Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 17 juli 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de pleitnota van [eiser] ;
- de pleitnota van de KNVB.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert [eiser], een voetbalsupporter en Club Card-houder van Ajax, schorsing van een door de KNVB opgelegd stadionverbod. Dit stadionverbod is opgelegd na een geweldsincident tijdens de bekerfinale van Ajax tegen PSV op 17 april 2022, waarbij [eiser] als dader werd geïdentificeerd door medewerkers van Ajax. De KNVB heeft het stadionverbod opgelegd van 12 augustus 2022 tot en met 12 februari 2024, maar [eiser] heeft hiertegen beroep aangetekend bij de commissie stadionverboden, die het verbod heeft gehandhaafd. In het kort geding stelt de voorzieningenrechter vast dat [eiser] een spoedeisend belang heeft bij zijn vordering, omdat het stadionverbod hem belemmert om wedstrijden bij te wonen.
De voorzieningenrechter oordeelt dat het vermoeden van de KNVB dat [eiser] zich schuldig heeft gemaakt aan voetbalgerelateerd wangedrag, onvoldoende is om het stadionverbod te rechtvaardigen. De rechter wijst op de tegenstrijdigheden in de verklaringen van getuigen en het feit dat de KNVB niet adequaat heeft gereageerd op de bezwaren van [eiser]. De voorzieningenrechter concludeert dat het stadionverbod niet kan standhouden en wijst de vordering van [eiser] toe. De KNVB wordt veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.887,42. De voorzieningenrechter verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst het verzoek om een dwangsom af, omdat de KNVB heeft toegezegd vrijwillig aan het vonnis te voldoen.