ECLI:NL:RBMNE:2023:401
Rechtbank Midden-Nederland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van huurwoning na beëindiging huurovereenkomst door huurder met persoonlijke omstandigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 3 februari 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Stichting Cazas Wonen (eiser) en een gedaagde zonder vaste woon- of verblijfplaats. De eiser vorderde ontruiming van een huurwoning, omdat de huurovereenkomst per 1 november 2022 was beëindigd door de gedaagde. De gedaagde had aangegeven de huur op te willen zeggen, maar was niet in staat om de woning te ontruimen vanwege persoonlijke omstandigheden, waaronder verblijf in het buitenland en ernstige gezondheidsproblemen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst inderdaad is geëindigd en dat de gedaagde verplicht was de woning te ontruimen. Ondanks de persoonlijke omstandigheden van de gedaagde, heeft de rechter geoordeeld dat de vordering tot ontruiming toewijsbaar is, omdat de gedaagde niet aan haar verplichtingen heeft voldaan. De rechter heeft ook de vordering van Cazas tot betaling van huurachterstand en gebruiksvergoeding toegewezen, maar de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten afgewezen. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor huurders om hun verplichtingen na te komen, ook in moeilijke persoonlijke situaties.