Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 23 en aanvullende productie 24
- de pleitnota van NND
- de pleitnota van NFN.
2.Waar gaat de zaak over
3.De beoordeling
NFN stelt van niet, omdat ze stelt dat ze de overeenkomst op basis waarvan ze dat voorheen jaarlijks deed in haar brief van 29 november 2022 heeft opgezegd en daarbij een ruime termijn (opzegging tegen 1 april 2023, die pas effect heeft op het congres van 2024) heeft aangehouden.
NND stelt van wel, omdat die overeenkomst nog geldt. Omdat die niet kon worden opgezegd, en voor zover hij wel kon worden opgezegd, NFN dat niet goed heeft gedaan.
“(..… ) Op grond van art. 6:248 lid 1 BW kunnen de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien daarvoor een voldoende zwaarwegende grond bestaat. Die eisen kunnen voorts in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding. ( …)”
Daarvoor geldt in geval van deze partijen het volgende:
- toen partijen in 2019 de afspraken maakten en die in 2020 vastlegden stond ze een langdurige samenwerking voor ogen;
- partijen werkten toen ook al lange tijd samen; NFN is zelfs een van de oprichters van NND;
- de samenwerking verliep via een cyclisch jaarlijks proces, waarbij steeds kort na een congres werd begonnen met de voorbereiding van het volgende congres;
- voor NFN was daarom duidelijk dat als zij de overeenkomst zomaar op zou zeggen, NND in de problemen zou komen.
- oordelen dat die omstandigheden meebrengen dat NFN de overeenkomst alleen mocht opzeggen als zij daar een goede reden voor heeft en mits zij bij de opzegging een redelijke termijn in acht neemt waarbij zij rekening zou houden met de gerechtvaardigde belangen van NND én
- oordelen dat de opzegging door NFN aan die eisen voldoet.
- ruim een maand eerder was er een heftig conflict ontstaan binnen NND, dat ertoe leidde dat het driekoppig bestuur, bestaande uit drie mensen uit het werkveld van de nefrologie, van de ene op de andere dag opstapten;
- zij werden vervangen door, in strijd met de statuten, één bestuurder, die niet uit het werkveld van de nefrologie kwam, maar wel de grootste opdrachtnemer van NND was, en dus, ook naar eigen zeggen, een dubbele pet op had;
- het bleef geheel onduidelijk waarom dit zo was gegaan. Het kan zijn dat de VSO die [D] en de opgestapte bestuurders hebben gesloten het moeilijk maakten om openheid van zaken te geven, maar dat komt geheel voor rekening van NND. NFN staat daar buiten, en vroeg zich terecht af wat er bij NND was gebeurd;
- ten slotte was er op dat moment geen duidelijk vooruitzicht op beterschap.
game changer. NFN had jarenlang prima samengewerkt met NND, dat een bestuur had dat bestond uit mensen uit het werkveld. Die situatie is in oktober/november 2022 plotseling dusdanig veranderd, dat NFN in redelijkheid kon bedanken voor het voortzetten van de relatie met NND. Dat gold in het bijzonder voor de mensen die vanuit de sectie wetenschap van NFN deelnamen aan de voorbereidingscommissie en opeens met aansprakelijkstellingen werden bedreigd.
Gevolgen voor vorderingen onder I en II
Als er, wat niet voor de hand ligt, wel sprake zou zijn van een individuele verplichting voor de commissieleden, geldt dat het bestuur van NND zich ook zelf niet aan de verplichtingen uit het Huishoudelijk Reglement heeft gehouden door als voltallig bestuur tegelijk af te treden en kan NND moeilijk van commissieleden, die een goede reden hadden om op te stappen, eisen dat ze in hun opvolging voorzien.
€ 1.079(tarief gemiddelde zaak)