Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar gaat de zaak over?
3.De beoordeling
825,00(2,5 punten x tarief € 330,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert [eiser], een zzp'er die werkzaamheden verricht aan elektronische installaties, betaling van onbetaalde facturen door [gedaagde], een bouwbedrijf. De partijen waren overeengekomen dat [eiser] voor [gedaagde] werkzaamheden zou verrichten tegen een uurtarief van € 45,00 exclusief btw, met de afspraak dat de betaling van de facturen achteraf zou plaatsvinden binnen 30 dagen. [gedaagde] heeft een aantal facturen betaald, maar negen facturen zijn onbetaald gebleven, wat aanleiding geeft tot deze procedure.
Tijdens de mondelinge behandeling op 30 juni 2023 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. [gedaagde] voert verweer tegen de hoogte van de facturen, stellende dat er teveel uren zijn gefactureerd en dat sommige werkzaamheden niet goed zijn uitgevoerd. De kantonrechter oordeelt echter dat [gedaagde] eerder de facturen heeft geaccepteerd zonder protest en dat [eiser] voldoende bewijs heeft geleverd voor de gefactureerde uren. De kantonrechter wijst het verweer van [gedaagde] af en concludeert dat de vordering grotendeels toewijsbaar is.
De kantonrechter oordeelt dat de facturen voor de werkzaamheden die zijn verricht, grotendeels toewijsbaar zijn, met uitzondering van drie facturen die zijn gebaseerd op een te hoog uurtarief. De totale vordering wordt vastgesteld op € 8.772,98, inclusief wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. [gedaagde] wordt veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 2 augustus 2023 door kantonrechter mr. H.A.M. Pinckaers.