ECLI:NL:RBMNE:2023:363

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 januari 2023
Publicatiedatum
1 februari 2023
Zaaknummer
UTR 22/4535
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te late indiening

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten van 25 juli 2022 behandeld. Eiseres heeft haar beroep te laat ingediend, waardoor de rechtbank niet in staat is om de zaak inhoudelijk te behandelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift pas op 7 september 2022 is ontvangen, terwijl de termijn voor indiening op 5 september 2022 afliep. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat er geldige redenen waren voor de te late indiening. Ondanks een verzoek van de rechtbank om bewijsstukken te overleggen, heeft eiseres niet gereageerd. De rechtbank oordeelt dat de omstandigheden die eiseres aanvoert, zoals medische problemen, niet voldoende zijn om de te late indiening te rechtvaardigen. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en wijst de proceskosten af. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 31 januari 2023.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/4535

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 januari 2023 in de zaak tussen

[eiseres], [woonplaats], eiseres,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten, verweerder,

(gemachtigde: J. Hiemstra).

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder van 25 juli 2022.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiser is namelijk te laat met het indienen van beroep, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Een beroep moet worden ingediend binnen zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt (artikelen 6:7 en 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). In artikel 3:41 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt.
3. In dit geval is het besluit bekendgemaakt op 25 juli 2022. Het beroepschrift had dus uiterlijk op 5 september 2022 door de rechtbank ontvangen moeten zijn. De rechtbank heeft het beroepschrift ontvangen op 7 september 2022. Dat is dus te laat. De hoofdregel is dan dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het beroepschrift te laat door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. Op 14 oktober 2022 heeft de rechtbank eiseres een brief gestuurd en gevraagd om te laten weten waarom zij haar beroep na afloop van de beroepstermijn heeft ingediend.
5. Op 28 oktober 2022 heeft eiseres de rechtbank laten weten dat zij op 7 september 2022 met de rechtbank heeft gebeld. Eiseres heeft aangegeven dat zij de rechtbank op
2 september 2022 een brief met bijlagen had gestuurd. Zij had hiervan nog geen ontvangstbevestiging ontvangen. Toen is haar geadviseerd om zo snel mogelijk een e-mail te sturen met dezelfde stukken als die zij op 2 september 2022 al zou hebben toegestuurd.
6. Op 16 november 2022 heeft de rechtbank eiseres in de gelegenheid gesteld om stukken te overleggen waaruit blijkt dat zij op 2 september 2022 een brief aan de rechtbank heeft verstuurd. Tevens is haar gevraagd om een kopie van deze brief toe te sturen.
7. Eiseres heeft hierop niet gereageerd. Eiseres heeft daarom niet aannemelijk gemaakt dat zij op 2 september 2022, dus tijdig, beroep heeft ingesteld tegen het besluit van 25 juli 2022.
8. Bij e-mail van 28 oktober 2022 heeft eiseres toegelicht dat zij door medische problemen minder energie heeft. Hierdoor kan zij niet altijd dezelfde dag contoleren of alles (de rechtbank begrijpt: haar post) binnen is. De rechtbank oordeelt dat deze omstandigheden geen geldige redenen opleveren voor het te laat indienen van het beroep. Als eiseres niet in staat is om haar post adequaat bij te houden en om beroepstermijnen in de gaten te houden, dan had zij bijvoorbeeld aan een kennis of een advocaat om hulp kunnen vragen.
9. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen inhoudelijke uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
10. Eiseres krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf rechter, in aanwezigheid van
mr. N.R. Hoogenberk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
31 januari 2023.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.