Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 13 juli 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitnota van [eiseres] ,
- de pleitnota van [gedaagde] .
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, vorderde eiseres de schorsing van gedaagde als bestuurder van twee vennootschappen, [vennootschap 1] BV en [vennootschap 2] BV, vanwege ernstige conflicten in zowel hun privéleven als hun zakelijke samenwerking. De partijen, die getrouwd zijn en ieder 50% aandeelhouder zijn van de vennootschappen, zijn verwikkeld in een echtscheidingsprocedure, wat heeft geleid tot een onwerkbare situatie binnen het bestuur. Eiseres stelde dat gedaagde zijn bestuurstaken niet naar behoren uitvoert, wat de bedrijfscontinuïteit in gevaar brengt, vooral in het licht van een opeisbare lening van 1,5 miljoen euro. Gedaagde voerde op zijn beurt tegenvorderingen in, waaronder de schorsing van eiseres als bestuurder.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang, gezien de financiële problemen van de vennootschappen en de verstoorde verhouding tussen de partijen. De rechter concludeerde dat de schorsing van gedaagde noodzakelijk was om de patstelling in het bestuur op te heffen en de belangen van de vennootschappen te waarborgen. De rechter wees de vordering van eiseres tot schorsing van gedaagde toe voor een periode van vijf maanden, met de voorwaarde dat gedaagde toegang houdt tot de administratieve gegevens van de vennootschappen. De vorderingen van gedaagde in reconventie werden afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, gezien de familierechtelijke relatie tussen de partijen.