ECLI:NL:RBMNE:2023:3846

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 augustus 2023
Publicatiedatum
25 juli 2023
Zaaknummer
C/16/546895 / HA ZA 22-544
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ambtshalve verwijzing naar kantonrechter in civiele zaak tussen vrienden over onrechtmatige uitgaven

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, gaat het om een geschil tussen twee vrienden, [eiser] en [gedaagde]. [eiser] was van 2012 tot 2019 gedetineerd en had met [gedaagde] afgesproken dat deze periodiek geld van zijn bankrekening naar zijn detentierekening zou overboeken. [eiser] gaf [gedaagde] zijn bankpas voor dit doel. Echter, [eiser] ontdekte dat [gedaagde] de bankpas ook voor andere betalingen had gebruikt zonder zijn toestemming. Dit leidde tot schade voor [eiser], die nu een schadevergoeding van € 12.294,93 vordert, vermeerderd met rente.

De procedure omvatte een dagvaarding, een conclusie van antwoord, en een mondelinge behandeling. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] verweer gevoerd en aangegeven dat de vordering van [eiser] is verminderd tot een bedrag onder de € 25.000. Dit heeft geleid tot de vraag of de rechtbank de zaak ambtshalve moet verwijzen naar de kantonrechter, aangezien vorderingen onder dit bedrag door de kantonrechter behandeld dienen te worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering, inclusief rente, niet meer dan € 25.000 bedraagt en is voornemens de zaak te verwijzen.

De rechtbank heeft bepaald dat [eiser] zich eerst bij akte mag uitlaten over dit voornemen, waarna [gedaagde] kan reageren. De verdere beslissing is aangehouden en de zaak zal opnieuw op de rol komen op 16 augustus 2023 voor het nemen van een akte uitlating.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/546895 / HA ZA 22-544
Vonnis van 2 augustus 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. F.M. van Venrooij-Nieuwenhuis te Heerlen,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. H. de Groen te Soest.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 14 oktober 2022 met producties
  • de conclusie van antwoord van 7 december 2022
  • de akte van [eiser] van 24 mei 2023 met een productie
  • de antwoordakte van [gedaagde] van 14 juni 2023.
1.2.
Ook heeft op 28 april 2023 een mondelinge behandeling plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat daar is besproken. Nadat partijen hun aktes hadden genomen is vonnis bepaald.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1.
[eiser] en [gedaagde] waren vrienden. In de periode 2012-2019 was [eiser] gedetineerd. Volgens [eiser] hebben hij en [gedaagde] bij aanvang van zijn detentie afgesproken dat [gedaagde] periodiek geld zou overboeken van [eiser] bankrekening naar zijn detentierekening. Voor dat doel heeft [eiser] zijn bankpas aan [gedaagde] laten geven.
2.2.
[eiser] verwijt [gedaagde] dat hij de bankpas heeft gebruikt voor betalingen waarvoor [eiser] geen toestemming heeft gegeven. Daar is [eiser] op enig moment achter gekomen waarna [eiser] zijn bankpas heeft geblokkeerd. [eiser] stelt dat hij door de onrechtmatige uitgaven van [gedaagde] schade heeft geleden. Hij wil dat [gedaagde] die schade vergoedt.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert samengevat – nadat hij zijn eis na de mondelinge behandeling bij akte heeft verminderd - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 12.294,93, vermeerderd met rente.
3.2.
[gedaagde] voert verweer. Hij heeft er in zijn antwoordakte van 14 juni 2023 op gewezen dat [eiser] zijn vordering heeft verminderd tot een bedrag van minder dan € 25.000 en de rechtbank verzocht de zaak te verwijzen naar de kantonrechter.
3.3.
Vorderingen met een beloop van ten hoogste € 25.000, de tot aan de dag van dagvaarding verschenen rente daarbij inbegrepen, worden behandeld en beslist door de kantonrechter (artikel 93 Rv). Voor de hoogte van de vordering wordt ook rekening gehouden met een eiswijziging (artikel 95 Rv).
3.4.
De rechtbank acht aannemelijk dat ook als de rente bij de hoofdsom wordt opgeteld, de vordering van [eiser] niet meer bedraagt dan € 25.000. De rechtbank is daarom voornemens de zaak op de voet van artikel 71 lid 2 Rv ambtshalve te verwijzen naar de kantonrechter van deze rechtbank ter verdere behandeling en beslissing. [eiser] mag zich echter eerst bij akte over dat voornemen uitlaten, waarop [gedaagde] bij akte mag reageren.
3.5.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 16 augustus 2023 voor het nemen van een akte uitlating ambtshalve verwijzing van de zaak naar de kamer voor kantonzaken aan de zijde van [eiser] ;
4.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Wallart en in het openbaar uitgesproken op 2 augustus 2023. [1]

Voetnoten

1.type: