4.3Het oordeel van de rechtbank
Aangever [aangever 1] heeft
aangiftegedaan en onder meer, zakelijk weergegeven, de volgende verklaring afgelegd:
Ik doe aangifte van insluiping in de woning aan de [adres] te [woonplaats] . Op 18 juli 2022 omstreeks 08:15 uur ben ik gaan douchen. Ik ben ongeveer een kwartier uit de woonkamer geweest. Ik had de tuindeur open gezet. Toen ik weer in de woonkamer kwam, zag ik dat mijn telefoon en oplader niet meer op de plek lagen waar ik deze had neergelegd. Ik zag dat ook de laptop, de Playstation (met een spel erin) en een pakje sigaretten weg waren. Ik heb later op de dag gezien dat mijn telefoon aanstraalde op het adres [adres] .
Ik heb toen de politie gebeld en dat gezegd. Later werd ik gebeld door de politie dat
ze mijn telefoon hadden aangetroffen. Ik heb mijn telefoon herkend, net als mijn laptoptas met daarin mijn thinkpad laptop.
In een
proces-verbaal van bevindingenis, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende gerelateerd:
Aangever liet met de applicatie ‘Find My Iphone’ zien dat zijn telefoon de locatie [adres] aangaf. Aangever was toen naar dat adres gegaan en had daar bij de woning een zwarte omafiets zien staan met witte banden. Aangever had camerabeelden gezien van buren en had op die beelden ten tijde van de insluiping twee personen voorbij zien fietsen op een zelfde zwarte omafiets met witte banden. Op deze fiets zaten een negroïde man en een blanke man. De blanke man zou een donkere trainingsbroek dragen met een witte streep aan de zijkant. Aangever had uit de woning [adres] vervolgens een negroïde man en een blanke man zien komen. De blanke man droeg een donkere trainingsbroek met witte streep aan de zijkant.
Ik zag in de woning twee laptoptassen staan. Eén van deze tassen voldeed aan de omschrijving van aangever (zwart met rood). De laptoptas die ik zag staan was zwart met rode accenten. Ik nam deze laptoptas in beslag en opende deze om te kijken wat erin zat. Ik zag hierin onder meer een laptop zitten en een bedrijfspas met foto op naam van aangever. Dit betrof dus de weggenomen laptoptas met inhoud van de diefstal eerder die dag. In de andere laptoptas zat de weggenomen iPhone 11 van aangever. Aangever verklaarde dat de zwarte laptoptas met rode accenten en de complete inhoud en de iPhone 11 zijn eigendom zijn.
In een
proces-verbaal van bevindingenis onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
In de woning aan de [adres] treffen verbalisanten op 18 juli 2022 onder meer verdachte aan. Verdachte, een blanke man, draagt tijdens het binnentreden de volgende kleding:
-donkere trainingsbroek met witte verticale strepen;
-trainingsjack met capuchon, jack bestaande uit twee kleuren, scheiding in het midden. Onderste gedeelte donker van kleur, bovenste gedeelte grijs van kleur, capuchon tevens grijs van kleur. Opvallend detail: beide kanten rits en oranje bies;
-zwarte schoenen met wit Nike embleem. De zool van de schoen is donker van kleur, met ter hoogte van de hak witte accenten.
Op camerabeelden van de woning aan het [adres] zijn twee personen zichtbaar, welke zich voortbewegen op een donkere damesfiets (oma fiets) met licht gekleurde banden. De bestuurder van de fiets is een negroïde man. De tweede persoon zit achterop. Dit betreft een blanke man met alle kledingkenmerken van verdachte, die door verbalisanten was aangetroffen op het [adres] te [woonplaats] . Het tijdsbestek dat beide personen in beeld komen is gelegen tussen 08:07:03 uur en 08:07:16 uur.
Het [adres] is gelegen in de [wijk] te [woonplaats] , net als het [adres] , waar de insluiping heeft plaatsgevonden. Op de camerabeelden van de woning aan het [adres] komen beide personen weer in beeld. Het tijdsbestek is gelegen tussen 08:08:24 uur en 08:08:34 uur. Het [adres] is ook gelegen in de [wijk] te [woonplaats] .
Gezien het feit dat de mannen voor het laatst zijn gezien op beelden van het [adres] , en niet meer op beelden van het [adres] , kan er van worden uitgegaan dat de mannen [straat] op zijn gefietst.
[straat] is gelegen tegen de achterzijde van de woningen aan het [straat] . Via het voetpad loop je van [straat] naar het [straat] . Het voetpad loopt door tussen de woningen gelegen aan het [adres] en [adres] . Halverwege het genoemde voetpad kan men via een steegje bij de achterkant van perceelnummer [nummer] komen, de woning waar de insluiping heeft plaatsgevonden. Op camerabeelden van de woning aan het [adres] komt om 08:28:30 uur de negroïde man weer in beeld. Deze man fietste op het voetpad gelegen tussen [adres] en [nummer] . Direct hierop kwam de blanke man in beeld. De blanke man zat nu ook op een fiets en zat niet meer achterop bij de andere man. Er is duidelijk te zien dat de blanke man nu een rugtas om zijn rechterschouder droeg welke op eerdere beelden niet zichtbaar was geweest.
In een
proces-verbaal van bevindingen(met betrekking tot een beschrijving van camerabeelden) is onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Ik zag op camerabeelden van de woning aan het [adres] van 18 juli 2022 omstreeks 08:28:30 uur dat de blanke man een zwart gekleurde band over zijn rechter schouder had, mogelijk het hengsel van een tas. Ik zag dat de band op de schouder een breder gedeelte had dan de rest van het hengsel. Ik, verbalisant, heb deze band op de eerder beschreven beelden niet gezien. Ook heb ik op de eerder beschreven beelden niet waargenomen dat de twee verdachten een tas bij zich droegen. De weggenomen laptop uit het pand [adres] zat in een zwarte laptoptas met zwarte dunnere hengsels met een bredere band ter hoogte van de schouders.
In een
proces-verbaal van bevindingenis, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende gerelateerd:
Ik, verbalisant, heb foto’s gezien van de verdachten van de diefstal. In de woning aan de [straat] zat één man die voldeed aan het signalement van één van de verdachten van de diefstal, te weten verdachte.
[medeverdachte 1]heeft (als verdachte) onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende
verklaard:
Ik woon aan de [adres] te [woonplaats] . [verdachte] (de rechtbank begrijpt: verdachte) was één van mijn gasten die al een paar nachten bij mij sliep. Toen ik ’s ochtends wakker werd lagen er spullen die er die avond ervoor niet lagen, namelijk twee tassen, waaronder een laptoptas. Ik herken op de getoonde camerabeelden de twee personen, namelijk [A] en verdachte.
[aangever 2] heeft namens [vereniging 1]
aangiftegedaan en daartoe onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard:
Ik doe aangifte van inbraak in mijn bedrijfspand gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . Op 24 juli 2022 kreeg ik om 00:13 uur een melding op mijn mobiele telefoon dat er mogelijk ingebroken werd. Toen ik daar aankwam, zag ik dat er een jongeman voor het pand stond. Ik zag dat hij een laptop in zijn handen had en vervolgens weg rende. Hij had de laptop laten vallen. Ik herkende de laptop als de laptop uit het bedrijf. In het kantoor zag ik dat alles overhoop lag. Het raam was vernield en stond open. Diverse kasten stonden open. Omdat er rondom het bedrijfspand diverse camera's hangen, heb ik hiervan de beelden bekeken. Op deze beelden zag ik twee personen die op een fiets aan komen fietsen voor het bedrijf en vervolgens op de diverse plekken rondom het pand naar binnen kijken.
Getuige [getuige]heeft onder meer verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik heb op 24 juli 2021, omstreeks 00.15, uur melding gemaakt van een inbraak bij een bedrijf aan de [adres] . Ik zag dat een ruit van een kantoor vernield was. Ik zag dat er twee mensen binnen waren. Ik zag dat het een dikkere man en een dunnere man betrof. Ik zag ook dat het kantoor waar zij in waren helemaal overhoop was gehaald. Toen ik de politie belde, zag ik ineens de dunnere man over de heg van het terrein springen en naar zijn fiets lopen. Ik zag dat hij naar de fiets rende die voor het bedrijf stond. Ik zag direct hierna dat hij op die fiets stapte en hard wegfietste. Ik zag dat hij onder zijn rechter arm een laptop vast hield. De andere, dikkere jongen, was ook het raam van het kantoor uitgeklommen en rende weg. Deze man is aangehouden. De dunnere jongen zag er als volgt uit:
- Zwarte muts;
- zwarte bovenkleding;
- Blanke huidskleur;
- Lengte ongeveer 1.80 meter a 1.85 meter;
- Tenger postuur;
- duidelijk zichtbare jukbeenderen en ingevallen ogen.
In een
proces-verbaalmet betrekking tot een omschrijving van
camerabeeldenis onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd.
Het pand is voorzien van bewakingscamera’s. De camerabeelden zijn door aangever ter beschikking gesteld. Hierop is onder meer te zien is dat de tweede man stil blijft
staan en richting de camera kijkt (
de rechtbank merkt op dat van dit beeld vervolgens een foto is opgenomen, te weten de laatste foto van de betreffende pagina). Te zien is dat deze man vervolgens achter verdachte Woort aanloopt.
In een
proces-verbaal ‘Herkenning persoon door opsporingsambtenaar’is onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Op 24 juli 2022 heeft er een bedrijfsinbraak plaatsgevonden. Van de verdachten zijn camerabeelden. Ik herken de tweede persoon, waarvan de herkenning wordt gevraagd, als [verdachte] , geboren op [2003] te [geboorteplaats] .
In een
proces-verbaal van bevindingenis onder meer – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
In deze zaak is op de camerabeelden een man te zien in zwarte kleding. Op een van de foto's is te zien dat hij een zwarte Australian trui draagt met logo en zwarte schoenen met witte strepen aan de zijkant. De trainingsbroek is zwart met het witte Adidasembleem, de drie witte strepen en de naam Adidas.
Op de foto's die op 10 augustus 2022 van verdachte zijn gemaakt in het cellencomplex is te zien dat verdachte een zwarte trui draagt met een Australian embleem aan de voorzijde, een zwarte Adidas trainingsbroek met logo op zijn linker bovenbeen en drie witte strepen aan de zijkant. Verder draagt verdachte zwarte schoenen met strepen op de zijkant en witte zolen.
In een
proces-verbaal van bevindingenis onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Medeverdachte [medeverdachte 2] vroeg mij, verbalisant, of wij de tweede verdachte ook hadden aangehouden.
[medeverdachte 2]heeft (als verdachte) onder meer
verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik heb een raam ingeslagen en ben door het raam naar binnen gegaan. Ik heb mij schuldig gemaakt aan de inbraak in het bedrijfspand.
Ten aanzien van de feiten 3 en 4:
Verdachte heeft de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 20 januari 2023;
- de aangifte van [aangever 3] namens [winkel] .
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 20 januari 2023;
- de aangifte van [aangever 4] namens [vereniging 2] ;
- een proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot een beschrijving van camerabeelden.
Bewijsoverwegingen feit 1:
Verdachte heeft de betrokkenheid bij dit feit ontkend. De verdediging heeft betoogd dat de constatering van verbalisanten dat verdachte rondom zijn aanhouding – dertien uur na de diefstal – dezelfde kleding aan had als de persoon op de camerabeelden niet wil zeggen dat hij ook daadwerkelijk degene is geweest die de diefstal heeft gepleegd.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, dat verdachte wel degelijk één van de personen is geweest die de diefstal heeft gepleegd. Uit de camerabeelden volgt dat de twee personen op de fiets op het moment van de diefstal bij de betreffende woning zijn, dat zij eerder geen tas bij zich hadden maar dat één van de personen bij het weggaan (na)bij de betreffende woning een band om de schouder heeft die overeenkomt met het hengsel van de weggenomen laptoptas (met daarin onder meer een laptop). Bij die diefstal is ook een telefoon weggenomen, die later die dag aanstraalde op het adres waar verdachte al enkele dagen verbleef. In die woning worden vervolgens diverse goederen aangetroffen die die dag bij de diefstal uit de woning zijn weggenomen. Bovendien heeft één van de verbalisanten gerelateerd dat hij foto’s heeft gezien van de verdachten van de diefstal en dat er in de woning aan de [straat] één man zat die voldeed aan het signalement van één van de verdachten van de diefstal, namelijk verdachte. Een andere verbalisant, die de camerabeelden rondom de diefstal heeft bekeken, heeft gerelateerd dat de blanke man op de beelden alle kledingkenmerken heeft van verdachte die door andere verbalisanten was aangetroffen op het [adres] te [woonplaats] . Ook aan de hoofdbewoner van de [adres] zijn de hiervoor genoemde camerabeelden getoond en hij herkent daarop onder meer verdachte, die al enkele dagen bij hem verbleef.
Derhalve zijn nog diezelfde dag de gestolen goederen aangetroffen in de woning waar verdachte verbleef, is verdachte daar ook aangetroffen, voldoet hij – als enige van de in die woning aanwezige personen – aan het duidelijke signalement van één van de verdachten zoals dat volgt uit de camerabeelden en wordt hij door de hoofdbewoner herkend als één van de personen op die beelden. De gewekte suggestie door de verdediging dat iemand anders de kleding van verdachte zou hebben gedragen, vindt geen enkele steun in het dossier. Verdachte verklaart daar bovendien zelf niets over. De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna onder 5 is omschreven.
Bewijsoverwegingen feit 2:
Verdachte heeft dit feit ontkend. De verdediging heeft betoogd dat de herkenning van verdachte op een foto door één van de verbalisanten niet betrouwbaar is, hetgeen tot vrijspraak dient te leiden.
De rechtbank stelt vast dat de betreffende verbalisant in een op ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal heeft gerelateerd dat hij verdachte herkent op de bij dat proces-verbaal gevoegde foto. Uit het dossier volgt dat deze foto afkomstig is van camerabeelden van het bedrijf waar is ingebroken. De verbalisant heeft bovendien omschreven op grond van welke (karakteristieke) kenmerken hij verdachte heeft herkend. Verbalisant kent verdachte vanuit zijn werkzaamheden als wijkagent en heeft meermalen met hem te maken gehad en sprak verdachte met enige regelmaat. Verbalisant herkende hem aan het totaalbeeld van zijn kenmerken: aan de vorm van zijn gezicht, neus en mond en aan zijn postuur. Aan zijn herkenning droegen, aldus verbalisant, de volgende specifieke kenmerken bij:
- een smal en spits gezicht.
- een puntige neus en wat vooruitstekende lippen;
- een tenger postuur.
Verbalisant heeft bovendien gerelateerd dat hij verdachte onmiddellijk herkende toen hij de foto zag.
De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet is gebleken van enige aanwijzing voor twijfel aan de juistheid en betrouwbaarheid van deze herkenning van de verdachte door de betreffende verbalisant. De door de raadsman aangevoerde omstandigheden doen daaraan onvoldoende af. De rechtbank bezigt die herkenning dan ook voor het bewijs. Uit de bewijsmiddelen volgt bovendien dat verdachte in het bezit was van de kleding op de foto bij de inbraak: hij droeg dergelijke kleding op een latere datum toen een foto van hem werd gemaakt door agenten in het cellencomplex.
De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna omschreven.
Bewijsoverwegingen feit 4:
Verdachte heeft dit feit weliswaar bekend, maar heeft ter terechtzitting verklaard geen weet te hebben van andere gestolen goederen dan de gestolen (luchtdruk)wapens. De rechtbank heeft echter geen redenen te twijfelen aan de juistheid van de gedane aangifte en de daarin opgegeven goederen die zijn weggenomen door verdachte en/of zijn (nog onbekend gebleven) mededader. De rechtbank acht het feit dan ook wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna onder 5 is omschreven.