Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 april 2023 in de zaak tussen
[eiseres] , te [plaats] , eiseres
Inleiding
Overwegingen
Beslissing
P.W. Hogenbirk, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 4 april 2023.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 4 april 2023, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar aangetekend tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) die op 3 september 2021 was genomen. Het UWV ontving het bezwaar op 13 januari 2022, maar heeft niet tijdig beslist. Eiseres heeft het UWV op 3 november 2022 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank oordeelt dat het UWV te laat heeft gereageerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep gegrond is op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft bepaald dat het UWV een dwangsom van € 1.442,- moet betalen aan eiseres, omdat het bestuursorgaan niet op tijd een besluit heeft genomen. Daarnaast is er een dwangsom van € 100,- per dag vastgesteld voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 418,50, en het griffierecht van € 50,- moet ook door het UWV aan eiseres worden vergoed. De rechtbank heeft het UWV opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een beslissing te nemen, rekening houdend met de noodzaak van een actueel medisch oordeel van de verzekeringsarts.