ECLI:NL:RBMNE:2023:3926

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 juli 2023
Publicatiedatum
28 juli 2023
Zaaknummer
16.003651.23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opzettelijk aanwezig hebben van hard- en softdrugs en geneesmiddelen zonder handelsvergunning

Op 2 januari 2023 heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van verschillende hoeveelheden hard- en softdrugs, alsook het opzettelijk in voorraad hebben van grote hoeveelheden geneesmiddelen waarvoor geen handelsvergunning gold. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in vereniging met een ander handelde en dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking. De verdachte is op 28 juli 2023 veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde handel in geneesmiddelen, omdat er onvoldoende bewijs was voor deze beschuldiging. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de risico's voor de volksgezondheid in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De verdachte heeft verklaard dat hij zijn leven op een positieve manier wil vormgeven en dat hij gemotiveerd is om te werken aan zijn verslaving.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.003651.23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 28 juli 2023
in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1991] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode 1] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting, dat heeft plaatsgevonden op de zittingen van 12 april 2023 en 14 juli 2023. De zaak is op 14 juli 2023 inhoudelijk behandeld.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. F. Leeman en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. B.J. de Pree, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting nader omschreven. De nader omschreven tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1op 2 januari 2023 in Amersfoort en/of [plaats 1] in vereniging opzettelijk aanwezig heeft gehad, heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd
- 103 ampullen bevattende morfinesulfaatpentahydraat,
- 780 tabletten bevattende dexamfetaminesulfaat,
- 330 tabletten bevattende oxycodon hydrochloridum,
- 2138 tabletten bevattende oxycodonhydrochloride
- 410 capsules bevattende oxycodonhydrochloride,
- 240 tabletten bevattende morfinesulfaat,
- 348 pleisters bevattende fentanyl,
- 750 tabletten bevattende methylfenidaathydrochloride en/of
- 800 tabletten bevattende methadon;
Feit 2
op 2 januari 2023 in Amersfoort en/of [plaats 1] in vereniging opzettelijk aanwezig heeft gehad, heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd
- 160 tabletten bevattende midazolam,
- 1970 tabletten bevattende alprazolam,
- 238 ampullen bevattende midazolam,
- 23 pleisters bevattende buprenorfine,
- 2880 tabletten bevattende clonazepam,
- 870 tabletten bevattende diazepam,
- 1050 tabletten bevattende zolpidemtartraat,
- 3511 tabletten bevattende bromazepam,
- 800 tabletten bevattende lorazepam en/of
- 282 tabletten bevattende buprenorfine hydrochloride;
Feit 3
op 2 januari 2023 in Amersfoort en/of [plaats 1] in vereniging al dan niet opzettelijk het geneesmiddel Alprazolam (1365 tabletten) en/of bromazepam (3400 tabletten), waarvoor geen handelsvergunning gold, in voorraad heeft gehad, te koop heeft aangeboden, heeft verkocht, heeft afgeleverd, ter hand heeft gesteld, heeft ingevoerd, heeft uitgevoerd en/of anderszins binnen of buiten het Nederlands grondgebied heeft gebracht;
Feit 4op 2 januari 2023 in Amersfoort en/of [plaats 1] in vereniging, niet zijnde een apotheker, een huisarts in het bezit van een vergunning en/of een daartoe bij ministeriële regeling aangewezen persoon en/of instantie, opzettelijk te koop heeft aangeboden en/of ter hand heeft gesteld de UR-geneesmiddelen en/of UA-geneesmiddelen
- 966 tabletten bevattende pregabaline,
- 120 tabletten bevattende tramadol hydrochloride,
- 630 tabletten bevattende zoplicon,
- 90 pleisters bevattende rivastigmine en/of
- 120 capsules bevattende lisdexamfetaminedimesylaat.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Verdachte heeft alle ten laste gelegde middelen in zijn woning aanwezig gehad en in voorraad gehad. Daarnaast heeft verdachte gehandeld in de ten laste gelegde middelen.
Verdachte werkte bij alle gedragingen nauw en bewust samen met medeverdachte [medeverdachte] door de slaapkamer van zijn woning aan hem te verhuren, te putten uit dezelfde voorraad medicatie voor het handelen en middelen te regelen als medeverdachte [medeverdachte] die nodig had. De gedragingen van verdachte vormden daarmee een voldoende gewichtige materiële bijdrage aan de ten laste gelegde feiten.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde. Verdachte verbleef sinds 22 december 2022, op één dag na, niet meer in zijn woning. Daarnaast had hij tegen medeverdachte [medeverdachte] gezegd dat hij de middelen niet meer in zijn woning wilde hebben. Verdachte wist op 2 januari 2023 dus niet wat er in zijn woning stond omdat hij er al gedurende een langere periode niet was geweest. Verdachte kon dus ook niet beschikken over de daar aanwezige middelen.
