Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Beoordelingskader in kort geding
- Mitros heeft gemotiveerd toegelicht dat er ten tijde van het aangaan van de huurovereenkomst met de persoon met wie mevrouw [A] heeft geruild geen bezettingsnorm gold voor een 4-kamerappartement. De vergelijking met deze huurder gaat dus niet op;
- na vragen van de voorzieningenrechter heeft mevrouw [A] op de zitting verklaard dat zij van [E] van Mitros telefonisch de bevestiging heeft gekregen dat zij alleen in de woning mocht verblijven. Dit is volgens mevrouw [A] ook schriftelijk bevestigd met de hiervoor onder 2.5 geciteerde e-mail van 7 mei 2022. Maar de voorzieningenrechter leest in deze e-mail niet terug dat mevrouw [A] alleen in de woning mocht wonen. Uit deze e-mail valt alleen af te leiden dat er geen andere mensen dan haar kinderen bij haar mochten komen wonen. Dit naar aanleiding van eerdere aanvragen [A] om samen met andere familieleden een woning te gaan huren. In deze e-mail kan naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet een toestemming van Mitros worden gelezen voor mevrouw [A] om
- het sociaal projectplan waar mevrouw [A] op doelt is, zoals Mitros terecht heeft opgemerkt, van toepassing op het moment dat er voor een huurder
- dat in de toekomst de kinderen van mevrouw [A] weer bij haar zullen inwonen is niet ondenkbaar maar op dit moment allerminst zeker. Mitros toetst het aantal bewoners op het moment van aanvang van de huurovereenkomst. Tussen partijen staat niet ter discussie dat de kinderen op dat moment niet bij mevrouw [A] woonden en dat daar op dat moment ook geen concreet uitzicht op was. Mitros hoeft hier dan ook redelijkerwijs geen rekening mee te houden, omdat op het moment van toetsing niet werd voldaan aan de bezettingsnorm.
498,00