4.3Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feit 1
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
De feiten waar de rechtbank vanuit gaat
Uit het dossier blijkt dat in de nacht van 1 op 2 april 2022 een op 29 maart 2022 in Duitsland gehuurde Audi RS3 vanaf Nederland naar Duitsland is gereden. Uit de GPS-gegevens van de Audi RS3 blijkt dat de auto in Duitsland enige tijd heeft stilgestaan bij de Commerzbank in [plaats 2] . De Commerzbank heeft aangifte gedaan van een poging tot inbraak die nacht. Een getuige heeft daarbij twee personen met een koevoet bij de deur van de Commerzbank handelingen zien verrichten. De Audi RS3 is op de terugweg in Nederland enige tijd achtervolgd door politieauto’s en een politiehelikopter. Daarbij werd waargenomen dat de Audi RS3 met hoge snelheden over verschillende Nederlandse (snel)wegen reed, onder meer in de buurt van Utrecht. Op een gegeven moment is de Audi RS3 op de A27 richting Hilversum onbeheerd achtergelaten. De politie zag drie inzittenden uit de Audi RS3 vluchten. Eén inzittende is kort daarna aangehouden. Hij was gehuld in een regenpak, droeg een bivakmuts en rook naar benzine. In de Audi RS3 werden diverse goederen aangetroffen, waaronder jerrycans met benzine, twee met tape omwikkelde pakketten met lange snoeren eraan, een jammer, breekijzers, een sporttas en een gieter. Het NFI heeft na onderzoek geconstateerd dat de met tape omwikkelde pakketten geïmproviseerde explosieven zijn, die bruikbaar zijn om een geldautomaat mee open te blazen.
Voor de beoordeling van de zaak van verdachte is doorslaggevend of verdachte in de nacht van 1 op 2 april 2022 in de Audi RS3 heeft gezeten. In de Audi RS3 werd een blauwkleurige cilinder aangetroffen die rookte. Later werd in het voertuig een zwart plastic stukje aangetroffen. Dit bleken een e-sigaret en het bijbehorende (maar afgebroken) mondstukje te zijn. Deze twee stukjes bleken exact op elkaar te passen. Het mondstuk e-sigaret is bemonsterd en onderzocht. Uit het NFI-onderzoek blijkt dat op het mondstukje van de desbetreffende e-sigaret een DNA-profiel is aangetroffen dat matcht met het DNA-profiel van verdachte. De matchkans van het DNA-profiel is volgens het NFI kleiner dan één op één miljard. Ofwel, de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen (niet aan verdachte verwante) persoon overeenkomt met dit DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.
Het standpunt van verdachte
Verdachte ontkent dat hij in de Audi RS3 heeft gezeten. Verdachte heeft verklaard dat hij in de periode rond het ten laste gelegde feit verschillende e-sigaretten heeft gebruikt én heeft uitgeleend. Het is volgens verdachte dus heel goed mogelijk dat een door hem gebruikte en vervolgens uitgeleende e-sigaret in de Audi RS3 terecht is gekomen, zonder dat hijzelf in de Audi RS3 heeft gezeten. Verdachte kent bijvoorbeeld de huurder van de Audi RS3, medeverdachte [medeverdachte] in dit onderzoek. Uit onderzoek naar de telefoon van medeverdachte [medeverdachte] blijkt dat hij een contact heeft opgeslagen onder de naam ‘ [initialen] ’, met een nummer eindigend op * [nummer] . Dit nummer is afgesloten op een adres in [plaats 3] , waar verdachte staat ingeschreven. Ter zitting heeft verdachte verklaard dat [initialen] de afkorting is van [bijnaam] , en dat dit zijn bijnaam is.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt dat het aantreffen van de e-sigaret in beginsel niet uitsluit dat verdachte het voorwerp op een ander moment (en een andere plaats) heeft gebruikt, waarna het op de achterbank van de Audi RS3 is beland, zonder dat verdachte daar ten tijde van het tenlastegelegde feit aanwezig was. De officier stelt echter dat in deze zaak van belang is dat de e-sigaret rokend in de auto is aangetroffen door een agent die twee minuten na de melding over het tot stilstand komen van de Audi RS3 ter plaatse was. Deze agent zag dat er witte rook uit het voorwerp kwam.