Ook kan de ‘handel’ van de ten laste gelegde middelen niet worden bewezen op 2 januari 2023. De berichten en verklaringen die in het dossier zijn opgenomen, duiden op kleinschalige handel die ruim voor 2 januari 2023 plaatsvond.
Daarnaast is er geen sprake van medeplegen van het aanwezig hebben en de ‘handel’ op of omstreeks 2 januari 2023. Het verhuren van de slaapkamer kan hoogstens worden gezien als medeplichtigheid.
4.3
Het oordeel van de rechtbank4.3.1 Bewijsmiddelen
Het overzicht van de bewijsmiddelen is, ten behoeve van de leesbaarheid van het vonnis, als bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
Overwegingen
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte middelen aanwezig heeft gehad die genoemd worden op lijst I en lijst II van de Opiumwet (feit 1 en 2) en in vereniging geneesmiddelen in voorraad heeft gehad waarvoor geen handelsvergunning gold (feit 3). Verdachte heeft hierbij nauw en bewust samengewerkt met medeverdachte [medeverdachte] . Voor alle overige gedragingen op de tenlastelegging die duiden op of samenhangen met de handel in geneesmiddelen op of omstreeks 2 januari 2023 bevat het dossier onvoldoende bewijs.
4.3.2.1 Gedragingen
Aanwezig hebben/in voorraad hebben met betrekking tot feit 1, 2 en 3
Op 2 januari 2023 treft de politie een grote hoeveelheid geneesmiddelen aan in een slaapkamer van de woning van verdachte op het adres [adres 1] in [plaats 2] . Medeverdachte [medeverdachte] maakt, zo heeft verdachte verklaard, op dat moment ook gebruik van deze slaapkamer om de geneesmiddelen op te slaan. Uit de verklaring van verdachte zoals afgelegd op de zitting, maakt de rechtbank op dat verdachte vrij kon beschikken over deze middelen omdat hij, al dan niet in overleg met medeverdachte [medeverdachte] , middelen uit de opslagboxen in de slaapkamer kon pakken als deze beschikbaar waren. Hij wist dat er een systeem zat in deze opslagboxen en doorzocht de opslagboxen als hij een specifiek geneesmiddel nodig had.
Anders dan de verdediging ter terechtzitting heeft aangevoerd, is de rechtbank van oordeel dat verdachte ook op 2 januari 2023 kon beschikken over (de ten laste gelegde) medicijnen in de slaapkamer.
Uit de op 2 januari 2023 gevoerde gesprekken tussen verdachte en ‘ [medeverdachte] ’ en ‘ [bijnaam] ’ blijkt dat verdachte op die datum nog steeds concrete gesprekken voerde over de levering van medicijnen op die specifieke dag. Verdachte geeft in het gesprek met ‘ [medeverdachte] ’ aan “Ben nu richting mij”. Hieruit maakt de rechtbank op dat verdachte ook op 2 januari 2023 naar zijn woning reisde met het kennelijke doel om medicijnen op te halen. Uit het onderzoek aan de telefoon van verdachte blijkt verder dat hij kort voor 2 januari 2023, namelijk op 31 december 2022, bijna een hele dag heeft verbleven in en rond zijn woning. De verklaring van verdachte dat hij vanaf 22 december 2022 niet wist of medeverdachte [medeverdachte] nog geneesmiddelen in de woning van verdachte had opgeslagen, acht de rechtbank gezien voorgaande ongeloofwaardig.
De overige gedragingen uit feit 1, 2 en 3
Anders dan de officier van justitie heeft aangevoerd, is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de overige aan hem verweten gedragingen op of omstreeks 2 januari 2023 heeft uitgevoerd. De gesprekken die op 2 januari 2023 plaatsvinden laten niet zien dat verdachte tot een concrete transactie met specifieke geneesmiddelen is gekomen. De overige in het dossier weergegeven gesprekken zijn in tijd te ver verwijderd van de ten laste gelegde datum om te kunnen zeggen dat de overig ten laste gelegde gedragingen hebben plaatsgevonden op of omstreeks 2 januari 2023. Verdachte zal van deze gedragingen (telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren) dan ook partieel worden vrijgesproken.
Vrijspraak voor feit 4
Gezien voorgaande overwegingen zal de rechtbank verdachte vrijspreken van feit 4 omdat onder dit feit aan verdachte (enkel) wordt verweten dat hij geneesmiddelen te koop heeft aangeboden en/of ter hand heeft gesteld op of omstreeks 2 januari 2023. Daarvoor biedt het dossier onvoldoende bewijs.
4.3.2.2 Nauwe en bewuste samenwerking
De rechtbank is, anders dan de verdediging, van oordeel dat verdachte bij het aanwezig hebben en in voorraad hebben van de geneesmiddelen nauw en bewust heeft samengewerkt met medeverdachte [medeverdachte] . Uit de ter terechtzitting afgelegde verklaring van verdachte blijkt dat medeverdachte [medeverdachte] en hij gezamenlijk toegang hadden tot de medicijnen in de woning van verdachte. Ook overlegden zij over de voorraad. Daarnaast benaderde verdachte soms zijn netwerk met de vraag of zij geneesmiddelen over hadden, zodat hij voor en met medeverdachte [medeverdachte] bepaalde geneesmiddelen kon aanvullen. Uit het voorgaande volgt dat de bijdrage van verdachte verder ging dan het alleen ter beschikking stellen van de slaapkamer in zijn woning aan medeverdachte. Uit de verklaring van verdachte volgt dat hij wist welke medicijnen er in voorraad waren, welke medicijnen aangevuld moesten worden en dat hij over de voorraad en aanvulling hiervan afspraken maakte met medeverdachte [medeverdachte] . De al eerder aangehaalde gesprekken tussen verdachte, ‘ [medeverdachte] ’ en ‘ [bijnaam] ’ laten zien dat deze samenwerking zich ook uitstrekte over 2 januari 2023.
4.3.2.3 De (genees)middelen
Uit de productbeoordeling van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd blijkt dat enkele van de aangetroffen geneesmiddelen zijn onderzocht door [B] . Dit geldt niet voor alle ten laste gelegde geneesmiddelen onder feit 1 en 2.
Feit 1
Uit de productbeoordeling van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en uit het procesdossier blijkt niet dat ampullen, tabletten of capsules zijn onderzocht die de substanties ‘dexamfetamine’, ‘fentanyl’, ‘methylfenidaat’ en/of ‘methadon’ blijken te bevatten. Verdachte wordt dan ook onder feit 1 partieel vrijgesproken voor het aanwezig hebben van de ten laste gelegde medicijnen die deze substanties zouden bevatten.
Feit 2
Uit de productbeoordeling van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en uit het procesdossier blijkt niet dat ampullen, tabletten of capsules zijn onderzocht die de substanties ‘midazolam’, ‘clonazepam’, ‘diazepam’, ‘zolpidem’ en ‘lorazepam’ blijken te bevatten. Verdachte wordt dan ook onder feit 2 partieel vrijgesproken voor het aanwezig hebben van de ten laste gelegde medicijnen die deze substanties zouden bevatten.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
op 2 januari 2023 te [plaats 2] tezamen en in vereniging met een ander
opzettelijk aanwezig heeft gehad
- 103 ampullen bevattende morfine,
- 3221 tabletten bevattende oxycodon,
- 100 capsules bevattende oxycodon en
- 240 tabletten bevattende morfine,
telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
feit 2
op 2 januari 2023 te [plaats 2] tezamen en in vereniging met een ander
opzettelijk aanwezig heeft gehad
- 1970 tabletten bevattende alprazolam,
- 23 pleisters bevattende buprenorfine,
- 3511 tabletten bevattende bromazepam en
- 282 tabletten bevattende buprenorfine,
telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
feit 3
op 2 januari 2023 te [plaats 2] tezamen en in vereniging met een ander,
opzettelijk een geneesmiddel, als bedoeld in artikel 1 sub b van de
Geneesmiddelenwet, waarvoor geen handelsvergunning geldt,
te weten
- 1365 tabletten bevattende alprazolam 1mg en
- 3400 tabletten bevattende bromazepam 6mg
in voorraad heeft gehad.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder feit 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd en hetgeen onder feit 4 is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1:
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
Feit 2:
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
Feit 3: medeplegen van het opzettelijk begaan van de overtreding van artikel 40, tweede lid, van de Geneesmiddelenwet,;
Eendaadse samenloop ten aanzien van:
- de feiten 2 en 3 (voor zover het alprazolam en bromazepam betreft).

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van achttien maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De officier van justitie heeft gevorderd aan het voorwaardelijk op te leggen deel van de gevangenisstraf, naast de algemene voorwaarden, een aantal bijzondere voorwaarden te verbinden:
- een meldplicht bij de reclassering;
- ambulante behandeling;
- meewerken aan schuldhulpverlening;
- meewerken aan middelencontrole.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd.
Verdachte heeft een moeilijke jeugd gehad waardoor hij in periodes van zijn leven minder weerbaar is. Hij is niet voor niets verslaafd geraakt aan GHB terwijl hij alles verder op de rit had. Verdachte maakt er het beste van gezien zijn persoonlijke omstandigheden. Deze zaak moet niet uitkomen op een gevangenisstraf. Verdachte zou zijn huis kwijtraken, kan niet aan het werk, verliest zijn vriendin en verslaving zal op de loer liggen. Subsidiair voert de verdediging aan dat een gevangenisstraf niet langer moet duren dan de tijd die verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van verschillende hoeveelheden hard- en softdrugs en het opzettelijk in voorraad hebben van grote hoeveelheden van verschillende soorten geneesmiddelen. Dat zijn ernstige feiten. Het is algemeen bekend dat drugs, mede vanwege de verslavende werking ervan, schadelijk zijn voor de gezondheid van de gebruikers. Wat betreft de aangetroffen geneesmiddelen geldt dat die in deze hoeveelheden over het algemeen bestemd zijn voor de handel. Dat is zonder meer het geval voor de bewezenverklaarde hoeveelheid tabletten en ampullen.
De (legale) handel in geneesmiddelen is verbonden aan allerlei voorschriften en vergunningen. Dit heeft er onder andere mee te maken dat op het gebruik van bepaalde geneesmiddelen controle nodig is in het belang van de volksgezondheid. Zo zijn sommige geneesmiddelen niet voor iedereen geschikt of nodig, zijn sommige combinaties van middelen gevaarlijk voor de gezondheid en kunnen zij bijwerkingen en/of verslavende werking hebben. Bovendien zijn sommige middelen niet eens toegelaten in de handel. Op dergelijke veiligheidsaspecten is geen controle meer indien geneesmiddelen illegaal worden verhandeld. Om de mogelijke gevolgen voor afnemers van de diverse middelen en voor de samenleving in het algemeen lijkt verdachte zich niet te hebben bekommerd. De rechtbank neemt dit de verdachte extra kwalijk omdat hij ter terechtzitting heeft aangegeven dat hij personen kent die als gevolg van verkeerd gebruik van geneesmiddelen door ongereguleerde handel om het leven zijn gekomen. Ondanks deze wetenschap heeft verdachte een zeer grote hoeveelheid geneesmiddelen bestemd voor de handel in zijn woning aanwezig- en in voorraad gehad. De rechtbank rekent het verdachte zeer aan dat hij deze risico’s voor lief heeft genomen en zich enkel heeft laten leiden door zijn eigen financiële gewin.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van en houdt rekening met een Reclasseringsadvies van 19 juni 2023, uitgebracht door [instelling 1] . Hierin komt naar voren dat bij verdachte sprake was van een GHB verslaving. De reclassering constateert als risicofactoren zijn middelengebruik (in remissie), zijn psychosociaal functioneren, financiën en zijn houding.
Verdachte wil niet geconfronteerd worden met de negatieve gevolgen van zijn delictgedrag. Hier is naar de mening van de reclassering winst te halen, door verdachte zijn problemen te leren onderkennen en hier op een andere manier mee om te gaan dan door over te gaan tot delictgedrag. De reclassering ziet de familie van verdachte, zijn relatie, zijn huisvesting en zijn inzet om een betaalde baan te vinden als beschermende factoren. Bij een veroordeling adviseert de reclassering een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden: meldplicht bij reclassering, ambulante behandeling, meewerken aan schuldhulpverlening en meewerken aan middelencontrole.
De rechtbank houdt ook rekening met het uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 21 juni 2023, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder in de afgelopen vijf jaar voor
soortgelijke misdrijven is veroordeeld.
De op te leggen straf
Gelet op de aard en ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf een passende straf is. Een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak zou de aard en de ernst van het bewezen - en strafbaar - verklaarde tekort doen. De rechtbank zal de verdachte dan ook veroordelen tot een gevangenisstraf.
De rechtbank heeft voor de hoogte van deze gevangenisstraf aansluiting gezocht bij de LOVS-oriëntatiepunten, die zijn toegespitst op het aanwezig hebben van (hard)drugs en softdrugs. De rechtbank zal bij de straftoemeting in het voordeel van verdachte afwijken van de eis van de officier van justitie. Anders dan de officier van justitie heeft betoogd, spreekt de rechtbank vrij van handel in geneesmiddelen en middelen op Lijst I en II van de Opiumwet, hoewel wel sprake is van een handelsindicatie gelet op de hoeveelheid aangetroffen geneesmiddelen en de verklaring van verdachte dat hij heeft gehandeld in de middelen. Hier komt bij dat de rechtbank tot bewezenverklaring komt van minder middelen dan ten laste gelegd. Daarnaast heeft verdachte op zitting verklaard zijn leven op positieve wijze vorm te willen geven. Het afkicken van zijn GHB-verslaving vindt de rechtbank hiervoor kenmerkend. De uitslagen van twee urinecontroles hebben volgens de reclassering geen bijzonderheden aangegeven.
In strafverzwarende zin weegt de rechtbank mee dat verdachte het delict samen met een ander heeft gepleegd.
De rechtbank zal een deel van de gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm opleggen. Enerzijds om verdachte ervan te weerhouden opnieuw een (dergelijk) strafbaar feit te plegen en anderzijds om verdachte begeleiding en behandeling in een verplicht kader op te kunnen leggen. Deze begeleiding en behandeling moeten ervoor zorgen dat verdachte zich in de toekomst niet opnieuw schuldig zal maken aan (soortgelijke) strafbare feiten. Verdachte heeft verklaard hieraan te willen meewerken en gemotiveerd te zijn voor de behandeling.
