ECLI:NL:RBMNE:2023:3808
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- O. Veldman
- M.E.C. Bakker
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake persoonsgegevens en bezwaarprocedure
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 1 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening, ingediend door verzoeker op 18 april 2023. Het verzoek was gericht tegen een besluit van het College van procureurs-generaal van 2 februari 2023, waarin verzoeker inzage in zijn persoonsgegevens was verleend. De voorzieningenrechter heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker geen bezwaar heeft gemaakt tegen het besluit van 2 februari 2023, wat een voorwaarde is voor het treffen van een voorlopige voorziening volgens artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verzoeker heeft in zijn verzoekschrift aangegeven dat de voorlopige voorziening verband houdt met een andere beroepsprocedure (UTR 23/292), maar deze procedure betreft een ander verzoek om inzage in persoonsgegevens. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het verzoek om een voorlopige voorziening ongegrond is, omdat verzoeker niet heeft toegelicht welke voorziening getroffen zou moeten worden en waarom de uitkomst van de bezwaarprocedure niet kan worden afgewacht.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat verzoeker vooral de bezwaarprocedure wil bespoedigen, maar dat een verzoek om een voorlopige voorziening hiervoor niet het juiste middel is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat het kennelijk ongegrond is. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is geen mogelijkheid tot hoger beroep of verzet tegen deze beslissing.