ECLI:NL:RBMNE:2023:3847

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 juli 2023
Publicatiedatum
26 juli 2023
Zaaknummer
10264184 LC EXPL 23-3 BmR/842
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de rechtmatigheid van een wijzigingsbeding in de algemene voorwaarden van Essent Retail Energie BV met betrekking tot tariefwijzigingen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 26 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en Essent Retail Energie BV. [eiser] heeft de vernietiging van een wijzigingsbeding in de algemene voorwaarden van Essent gevorderd, dat betrekking heeft op de verhoging van energietarieven per 7 november 2022. [eiser] kwalificeert het wijzigingsbeding als oneerlijk en stelt dat het niet voldoet aan de eisen van transparantie zoals gesteld in de Richtlijn Oneerlijke Bedingen en artikel 6:233 BW. De kantonrechter oordeelt dat het wijzigingsbeding niet als oneerlijk kan worden aangemerkt, ondanks dat het niet volledig voldoet aan het transparantievereiste. De rechter wijst erop dat het beding de mogelijkheid biedt voor [eiser] om de overeenkomst te beëindigen na aankondiging van de tariefswijziging, wat voldoende bescherming biedt tegen eenzijdige prijswijzigingen. De rechter concludeert dat de reden voor de tariefswijziging, namelijk de onvoorspelbare ontwikkelingen op de energiemarkt, gerechtvaardigd is. De vordering van [eiser] wordt afgewezen en hij wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Lelystad
zaaknummer: 10264184 LC EXPL 23-3 BmR/842
Vonnis van 26 juli 2023
inzake
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [eiser] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. drs. R. de Nekker,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Essent Retail Energie BV,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
verder ook te noemen Essent,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. A.J. Schurink.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding - de conclusie van antwoord - de akte aan de zijde van [eiser] met productie A en B - de akte aan de zijde van [eiser] met productie C tot en met E - de mondelinge behandeling van 29 juni 2023 - de spreekaantekeningen aan de zijde van [eiser] - de spreekaantekeningen aan de zijde van Essent.
1.2.
De griffier heeft van de mondelinge behandeling zittingsaantekeningen bijgehouden.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is voor de levering van elektriciteit en gas klant bij Essent.
2.2.
Essent heeft [eiser] op 21 september 2022 per e-mail bericht dat zij de tarieven tussentijds wijzigt per 1 oktober 2022:
“Jouw leveringstarieven gaan per 1 oktober 2022 omhoog
Beste heer, mevrouw [achternaam van eiser] ,
Je hebt stroom en gas van Essent met variabele leveringstarieven. Dat betekent dat
je tarieven afhankelijk zijn van de inkoopprijs op de markt. De energieprijzen stijgen
nog steeds erg snel. Helaas gaan je variabele leveringstarieven daardoor per
1 oktober 2022 omhoog.
Het verschil tussen je huidige en nieuwe leveringstarieven* is:
Huidig tarief Nieuw tarief
Stroom € 0,29447 per kWh € 0,44395 per kWh
Gas € 1,51371 per m3 € 1,99440 per m3
Vaste leveringskosten € 5,84 € 5,84
per product per maand
*Inclusief energiebelasting, opslag duurzame energie -en klimaattransitie en 9% btw.
Bekijk het totaaloverzicht van je nieuwe tarieven onderaan deze e-mail en vanaf
1 oktober in Mijn Essent.”
2.3.
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft op 27 september 2022 kenbaar gemaakt dat communicatie over tariefwijzigingen minder dan 30 dagen van tevoren strijdig is met de wet.
2.4.
Essent kondigt op 29 september 2022 aan de tarieven per 7 november 2022 aan te passen onder de mededeling dat de tariefwijziging per 1 oktober 2022 komt te vervallen:
“Essent voert per 7 november 2022 een tariefswijziging door bij klanten met een variabel
contract. Daarmee komt de eerder aangekondigde wijziging per 1 oktober te vervallen.
