevestigd in zijn e-mailbericht van 24 mei 2023.
3. De griffier heeft vervolgens in de brief van 25 mei 2023 aan verzoeker gevraagd om
aan te geven wat op dit moment nog het spoedeisende belang is bij het treffen van een voorziening. Verzoeker heeft hierop niet gereageerd. De voorzieningenrechter komt daarom tot de conclusie dat er geen spoedeisend belang is. Daarbij merkt de voorzieningenrechter op dat, mocht vergunninghouder de warmtepomp alsnog op het platte dak plaatsen voordat er is beslist op bezwaar, deze zonder veel problemen kan worden verwijderd.

Conclusie en gevolgen

4. Het verzoek is kennelijk ongegrond. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom
af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.H.L. Debets, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 27 juni 2023.
de griffier is verhinderd de
uitspraak te ondertekenen
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.