Alles overwegende vindt de rechtbank het opleggen van een gevangenisstraf voor de duur van twaalf (12) maanden passend en nodig, waarvan een gedeelte van zes (6) maanden voorwaardelijk en met een proeftijd van twee jaren, alsmede oplegging van algemene voorwaarden en de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden. De tijd die verdachte reeds in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht zal op de op te leggen gevangenisstraf in mindering worden gebracht.

9.BESLAG

Uit een ‘Lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen met strafrechtelijk beslagtitel’ van 13 juli 2023 blijkt dat beslag is gelegd op:
1. STK Verdovende Middelen, nummer G3099015;
2. 1 STK Verdovende Middelen, nummer G3099008;
3. 1 STK Computer, nummer G3099143;
4. 1 STK Computer, nummer G3099124;
5. 1 STK Geheugenkaart, nummer G3099142;
6. 1 STK adreslabels sticker 36, nummer G3099126;
7. 1 STK adreslabels sticker 30, nummer G3099120;
8. 17 STK Label, nummer G3099132;
9. Lebara simkaart hoesje, nummer G3099147;
10. 1 STK Simkaart van zaktelefoon, nummer G3099146;
11. 1 STK USB-stick (memorykaart), nummer G3100255;
12. 1 STK adreslabels sticker 27, nummer G3099128;
13. 1 STK Sim card verpakking, nummer G3099139;
14. 1 STK Telefoontoestel, nummer G3099001.
9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat alle aangetroffen medicatie en verdovende middelen moeten worden onttrokken aan het verkeer, dat de Iphone en simkaarten moeten worden verbeurdverklaard en dat de laptops moeten worden geretourneerd aan de beslagenen.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van een te nemen beslissing over de in beslag genomen goederen gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de in beslag genomen goederen, hierboven genoemd onder 1, 2, 6, 7, 8 en 12 onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Deze voorwerpen zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane feiten aangetroffen.
De rechtbank zal de in beslag genomen goederen, hierboven genoemd onder 10, 11 en 14, verbeurd verklaren. Dit betreffen voorwerpen met behulp van welke het feit is begaan of voorbereid.
De rechtbank zal de in beslag genomen goederen, hierboven genoemd onder 3, 4, 5, 9 en 13 retourneren aan de beslagene.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
- 14 a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c, 47, 55 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet;
- 40 van de Geneesmiddelenwet;
- 1, 2 en 6 van de Wet op de Economische delicten,
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder feit 4 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1, feit 2 en feit 3 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van twaalf (12) maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
zes (6) maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van
twee (2) jarenvast;
- als
algemene voorwaardengelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte (gedurende de proeftijd):
* zich vier dagen nadat het vonnis onherroepelijk is geworden meldt bij [instelling 1] reclassering op het adres [adres 2] , [postcode 2] [plaats 2] . Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* zich laat behandelen door de forensische poli van [instelling 1] , [instelling 2] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zodra verdachte is geaccepteerd voor behandeling. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
* meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden en onderhoudt contact met zijn bewindvoerder;
* meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd.
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
1. STK Verdovende Middelen, nummer G3099015;
2. 1 STK Verdovende Middelen, nummer G3099008;
6. 1 STK adreslabels sticker 36, nummer G3099126;
7. 1 STK adreslabels sticker 30, nummer G3099120;
8. 17 STK Label, nummer G3099132;
12. 1 STK adreslabels sticker 27, nummer G3099128;
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
10. 1 STK Simkaart van zaktelefoon, nummer G3099146;
11. 1 STK USB-stick (memorykaart), nummer G3100255;
14. 1 STK Telefoontoestel, nummer G3099001.
- verklaart dat de volgende voorwerpen worden geretourneerd aan beslagene:
3. 1 STK Computer, nummer G3099143;
4. 1 STK Computer, nummer G3099124;
5. 1 STK Geheugenkaart, nummer G3099142;
9. Lebara simkaart hoesje, nummer G3099147;
13. 1 STK Sim card verpakking, nummer G3099139.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Haeck, voorzitter, mr. A.J. Reitsma en mr. D.E. Hooydonk, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B. Matser, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 juli 2023.
