In deze zaak vordert de naamloze vennootschap Achmea Schadeverzekeringen N.V., handelend onder de naam FBTO, betaling van een bedrag van € 195,62, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten, van de gedaagde partij. De gedaagde had op 30 mei 2022 online een autoverzekering aangevraagd en opgegeven dat hij 25 schadevrije jaren had. FBTO accepteerde de aanvraag, maar na controle in Roy-data bleek dat het opgegeven aantal schadevrije jaren niet klopte. FBTO heeft de gedaagde hierover geïnformeerd en hem de mogelijkheid gegeven om het aantal schadevrije jaren te corrigeren. Aangezien de gedaagde hier niet op heeft gereageerd, heeft FBTO de premie verhoogd en een nieuwe polis gestuurd. De gedaagde heeft de verzekering beëindigd zonder het verschuldigde bedrag te betalen.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde een verzekeringsovereenkomst met FBTO heeft gesloten en dat hij de verschuldigde premie moet betalen. De rechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de berichten van FBTO heeft ontvangen en dat hij op de hoogte was van de wijziging in het aantal schadevrije jaren. De vordering van FBTO is toegewezen, inclusief de gevorderde rente en incassokosten. De gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten van FBTO, die zijn vastgesteld op € 336,49. Het vonnis is uitgesproken op 23 augustus 2023 door mr. I.L. Rijnbout.