Eerdere aankondiging was geldig
Essent heeft haar klanten in september tijdig, overeenkomstig de geldende wettelijke regels,
geïnformeerd. Daarbij heeft zij, de door de ACM eerder goedgekeurde algemene voorwaarden en tarieven, toegepast. Een wetsovertreding door Essent was en is dan ook niet aan de orde. Omdat de ACM sinds afgelopen vrijdag plotseling, en zonder Essent en andere energiebedrijven te raadplegen, een nieuw standpunt over de communicatietermijn heeft ingenomen en om onrust onder klanten weg te nemen, heeft Essent ervoor gekozen vanaf nu een langere aankondigingstermijn te hanteren. Klanten van Essent kunnen, bij een tariefswijziging, kosteloos en zonder opzegtermijn overstappen naar een andere energieleverancier. Essent vindt het vervelend voor haar klanten dat er onrust is ontstaan, in deze al onzekere tijd.
(…) Essent kan echter niet uitsluiten dat eventuele tussentijdse prijsveranderingen worden doorgevoerd en zal klanten in vervolg 30 dagen van tevoren informeren over tariefswijzigingen.”
2.5.
Essent heeft vervolgens bij e-mail van 4 oktober 2022 [eiser] bericht dat een tariefwijziging per 7 november 2022 ingaat:
“Jouw leveringstarieven gaan per 7 november 2022 omhoog
Beste heer, mevrouw [achternaam van eiser] ,
Je hebt stroom en gas van Essent met variabele leveringstarieven. Eerder
informeerden we je dat deze per 1 oktober zouden wijzigen. Hier ontstond veel
onrust over. Met deze e-mail willen we je duidelijkheid geven.
Je tarieven wijzigen niet per 1 oktober, maar per 7 november 2022. Dit tarief is
hoger dan je eerder hebt ontvangen. Dat komt doordat het nieuwe tarief niet over
drie maanden, maar over twee maanden wordt verspreid.
Dit zijn je huidige en nieuwe leveringstarieven*:
Huidig tarief Nieuw tarief
Stroom € 0,29447 per kWh € 0,52943 per kWh
Gas € 1,51371 per m3 € 2,15138 per m3
Vaste leveringskosten € 5,84 € 5,84
per product per maand
*Inclusief energiebelasting, opslag duurzame energie -en klimaattransitie en 9% btw.
Bekijk het totaaloverzicht van je nieuwe tarieven onderaan deze e-mail en vanaf
7 november in Mijn Essent.”
2.6.
Per 1 april 2017 gelden de Algemene Voorwaarden voor de levering van energie (hierna: de AV). De voorwaarden zijn in overleg met de Consumentenbond en de Vereniging Eigen Huis (hierna: VEH) tot stand gekomen en gelden voor de hele energiebranche. In de preambule is het volgende opgenomen:
“Niet eens
Voor de Consumentenbond en VEH waren consumentvriendelijke uitspraken van het Europese Hof van Justitie over prijswijzigingsbedingen in algemene voorwaarden de aanleiding om met Energie-Nederland in overleg te treden over de AV. Volgens het Hof moeten energieleveranciers in de voorwaarden duidelijk maken onder welke omstandigheden tussentijdse prijsverhogingen mogen worden doorgevoerd. Volgens de organisaties is de tekst op dit punt echter te vaag en biedt te weinig houvast voor consumenten.”
2.7.
In de AV is een wijzigingsbeding opgenomen:
Artikel 19 Mogen wij deze voorwaarden en onze leveringstarieven veranderen?
19.1
Wij mogen deze voorwaarden altijd veranderen.
19.2
Veranderen wij deze voorwaarden? Dan informeren wij u minimaal tien kalenderdagen voor de verandering schriftelijk of digitaal. Wij melden dan ook dat u onze overeenkomst mag beëindigen. Daarvoor gelden wel deze voorwaarden.