BIJLAGE I
De tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Feit 1
hij op of omstreeks 2 januari 2023 te Amersfoort en/of [plaats 1] , althans
in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht
en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
onder meer/onder andere
- (ongeveer) 103 ampullen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende morfinesulfaatpentahydraat 10mg/5ml en/of
- (ongeveer) 180 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende dexamfetaminesulfaat 5mg en/of
- (ongeveer) 330 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende oxycodon hydrochloridum 80mg en/of
- (ongeveer) 265 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende oxycodonhydrochloride 40mg en/of
- (ongeveer) 100 capsules, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende oxycodonhydrochloride 10mg en/of
- (ongeveer) 310 capsules, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende oxycodonhydrochloride 10 mg en/of
- (ongeveer) 1500 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende oxycodonhydrochloride 40mg en/of
- (ongeveer) 240 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende morfinesulfaat 100mg en/of
- (ongeveer) 216 pleisters, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende fentanyl 75 microgram en/of
- (ongeveer) 750 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende methylfenidaathydrochloride 10mg en/of
- (ongeveer) 132 pleisters, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende fentanyl 25 ug/uur en/of
- (ongeveer) 800 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende methadon 20mg en/of
- (ongeveer) 110 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende oxycodonhydrochloride en/of
- (ongeveer) 600 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende dexamfetaminesulfaat 5mg en/of
- (ongeveer) 157 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende oxycodonhydrochloride 10mg en/of
- (ongeveer) 106 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende oxycodonhydrochloride 5mg,

zijnde voornoemde middelen, (telkens) (een) middel(en) voorkomend op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

Feit 2
hij op of omstreeks 2 januari 2023 te Amersfoort en/of [plaats 1] , althans
in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
opzettelijk
heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht
en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
onder meer/onder andere
- (ongeveer) 160 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende midazolam 15mg en/of
- (ongeveer) 290 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende alprazolam 0.5mg en/of
- (ongeveer) 238 ampullen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende midazolam 5mg/ml en/of
- (ongeveer) 23 pleisters, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende buprenorfine 10mg en/of
- (ongeveer) 150 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende aprazolam 1mg en/of
- (ongeveer) 400 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende clonazepam 2mg en/of
- (ongeveer) 300 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende diazepam 10mg en/of
- (ongeveer) 1365 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende alprazolam 1mg en/of
- (ongeveer) 1050 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende zolpidemtartraat 10mg en/of
- (ongeveer) 2480 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende clonazepam 2mg en/of
- (ongeveer) 3400 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende bromazepam 6mg en/of
- (ongeveer) 800 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende lorazepam 2,5mg en/of
- (ongeveer) 165 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende alprazolam 1mg en/of
- (ongeveer) 282 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende buprenorfine hydrochloride 0.2mg en/of
- (ongeveer) 570 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende diazepam 10mg en/of
- (ongeveer) 111 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende bromazepam 6mg,

(telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

Feit 3
hij op of omstreeks 2 januari 2023 te Amersfoort en/of [plaats 1] , althans
in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
al dan niet opzettelijk
een geneesmiddel, als bedoeld in artikel 1 sub b van de Geneesmiddelenwet,
waarvoor geen handelsvergunning geldt,
te weten
- (ongeveer) 1365 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende alprazolam 1mg en/of
- (ongeveer) 3400 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende bromazepam 6mg

in voorraad heeft gehad, te koop heeft aangeboden, heeft verkocht, heeft afgeleverd, ter hand heeft gesteld, heeft ingevoerd, heeft uitgevoerd en/of anderszins binnen of buiten het Nederlands grondgebied heeft gebracht;

Feit 4
hij op of omstreeks 2 januari 2023 te Amersfoort en/of [plaats 1] , althans
in Nederland, niet zijnde:
- een apotheker die zijn beroep in een apotheek uitoefent en/of
- een huisarts in het bezit van een vergunning als bedoeld in het tiende of elfde lid van artikel 61 van de Geneesmiddelenwet en/of
- een daartoe bij ministeriële regeling aangewezen persoon en/of instantie in de in de regeling bedoelde omstandigheden,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
opzettelijk, (telkens) een of meer UR-geneesmiddelen en/of UA-geneesmiddelen, te weten:
- (ongeveer) 966 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende pregabaline en/of
- (ongeveer) 120 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende tramadol hydrochloride 100mg en/of
- (ongeveer) 630 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende zoplicon 7,5 mg en/of
- (ongeveer) 90 pleisters, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende rivastigmine en/of
- (ongeveer) 120 capsules, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende lisdexamfetaminedimesylaat,
te koop heeft aangeboden en/of ter hand heeft gesteld.
BIJLAGE II
Bewijsmiddelen [1]
Proces verbaal van bevindingen d.d. 2 januari 2023 met bijbehorend fotoblad
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik heb een onderzoek ingesteld in de in beslag genomen Apple telefoon van verdachte [verdachte] . Ik zag dat de tijd op de telefoon 17.50 uur betrof. Ik zag de volgende berichten staan:
Bijlage 3 & 4:
Chatberichten met [medeverdachte]
Datum: Vandaag (2 januari 2023)
15:20 uur [medeverdachte] : Heb 70?
