Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 27 juni 2023 in de zaak tussen
[verzoeker] , uit [plaats] , verzoeker
mr. A.M.J. de Braal).
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft verzoeker, wonende aan de [adres 1] in [plaats], bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning die op 10 maart 2023 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden is verleend aan vergunninghouder voor het plaatsen van een warmtepomp op het platte dak van de aanbouw van de woning aan de [adres 2] in [plaats]. Verzoeker heeft bij de rechtbank een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, waarop de voorzieningenrechter op 27 juni 2023 uitspraak doet.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het verzoek kennelijk ongegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling overwogen dat er geen spoedeisend belang is. Dit is gebaseerd op een verklaring van vergunninghouder, die heeft bevestigd dat de warmtepomp niet op het platte dak zal worden geplaatst voordat het college een beslissing heeft genomen op het bezwaar van verzoeker. Verzoeker heeft niet gereageerd op een verzoek van de griffier om aan te geven wat het spoedeisende belang is bij het treffen van een voorziening.
De voorzieningenrechter concludeert dat, mocht vergunninghouder de warmtepomp toch plaatsen voordat er op het bezwaar is beslist, deze zonder veel problemen kan worden verwijderd. Daarom wijst de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening af en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 27 juni 2023.