Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2],
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De beoordeling
€ 1.016,00
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vorderden eisers, [eiser sub 1] c.s., de opheffing van conservatoir beslag dat door gedaagde was gelegd op verschillende appartementsrechten. De procedure begon met een kortgedingdagvaarding op 10 januari 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 18 januari 2023. De partijen waren betrokken bij een koopovereenkomst van 9 december 2015, waarbij een voorkeursrecht tot koop was overeengekomen. Gedaagde had in december 2022 aangegeven geïnteresseerd te zijn in de objecten, maar had geen koopovereenkomst gesloten. Eisers stelden dat het beslag vexatoir en prematuur was, omdat gedaagde geen aannemelijke vordering had. De voorzieningenrechter oordeelde dat gedaagde niet had aangetoond dat er een koopovereenkomst met een derde was gesloten, en dat het beslag derhalve niet deugdelijk was. De voorzieningenrechter besloot het beslag op te heffen en gedaagde te veroordelen in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 1 februari 2023.