Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie;
- de brief van 4 april 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, gaat het om een geschil tussen twee ondernemingen die zich bezighouden met koeriersdiensten. Eiser, een onderneming die pakketjes bezorgt voor een klant van gedaagde, heeft twee facturen gestuurd voor geleverde diensten. Gedaagde heeft deze facturen niet betaald en betwist de verschuldigdheid ervan. De overeenkomst tussen partijen werd opgezegd door gedaagde, en eiser stelt dat gedaagde tijdens een bespreking heeft toegezegd te betalen. De kantonrechter oordeelt dat eiser de hoogte van de facturen onvoldoende heeft onderbouwd en dat niet is aangetoond dat gedaagde de betaling heeft toegezegd. De kantonrechter wijst de vordering van eiser grotendeels af, maar kent een klein bedrag toe aan eiser, omdat gedaagde nog een bedrag van € 498,62 verschuldigd is. De vordering in reconventie van gedaagde wordt afgewezen, en de proceskosten worden gecompenseerd.