19.3
Wij kunnen met elkaar afspreken dat wij de leveringstarieven mogen veranderen tijdens de overeenkomst.
Redenen hiervoor zijn overheidsbesluiten en de ontwikkelingen op de markt voor elektriciteit of gas, waaronder prijsontwikkeling op de groothandelsmarkten voor elektriciteit of gas, wijzigingen met betrekking tot marge en prijs- en inkooprisico's, Wijzigingen in de kostenstructuur voor het betreffende product en wijzigingen in onze algemene kostenstructuur.
Ook andere, uitzonderlijke, omstandigheden kunnen een reden zijn om de leveringstarieven te veranderen, in dat geval zal deze reden duidelijk aan u uitgelegd worden.
19.4
Veranderen wij de leveringstarieven? Dan informeren we u schriftelijk of digitaal. Wij informeren u tijdig voordat wij deze tarieven veranderen en wij melden dan ook dat u onze overeenkomst zonder vaste einddatum mag beëindigen. Daarvoor gelden wel deze voorwaarden. Deze bepaling geldt niet voor een wijziging van de tarieven door een wijziging van de overheidsheffingen of de belastingen.
19.5
Wij kunnen ook met elkaar afspreken dat wij de leveringstarieven niet mogen veranderen tijdens de overeenkomst. Dit geldt niet voor een wijziging van de tarieven door een wijziging van de overheidsheffingen of de belastingen.”
2.8.
In de Productvoorwaarden elektriciteit en gas per 1 februari 2014 (hierna: de Productvoorwaarden) is het volgende opgenomen:
“Leveringstarieven
6. De tarieven kunnen gedurende de looptijd door marktontwikkelingen worden beïnvloed.”
2.9.
Essent heeft op 9 februari 2023 aangekondigd de variabele tarieven per 1 april 2023 te verlagen met 50%:
“Door de dalende energieprijzen verlaagt Essent haar variabele tarieven met 50 procent. Het nieuwe tarief voor stroom en gas gaat in op 1april 2023 en geldt voor alle 1,2 miljoen huishoudens met een variabel leveringscontract. De tarieven liggen opnieuw voor drie
maanden vast.
Inkoopstrategie
De periode waarin stroom en gas wordt ingekocht verschilt per energieleverancier. Essent past haar variabele tarieven niet eens per maand maar eens per kwartaal aan, zodat klanten niet te vaak te maken krijgen met tariefwijzigingen en toch snel meebewegen met prijsdalingen in de markt. Een tariefwijziging geldt bij Essent voor alle klanten met een variabel contract en niet voor slechts een deel daarvan.”

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
primair:
I. te verklaren voor recht dat het door Essent gehanteerde eenzijdig tariefwijzigingsbeding oneerlijk is en het beding te vernietigen, althans buiten toepassing te verklaren, althans [eiser] een beroep op het beding te ontzeggen;
II. de tariefwijziging van 7 november 2022 te vernietigen, althans Essent te bevelen die wijziging ongedaan te maken;
subsidiair:
III. te verklaren voor recht dat de door Essent aan de tariefwijziging van 7 november 2022 ten grondslag gelegde reden geen in artikel 19.3 AV genoemde reden is, althans geen geldige reden voor deze tariefwijziging is;
IV. de tariefwijziging van 7 november 2022 te vernietigen, althans Essent te bevelen die wijziging ongedaan te maken;
meer subsidiair:
V. te verklaren voor recht dat Essent gelet op haar toezegging dat de op 21 september 2022 gecommuniceerde tarieven zouden gelden tot en met 31 december 2022 niet per 7 november 2022 een tariefwijziging met hogere tarieven had mogen toepassen;
VI. de tariefwijziging van 7 november 2022 te vernietigen, althans Essent te bevelen die wijziging ongedaan te maken;
VII. te verklaren voor recht, althans te bepalen:
  • dat voor de periode van 1 juli 2022 tot en met 31 december 2022 de tarieven gelden zoals van toepassing per 1 juli 2022, althans
  • dat voor de periode van 1 juli 2022 tot en met 6 november 2022 de tarieven gelden zoals van toepassing per 1 juli 2022 en voor de periode van 7 november 2022 tot en met 31 december 2022 de tarieven zoals gecommuniceerd door Essent per e-mail d.d. 21 september 2022, althans
  • dat voor de periode van 1 juli 2022 tot en met 19 oktober 2022, althans 30 september 2022, de tarieven gelden zoals van toepassing per 1 juli 2022 en voor de periode van 20 oktober, althans 1 oktober 2022, tot en met 31 december 2022 de tarieven zoals gecommuniceerd door Essent per e-mail d.d. 21 september 2022;
in alle gevallen:
XI. Essent te veroordelen in de kosten van het geding, waaronder mede begrepen de nakosten en te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van de datum van het vonnis tot de dag der algehele voldoening.
3.2.
Ter onderbouwing van die vordering stelt [eiser] zich primair op het standpunt dat het in de algemene voorwaarden opgenomen wijzigingsbeding niet voldoet aan de eisen van het RWE-arrest (HvJ EU 21 maart 2013 C92/11) en het Invitel-arrest (Hvj EU 26 april 2021 C472/10) zodat het wijzigingsbeding – en daarmee de tariefwijziging van 7 november 2022 – oneerlijk is. Het wijzigingsbeding is onvoldoende transparant. Subsidiair is [eiser] van mening dat indien het wijzigingsbeding wel als eerlijk moet worden bestempeld, de reden voor de wijziging ‘onrust rondom de tariefwijziging per 1 oktober 2022’ onjuist is en niet als reden kan worden aangevoerd. Verder stelt [eiser] meer subsidiair dat Essent op 21 september 2022 aan [eiser] de toezegging heeft gedaan dat de aangekondigde tarieven zouden gelden tot 1 januari 2022 en Essent gehouden is die toezegging gestand te doen waardoor de tariefwijziging per 7 november 2022 niet geldt. Ter zitting heeft [eiser] nog aangevoerd dat de tariefwijzigingen in het verleden tot oktober 2022 altijd korter dan dertig dagen is aangekondigd, terwijl de consument wel gehouden is een opzeggingstermijn in acht te nemen van 30 dagen (artikel 21.2 AV). Het wijzigingsbeding is ook op die grond onevenwichtig en oneerlijk. Tot slot stelt [eiser] dat geen sprake is van een reële opzegmogelijkheid omdat geen alternatieve (goedkopere) aanbieder voor handen is.
3.3.
Essent heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering met als conclusie dat de kantonrechter deze zal afwijzen, met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.
3.4.
Essent baseert haar verweer - kort weergegeven - op het volgende.
3.5.
Het wijzigingsbeding geldt als een kernbeding, zodat toetsing en vernietiging op grond van op grond van de Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de Richtlijn) c.q. artikel 6:233 BW e.v. niet open ligt. Op basis van artikel 19.3 en 19.4 AV en de Productvoorwaarden is duidelijk dat bij [eiser] ’s variabele contract voor onbepaalde tijd de energietarieven eenzijdig door Essent kunnen worden gewijzigd in verband met ontwikkelingen op de energiemarkten, dat het economische gevolg daarvan is dat andere tarieven (hoger of lager) kunnen gaan gelden dan de tarieven die golden bij het aangaan van de overeenkomst, en dat het daarbij mogelijk is de overeenkomst op te zeggen en van energieleverancier te wisselen indien de respectievelijke tarieven daarvoor aanleiding zouden geven. Het beding bepaalt dus op duidelijk en begrijpelijke wijze welke mechanismen en economische gevolgen een variabel energiecontract heeft. Hiermee is voldaan aan het transparantievereiste. Het transparantievereiste eist niet dat de gevolgen van het beding ook vooraf precies kwantificeerbaar zijn, hetgeen bij een variabel energiecontract voor onbepaalde tijd niet gebruikelijk en nagenoeg onmogelijk zou zijn.