15:22 uur [medeverdachte] : Woensdag nog 60 leefgeld
15:23 uur Verdachte: Top
15:23 uur Verdachte: Ben nu richting mij
15:23 uur Verdachte: Hoe laat kan je
15:33 uur [medeverdachte] : Nu
15:33 uur [medeverdachte] : Ben net thuis
15:34 uur [medeverdachte] : Kun er 1 str. 10 mg erbij doen
15:35 uur [medeverdachte] : Bij die blauwe
15:36 uur Verdachte: 1 Xx 5 1 x 10
[…]
15:37 uur [medeverdachte] : Wel ourobindo die 10
15:38 uur [medeverdachte] : Die grote witte
15:39 uur [medeverdachte] : 2x 5 1 Xx 10
[…]
16:30 uur Verdachte: Ben r 16:45
16:31 uur [medeverdachte] : Tot zo
[…]
16:48 uur Verdachte: Ben r [2]
[…]
Bijlage 6:
Chatberichten met [bijnaam]
Datum: Vandaag (2 januari 2023)
13:36 uur Verdachte: Hoe laat kan je?
13:36 uur Verdachte: Vandaag
13: 40 uur [bijnaam] : Ik lat je zo weten+
13: 41 uur Verdachte: En dan ook gelijk die dia?
[…]
13: 42 uur Verdachte: 5 doosjes
13: 47 uur [bijnaam] : Even ja
13:47 uur [bijnaam] : Want die is een andere klant
13: 47 uur [bijnaam] : En deze andere van [.] [3]
Een schriftelijk bescheid, te weten: productbeoordeling 23-001 met bijbehorende bijlage van 20 februari 2023 van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, opgemaakt door drs. [B]
Drs. [B] heeft in de productbeoordeling onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik heb op verzoek van [C] , werkzaam bij de Politie Landelijke Eenheid, een productbeoordeling opgesteld betreffende de op 2 januari 2023 aangetroffen en inbeslaggenomen producten (bijlage 1).
De werkzame stoffen in de producten Oxycodon HCI Aurobindo Retard 40 mg (42) en MST Continus 100 mg (47) staan vermeld op lijst I behorende bij de Opiumwet.
De werkzame stoffen in de producten BuTrans 10 microgram/uur (17), Ksalol 1 mg (30) en Bromazepam HF 6 mg (57) staan vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet.
De producten Ksalol 1 mg (30) en Bromazepam HF 6 mg (57) voldoen aan de omschrijving van het begrip geneesmiddel als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Geneesmiddelenwet.
Voor de producten Ksalol 1 mg (30) en Bromazepam HF 6 mg (57) is geen handelsvergunning verleend voor de Nederlandse markt. De producten vallen niet onder de uitzonderingsbepalingen als bedoeld in artikel 40, derde lid, van de Geneesmiddelenwet.
De werkzame stoffen in de producten Oxycodon HCI Aurobindo Retard 40 mg (42) en MST Continus 100 mg (47) staan vermeld op lijst I behorende bij de Opiumwet.
De werkzame stoffen in de producten BuTrans 10 microgram/uur (17), Ksalol 1 mg (30) en Bromazepam HF 6 mg (57) staan vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet. [4]
De substantie buprenorfine staat vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet. [5]
De substantie alprazolam staat vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet. [6]
De substantie oxycodon staat vermeld op lijst I behorende bij de Opiumwet. [7]
De substantie morfine staat vermeld op lijst I behorende bij de Opiumwet. [8]
De substantie bromazepam staat vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet. [9]
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 januari 2023, met bijbehorende bijlagenVerbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] hebben in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Alle door ons onderzochten goederen werden op maandag 2 januari tussen 21:00 uur en 23:00 uur inbeslaggenomen uit de woning gelegen aan de [adres 1] te [plaats 2] . [10]
Onderzoek inhoud opslagboks 1, deze opslagboks heeft als goednummer PL0900-2023001998-3099053. Alle goederen uit deze opslagboks staan omschreven in bijlage ‘’goederen uit opslagboks l”. [11]
Bijlage 1 Goederen boks 1: [12]
Soort/naam product
Werkzame stof(fen)
Vorm
Totaal aantal
Xanax XR
Alprazolam 0.5mg
Tablet
290
Butrans
Buprenorfine 10microgram/uur
Pleister
23
Onderzoek inhoud opslagboks 2, deze opslagboks heeft als goednummer PL0900-2023001998-3099057. Alle goederen uit deze opslagboks staan omschreven in bijlage “goederen uit opslagboks 2”. [13]
Bijlage 1 Goederen boks 2: [14]
