In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 1 juni 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser heeft op 19 oktober 2022 beroep ingesteld tegen een besluit van het College van procureurs-generaal. Het College heeft in zijn reactie van 16 november 2022 gesteld dat het e-mailbericht van 13 september 2022 door eiser is aangemerkt als bezwaarschrift, maar dat er nog geen besluit op dit bezwaar is genomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep van eiser prematuur is, omdat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) eerst bezwaar gemaakt moet worden tegen een besluit voordat beroep kan worden ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen uitzonderingen van toepassing zijn die het prematuur instellen van beroep rechtvaardigen. Eiser had moeten wachten op de beslissing van het College op zijn bezwaar voordat hij beroep instelde.
De rechtbank heeft het beroep van eiser dan ook niet-ontvankelijk verklaard. Tevens heeft de rechtbank het College opgedragen om het bezwaar van eiser voortvarend te behandelen, aangezien dit al enige tijd ligt. Eiser heeft geen gelijk gekregen en het griffierecht wordt niet vergoed. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig is. Eiser had eerder verzocht om inzage in zijn persoonsgegevens bij het Openbaar Ministerie, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep niet ontvankelijk is, omdat er nog geen besluit op het bezwaar is genomen.