3.6.
Voor zover het wijzigingsbeding wel moet worden getoetst aan de Richtlijn c.q. artikel 6:233 BW heeft te gelden dat de Richtlijn twee soorten wijzigingsbedingen onderscheidt met alternatieve beschermingsmechanismen voor consumenten die beiden voldoen aan de Richtlijn, te weten: (i) het beding moet een duidelijke grond geven voor de wijziging, eventueel met een prijsmethodiek die specificeert op welke wijze de prijs wordt aangepast, zodat de consument op voorhand weet waar hij of zij aan toe is; of (ii) de consument moet bij een wijziging weg kunnen uit het contract door het hebben van de mogelijkheid tot beëindiging. Deze voorwaarden zijn in tegenstelling tot hetgeen [eiser] stelt niet cumulatief maar alternatief. Afgezien van het feit dat het wijzigingsbeding voldoende transparant is geldt dat ook als wordt uitgegaan van intransparantie de opzegmogelijkheid alsdan voldoende bescherming biedt tegen eenzijdige prijswijzigingen.
3.7.
De achtergrond van de tariefswijziging zijn de extreme marktontwikkelingen en de hoge inkoopprijzen van energie. Op basis van het RWE-arrest geldt enkel dat de aankondiging van de tariefswijziging tijdig moet zijn gedaan. Zowel de aankondiging (10 dagen) van de tariefswijziging per 1 oktober 2022 als per 7 november 2022 (30 dagen) voldoet aan dit vereiste. Enkel omdat de ACM plotseling een nieuw standpunt over de aankondigingstermijn heeft ingenomen en om onrust bij klanten weg te nemen heeft Essent ervoor gekozen thans een langere aankondigingstermijn van 30 dagen te hanteren. Die termijn volgt niet uit de rechtspraak noch uit de wetgeving. De tariefswijziging van 1 oktober 2022, die zag op het vierde kwartaal van 2022, is met de tariefswijziging van 7 november 2022 komen te vervallen. Het tarief van 7 november wordt gespreid over 2 maanden in plaats van 3 maanden, zodat het te betalen bedrag over het vierde kwartaal gelijk blijft.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Kern van het geschil is of het wijzigingsbeding onder artikel 19.3 AV een eerlijk beding is en Essent op grond daarvan haar tarieven mocht wijzigen. De kantonrechter beantwoordt die vraag bevestigend en overweegt daartoe het volgende.
Inleiding
4.2.
In de Nederlandse rechtspraak worden de markt voor grondstoffen, zoals gas of olie, en de markt voor elektriciteit gekwalificeerd als een ‘onvoorspelbare markt’, die ‘veelvuldig aan hevige prijsschommelingen onderhevig is.’ De huidige omstandigheden op de energiemarkt, zoals onder meer veroorzaakt door de oorlog in Oekraïne, hebben ertoe geleid dat de gas- en elektriciteitsprijzen omhoogschoten naar uitzonderlijk grote hoogten. Deze prijsontwikkelingen leveren op zichzelf, en naar objectieve maatstaven, ‘ongekende’ omstandigheden op die voor de energieleveranciers (noodzakelijkerwijs) aanleiding geven tot tariefsverhoging in ieder geval bij consumenten met een variabel contract. [eiser] heeft zo’n variabel contract, waaruit [eiser] , maar ook iedere andere consument met een variabel contract, had kunnen afleiden dat de prijzen voor gas- en energielevering konden veranderen gedurende de looptijd. [eiser] is gedurende ongeveer twintig jaar klant bij Essent en heeft als zodanig meerdere tariefswijzigingen moeten ondergaan.