Soort/naam product
Werkzame stof(fen)
Vorm
Totaal aantal
Oramorph
Morfinesulfaatpentahydraat 10mg/5ml
Ampul
103
Xanac Retard 1
Alprazolam 1mg
Tablet
150
Ksalol 1mg
Alprazolam 1mg
Tablet
1365
Onderzoek inhoud opslagboks 3, deze opslagboks heeft als goednummer PL0900-2023001998-3099061. Alle goederen uit deze opslagboks staan omschreven in bijlage “goederen uit opslagboks 3”. [15]
Bijlage 1 Goederen boks 3: [16]
Soort/naam product
Werkzame stof(fen)
Vorm
Totaal aantal
Oxydolor 80mg
Oxycodonhydrochloridum 80mg
Tablet
330
Retard 40mg
Oxycodonhydrochloride 40mg
Tablet
265
Oxycodon HCI
Oxycodonhydrochloride 10mg
Capsule
100
Oxycodon HCI Retard
Oxycodonhydrochloride 10mg
Tablet
310
Oxycodon HCI Retard
Oxycodonhydrochloride 40mg
Tablet
1500
MST Continus
Morphini sulfas 100mg
Tablet
240
Onderzoek inhoud opslagboks 5, deze opslagboks heeft als goednummer PL0900-2023001998-3099066. Alle goederen uit deze opslagboks staan omschreven in bijlage “goederen uit opslagboks 5”. [17]
Bijlage 1 Goederen boks 5: [18]
Soort/naam product
Werkzame stof(fen)
Vorm
Totaal aantal
Bromazeam HF
Bromazepam 6mg
Tablet
3400
Ksalol 1mg
Alprazolam 1mg
Tablet
165
Onderzoek inhoud opslagboks 8, deze opslagboks heeft als goednummer PL0900-2023001998-3099094. Alle goederen uit deze opslagboks staan omschreven in bijlage ‘’goederen uit opslagboks 8”. [19]
Bijlage 1 Goederen boks 8: [20]
Soort/naam product
Werkzame stof(fen)
Vorm
Totaal aantal
Oxycodon HCI GL 5mg
Oxycodonhydrochloride
Tablet
110
Temgesic
Buprenorfine hydrochloride 0.2mg
Tablet
282
Onderzoek inhoud opslagboks 24, deze opslagboks heeft als goednummer PL0900-2023001998-3099099 (de rechtbank begrijpt gelet op de alinea ervoor op p. 80 in combinatie met p. 61 in het KVI-dossier dat dit moet zijn: PL0900-2023001998-3099110). Alle goederen uit deze opslagboks staan omschreven in bijlage "goederen uit opslagboks 24”. [21]
Bijlage 1 Goederen boks 24: [22]
Soort/naam product
Werkzame stof(fen)
Vorm
Totaal aantal
Oxycodon HCI
Oxycodonhydrochloride 10mg
Tablet
157
OX5
Oxycodonhydrochloride 5mg
Tablet
106
Bromazepam HF
Bromazepam 6mg
Tablet
111
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 februari 2023 met bijbehorende bijlagenVerbalisant [verbalisant 4] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 6 februari 2023 deed ik aanvullend onderzoek aan de telefoon (Beslagnummer [.] ) van de verdachte [verdachte] . Ik zag dat de telefoon op 31 december in de periode van 6.09 uur tot en met 18.20 uur een groot aantal locatie logs opgeslagen in de directe omgeving van de woning van de verdachte. [23]
De verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 14 juli 2023
Ter zitting heeft de verdachte het volgende verklaard, samengevat en zakelijk weergegeven:
De woning aan de [adres 1] te [plaats 2] is van mij. Drie maanden voor mijn aanhouding vroeg [A (voornaam)] aan mij of ik een ruimte beschikbaar had. Ik heb de kamer verhuurd voor de opslag van medicijnen. Als [A (voornaam)] bereikbaar was pakte ik medicijnen na overleg uit zijn voorraad om op kleine schaal mee te handelen. Als hij niet bereikbaar was, pakte ik het zelf. Ik zat in de voorraad die er toen lag. Als het beschikbaar was en als [A (voornaam)] het niet nodig had, kon ik erover beschikken. Ik keek in de kratten als ik iets nodig had. Er zat een systeem in de kratten. Ik betwist niet dat de telefoon van mij is en ik betwist ook de daarop gevoerde gesprekken niet. Van dexamfetamine was altijd een tekort. Ik vroeg dan wel eens aan kennissen of zij dat over hadden en dat wilde verkopen aan mij. Ik ben niet bevoegd om handelingen met geneesmiddelen uit te voeren.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers zijn dit - tenzij anders aangegeven - pagina’s
2.Pagina 5.
3.Pagina 6.
4.Pagina 67.
5.Pagina 64.
6.Pagina 64.
7.Pagina 65.
8.Pagina 65.
9.Pagina 66.
10.Pagina 79.
11.Pagina 79.
12.Pagina 81.
13.Pagina 79.
14.Pagina 105.
15.Pagina 79.
16.Pagina 122.
17.Pagina 79.
18.Pagina 138.
19.Pagina 79.
20.Pagina 166.
21.Pagina 80.
22.Pagina 182.
23.Pagina 292.