Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 juli 2023 in de zaak tussen
[verzoekster] , uit [plaats] , verzoekster
Inleiding
Overwegingen
Kosten voor rechtsbijstand
Reiskosten
Conclusie
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 26 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen verzoekster en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de toekenning van een WAO-uitkering. Verzoekster had eerder bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uwv waarin haar werd meegedeeld dat zij met ingang van 29 januari 2018 geen WAO-uitkering zou ontvangen vanwege een andere ziekteoorzaak. Het Uwv had dit bezwaar ongegrond verklaard, waarna verzoekster beroep instelde. Tijdens de procedure werd een deskundige ingeschakeld om verzoekster te onderzoeken, en op 26 april 2023 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarbij het bezwaar van verzoekster alsnog gegrond werd verklaard. Hierdoor heeft verzoekster recht op een WAO-uitkering van 80 tot 100% per 29 januari 2018.
Naar aanleiding van deze gewijzigde beslissing heeft verzoekster het beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft het Uwv in de gelegenheid gesteld om te reageren op dit verzoek, maar het Uwv heeft geen inhoudelijk commentaar gegeven. De rechtbank heeft vervolgens de proceskosten vastgesteld, inclusief de kosten voor rechtsbijstand en reiskosten voor het bijwonen van het deskundigenonderzoek. De totale proceskosten zijn vastgesteld op € 1.720,60, inclusief een vergoeding voor het betaalde griffierecht van € 48,-. De rechtbank heeft de uitspraak zonder zitting gedaan op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).