Kernbeding?
4.3.
De eerste vraag die voorligt is in hoeverre het wijzigingsbeding in de algemene voorwaarden hier als kernbeding moet worden gekwalificeerd, zoals door Essent aangevoerd.
4.4.
Volgens jurisprudentie van de Hoge Raad moet het begrip kernbeding, mede gelet op de ontstaansgeschiedenis van artikel art. 6:231, aanhef en onder a, BW in het licht van artikel 4 lid 2 van de Richtlijn, zo beperkt mogelijk worden opgevat, waarbij als vuistregel kan worden gesteld dat kernbedingen veelal zullen samenvallen met de essentialia zonder welke een overeenkomst, bij gebreke van voldoende bepaalbaarheid van de verbintenissen, niet tot stand komt (MvT II, Parl. Gesch. Boek 6 (Inv. 3, 5 en 6), blz. 1521). Nu het hier gaat om een variabel contract voor de levering van energie kan het wijzigingsbeding niet anders worden gezien dan als een kernbeding, omdat de mogelijkheid om de tarieven te wijzigen de essentie van het variabele contract inhoudt. Dit betekent dat toetsing en vernietiging op grond van de Richtlijnen artikel 6:233 BW e.v. in beginsel niet mogelijk is. De uitzondering voor kernbedingen is volgens artikel 6:231 aanhef en onder a BW echter beperkt tot bedingen die duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd (zie in dat verband ook art. 4 lid 2 en 5 van de Richtlijn).
Duidelijk en begrijpelijk (transparantievereiste)?
4.5.
Bij de beoordeling van de vraag of een beding desondanks oneerlijk is speelt het in artikel 5 van Richtlijn en artikel 6:238 lid 2 BW opgenomen transparantievereiste eveneens een belangrijke rol; het enkele gebrek aan transparantie kan leiden tot het oordeel dat het beding oneerlijk is. Het is echter niet zo dat elk beding dat niet voldoet aan het transparantievereiste altijd oneerlijk is. Het transparantievereiste strekt kort gezegd ertoe dat een beding zodanig transparant moet zijn gespecificeerd dat een normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument (de gemiddelde consument) op grond van duidelijke en begrijpelijke criteria de economische gevolgen die er voor hem uit voortvloeien kan voorzien. De vraag die dus voorligt is of het beding aan het transparantievereiste voldoet en, zo nee, wat daar dan de gevolgen van zijn in het licht van de overige bepalingen van het beding.
4.6.
In het beding zijn de volgende redenen voor wijziging opgenomen;
“Redenen hiervoor zijn overheidsbesluiten en de ontwikkelingen op de markt voor elektriciteit of gas, waaronder prijsontwikkeling op de groothandelsmarkten voor elektriciteit of gas, wijzigingen met betrekking tot marge en prijs- en inkooprisico's, Wijzigingen in de kostenstructuur voor het betreffende product en wijzigingen in onze algemene kostenstructuur. Ook andere, uitzonderlijke, omstandigheden kunnen een reden zijn om de leveringstarieven te veranderen, in dat geval zal deze reden duidelijk aan u uitgelegd worden.”
4.7.