Uit onderzoek van het NFI is gebleken dat een e-sigaret rook kan blijven afgeven indien geen zuigbeweging (meer) plaatsvindt. Het kan voorkomen dat een e-sigaret ten gevolge van een defect blijft roken tot de e-sigaret leeg is. Dat duurt maximaal 10 minuten, hetgeen betekent dat de e-sigaret uiterlijk 8 minuten voor het stoppen van de Audi RS3 nog is gebruikt. Deze combinatie van bevindingen wijst er volgens de officier van justitie op dat de e-sigaret kort daarvoor in de auto nog was gebruikt, hetgeen meer bewijswaarde toekent aan het aangetroffen DNA.
Het oordeel van de rechtbank
De aangetroffen e-sigaret in de Audi RS3 is een verplaatsbaar object. De rechtbank is op basis van het dossier van oordeel dat het door verdachte geschetste alternatieve scenario over hoe de e-sigaret in de Audi RS3 is terechtgekomen niet onaannemelijk is, en overweegt daartoe het volgende.
Het NFI heeft onderzoek gedaan naar de volgende vraag:
Is het mogelijk dat de e-sigaret, die op 2 april 2022 in de Audi RS3 is aangetroffen, rook gaat en/of blijft afgeven zonder dat sprake is geweest van een eerdere en/of voortdurende zuigbeweging, bijvoorbeeld doordat het mondstuk van de e-sigaret is afgebroken?
Het NFI concludeert dat de mogelijkheid bestaat dat door een storing van de micro-luchtdruksensor een e-sigaret spontaan kan gaan roken. Uit het NFI-onderzoek is gebleken de micro-luchtdruksensor van de in de Audi RS3 aangetroffen e-sigaret wel defect was, maar niet op een manier dat er spontaan rook werd geproduceerd. De sensor werkte überhaupt niet. Mogelijk heeft de sensor een tijdelijke storing gehad en heeft de e-sigaret wel spontaan rook geproduceerd, maar is deze storing alleen opgetreden (vooraf en) tijdens de ontdekking door de politie. Het is niet uit te sluiten dat de sensor na het veiligstellen door de politie verder defect is geraakt, waardoor deze later in het geheel niet meer functioneerde. Het afgebroken mondstuk heeft geen invloed (gehad) op het defect van de sensor en dus ook niet op de spontane rookproductie.
De rechtbank overweegt dat uit het NFI onderzoek dus blijkt dat een e-sigaret spontaan rook kan gaan produceren, en niet, zoals de officier van justitie kennelijk tot uitgangspunt neemt, dat een e-sigaret ten gevolge van een storing alleen rook kan blijven produceren nadat een zuigbeweging heeft plaatsgevonden.
Het feit dat verdachte als contact staat opgeslagen in de telefoon van de huurder van de Audi RS3 ondersteunt zowel de lezing van verdachte als de lezing van de officier van justitie en kan bij het ontbreken van andere relevante feiten en omstandigheden dus niet leiden tot de conclusie dat verdachte één van de inzittenden van de Audi RS3 moet zijn geweest in de nacht van 1 op 2 april 2022. De rechtbank betrekt daarbij tevens dat de Audi RS3 al op 29 maart 2022 in Duitsland is gehuurd, enkele dagen voordat de e-sigaret in de auto is aangetroffen.
De rechtbank is op basis van het voorgaande van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om te komen tot een bewezenverklaring van de onder 1 ten laste gelegde voorbereidingshandelingen voor een plofkraak en spreekt verdachte daarom vrij van dat feit.
Bewezenverklaring feiten 2 en 3
De feiten zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 12 juli 2023;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van onderzoek wapen van 10 juli 2023, genummerd PL0900- 2022091576-78, opgemaakt door de politie Landelijke Eenheid, houdende een categorisering van het inbeslaggenomen wapen en de munitie;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 26 september 2022, documentcode 220926.1008.131912, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, houdende de inbeslagname tijdens de doorzoeking in de woning waar verdachte lag te slapen, doorgenummerde pagina’s 600 tot en met 607;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 6 maart 2023, documentcode 230306.1440.7626, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, houdende een hersteldocument van de datum van de doorzoeking, doorgenummerde pagina 835.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben.