ECLI:NL:RBMNE:2023:3981

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 juni 2023
Publicatiedatum
31 juli 2023
Zaaknummer
UTR 22/4135
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te vroege ingebrekestelling in bestuursrechtelijke procedure

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 16 juni 2023, wordt het beroep van eiseres, een Surinaamse, tegen de Belastingdienst/Toeslagen beoordeeld. Eiseres had gesteld dat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 2 mei 2022. De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is omdat de ingebrekestelling door eiseres te vroeg is verzonden. De beslistermijn voor de Belastingdienst/Toeslagen eindigde op 14 oktober 2022, maar eiseres had de ingebrekestelling al op 14 september 2022 verzonden. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk kan beoordelen.

De rechtbank wijst erop dat een bestuursorgaan de beslistermijn kan verlengen en dat eiseres niet had gewacht tot deze termijn was verstreken voordat zij in gebreke stelde. De rechtbank concludeert dat de procedure niet ontvankelijk is, wat betekent dat er geen verdere beoordeling van de zaak kan plaatsvinden. Eiseres had ook nog standpunten ingenomen over een eerder besluit van 1 mei 2021, maar de rechtbank laat deze buiten beschouwing omdat het beroepschrift niet duidelijk maakt dat het beroep ook daarop betrekking heeft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, rechter, en is openbaar uitgesproken. Eiseres heeft de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/4135

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 juni 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , uit Suriname, eiseres

(gemachtigde: M.C. Neslo),
en

Belastingdienst/Toeslagen, kantoor [plaats]

(gemachtigde: [gemachtigde] ).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres heeft ingesteld omdat Belastingdienst/Toeslagen volgens haar niet op tijd heeft beslist op het bezwaar van 2 mei 2022.
1.1.
Omdat eiseres heeft verzocht om zonder zitting uitspraak te doen, en de Belastingdienst/Toeslagen niet binnen de gestelde termijn van twee weken heeft aangegeven wel een zitting te wensen, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. Eiseres heeft verzocht om vrijstelling van het door haar te betalen griffierecht. De rechtbank ziet aanleiding dit toe te wijzen.
3. Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift, kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na die twee weken nog steeds geen besluit is, dan kan de betrokkene beroep instellen. [1]
Is het beroep ontvankelijk en gegrond?
4. Als de betrokkene de ingebrekestelling te vroeg stuurt, is het beroep niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk kan beoordelen. In dit geval eindigde de beslistermijn op 14 oktober 2022. Dat is het geval vanwege de volgende redenen:
- De beslistermijn van een bestuursorgaan begint te lopen vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken. [2] Het besluit is op 28 april 2022 genomen. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is zes weken. [3] De termijn begon daarom te lopen op 10 juni 2022.
- De beslistermijn is twaalf weken in het geval er een bezwaaradviescommissie is ingesteld. [4] De rechtbank leidt uit de brief van 18 mei 2022 van de Belastingdienst/Toeslagen af dat dat hier het geval is. De termijn verloopt in dat geval op 2 september 2022.
- Een bestuursorgaan kan de beslistermijn met 6 weken verlengen. [5] In de brief van 18 mei 2022 staat dat de Belastingdienst/Toeslagen van deze mogelijkheid gebruik maakt. Dit maakt dat de beslistermijn is verlopen op 14 oktober 2022.
5. Eiseres heeft Belastingdienst/Toeslagen op 14 september 2022 in gebreke gesteld. Op dat moment was de beslistermijn nog niet verstreken.
6. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet kan beoordelen.
7. Eiseres heeft in latere stukken nog standpunten ingenomen over het besluit van 1 mei 2021. Uit het beroepschrift blijkt echter niet dat het beroep tegen het niet tijdig nemen van een beslissing ook daarop ziet. De rechtbank zal zich hier daarom niet over dat besluit uitlaten.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, rechter, in aanwezigheid van mr. L. Ruizendaal-van der Veen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 16 juni 2023.
De rechter is verhinderd deze uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit staat (onder andere) in artikel 6:12 van de Awb.
2.Dit staat in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb.
3.Dit staat in artikel 6:7 van de Awb.
4.Dit staat in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb.
5.Dit staat in artikel 7:10, derde lid, van de Awb.