De kantonrechter is van oordeel dat het beding op zichzelf voor de consument grammaticaal juist en begrijpelijk is. Weliswaar is het voor de consument op basis van de hierboven geciteerde formulering niet mogelijk met name de economische gevolgen die er voor hem uit voortvloeien te overzien (anders dan dat hij rekening moet houden met tariefsverhogingen), maar die eis behoeft in dit geval wel enige nuancering. Immers, van Essent kan niet worden verlangd zodanige criteria te formuleren wanneer ook voor Essent zelf de genoemde redenen moeilijk (zo niet onmogelijk) nader te specificeren zijn in een algemene voorwaarde. Zo is op voorhand niet aan te geven welke (toekomstige) overheidsbesluiten van invloed zijn op de prijsontwikkeling noch welke prijsontwikkelingen zich op de groothandelsmarkt voor elektriciteit of gas voordoen, terwijl ook wijzigingen met betrekking tot marge van prijs- en inkooprisico’s, wijzigingen in de kostenstructuur voor het betreffende product en wijzigingen in de algemene kostenstructuur evenmin op voorhand nader zijn te specificeren. Met Essent is de kantonrechter van oordeel dat in het onderhavige geval het transparantievereiste niet eist dat de gevolgen van het beding ook vooraf precies kwantificeerbaar zijn. In zoverre acht de kantonrechter het beding voldoende transparant. De gemiddelde consument begrijpt, althans moet kunnen begrijpen, dat bij prijsontwikkeling als gevolg van overheidsbesluiten of prijsontwikkelingen op de handelsmarkt de tarieven aangepast moeten kunnen worden. Anders ligt dit ten aanzien van de niet nader benoemde ‘uitzonderlijke omstandigheden’. Dat is in het wijzigingsbeding te algemeen gesteld en behoeft dan ook nadere invulling en omschrijving. In zoverre is wel sprake van intransparantie.
4.8.
[eiser] voert verder nog aan dat het beding oneerlijk is, omdat Essent zich de vrijheid verschaft om de tariefswijziging ‘tijdig’ aan te kondigen terwijl [eiser] gebonden is aan een opzegtermijn van 30 dagen. De kantonrechter is met [eiser] van oordeel dat dit een onbepaalde en daardoor niet transparante termijn betreft. Essent heeft naar aanleiding van mededelingen van de Autoriteit Consument & Markt de ‘tijdige’ aankondigingstermijn vanaf 29 september 2022 inmiddels op 30 dagen gesteld. Voor zover al sprake is van een disbalans tussen de aankondigingstermijn en de opzegtermijn is dat daarmee voor de toekomst opgeheven.
Opzeggingsmogelijkheid
4.9.
De kantonrechter kent aan onder rechtsoverweging 4.7 en 4.8 genoemde intransparanties niet het rechtsgevolg toe dat [eiser] voorstaat. De mate waarin het wijzigingsbeding als niet transparant moet worden beoordeeld zal de kantonrechter verder in aanmerking nemen bij het beantwoorden van de vraag of het beding als oneerlijk kan beschouwd, mede gelet op het hierna te bespreken beëindigingsrecht (opzegging) van [eiser] . Zoals hierboven reeds is overwogen is het niet zo dat indien een beding dat niet (volledig) voldoet aan het transparantievereiste automatisch als oneerlijk dient te worden gekwalificeerd. Immers, bij de beoordeling van het oneerlijke karakter van een beding moet worden nagegaan wat het cumulatieve effect is van alle bedingen van de betrokken overeenkomst. Het wijzigingsbeding biedt aan [eiser] onder 19.2 en 19.4 de mogelijkheid de overeenkomst te beëindigen/op te zeggen na aankondiging van die tariefswijziging. Het bieden van die mogelijkheid biedt naar het oordeel van de kantonrechter in beginsel voldoende consumentbescherming tegen eenzijdige prijswijzigingen en voor de nadelige gevolgen van het wijzigingsbeding. De omstandigheid dat, al dan niet (mede) vanwege de aanhoudende verstoring in de energiemarkt als gevolg van de wereldwijde energiecrisis, op enig moment geen (goedkopere dan die van Essent) overstapmogelijkheden naar andere energieleveranciers meer kunnen worden aangeboden, waardoor een ander variabel contract bij andere leveranciers als alternatief zou afvallen, kan daaraan niet afdoen, reeds niet omdat deze ontwikkeling (bij het sluiten van de overeenkomst en ook nadien) redelijkerwijze niet door partijen valt te voorzien. Bovendien is de mogelijkheid tot omzetting van het contract dan wel beëindiging van het contract niet illusoir, althans dat is niet gebleken, nu verschillende energieleveranciers, waaronder Essent zelf, steeds variabele contracten bleven aanbieden, maar dan weliswaar tegen marktconforme prijzen. Dat Essent mogelijk als goedkoopste aanbieder op de markt is aan te merken maakt dat niet anders.
Conclusie
4.10.
Tegen voormelde achtergrond en alles overziend komt de kantonrechter tot het oordeel dat het wijzigingsbeding niet een zodanige verstoring van het evenwicht in het nadeel van [eiser] veroorzaakt – ondanks ook de geringe mate waarin het wijzigingsbeding niet transparant is – dat Essent niet te goeder trouw kon aannemen dat [eiser] daarmee zou hebben ingestemd als daarover op eerlijke wijze afzonderlijk zou zijn onderhandeld. Bezien in onderlinge samenhang met de overige bedingen kan het ter discussie gestelde wijzigingsbeding niet worden aangemerkt als oneerlijk in de zin van Richtlijn en (daarmee) ook niet als onredelijk bezwarend op grond van artikel 6:233 onder a BW.
Reden van tariefswijziging per 7 november 2022
4.11.
[eiser] stelt dat de reden van de voorgestelde tariefswijziging duister is, omdat de aangezegde tariefsverhoging van 1 oktober 2022 is herroepen vanwege de onrust over die wijziging van 1 oktober 2022. [eiser] meent dat die onduidelijkheid voor rekening van Essent komt en aldus geen geldige reden aan de wijziging van 7 november 2022 ten grondslag ligt. De kantonrechter kan [eiser] daarin niet volgen. Bij e-mail van 21 september 2022 heeft Essent per 1 oktober 2022 een tariefswijziging aangekondigd:
“Je hebt stroom en gas van Essent met variabele leveringstarieven. Dat betekent dat je tarieven afhankelijk zijn van de inkoopprijs op de markt. De energieprijzen stijgen nog steeds erg snel. Helaas gaan je variabele leveringstarieven daardoor per 1 oktober 2022 omhoog.”
In de mail van 4 oktober 2022 , waarbij is aangekondigd dat de tarieven per 7 november 2022 omhoog gaan refereert Essent aan de eerdere aankondiging van tariefsverhoging per 1 oktober 2022 onder de mededeling dat de tarieven niet per 1 oktober 2022 zullen wijzigen vanwege de onrust die daarover ontstond, maar eerst per 7 november 2022. Aan die tariefswijziging ligt dus dezelfde reden ten grondslag als die van de aangekondigde wijziging per 1 oktober 2022. Dat de reden van de tariefswijziging voor [eiser] onduidelijk is gebleven en enkel zou zien op de ontstane onrust met betrekking tot de wijziging per 1 oktober 2022 is dan ook onjuist.
Toezegging tarief
4.12.
Volgens [eiser] is Essent gebonden aan de per 1 juni 2022 aangekondigde tarieven per 1 juli 2022 dan wel aan de aangekondigde tarieven per 1 oktober 2022, omdat deze zouden gelden tot en met 31 december 2022.
De kantonrechter overweegt als volgt. In de disclaimer bij de e-mail berichten van 1 juni 2022 en van 21 september 2022 staat weliswaar vermeld dat de leveringstarieven gelden tot en met 31 december 2022 en dat in uitzonderlijke omstandigheden deze tarieven kunnen worden gewijzigd, maar dat kan niet worden gekwalificeerd als een niet voor wijziging vatbare onvoorwaardelijke toezegging.
Proceskosten
4.13.
[eiser] moet de proceskosten van Essent betalen, omdat hij ongelijk heeft gekregen. De kosten van Essent worden begroot op € 650,00 (€ 325,00 x 2 punten) aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Essent, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 650,00 aan salaris gemachtigde;
5.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. Berendsen, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 26 juli 2023.