ECLI:NL:RBMNE:2023:3624

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 juli 2023
Publicatiedatum
18 juli 2023
Zaaknummer
C/16/554890 / HA ZA 23-274
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident doorverwijzing kantonrechter toegewezen; samenhang vorderingen verzet zich tegen aparte behandeling door rechtbank en kantonrechter

In deze zaak, die zich afspeelt in de Rechtbank Midden-Nederland, is op 26 juli 2023 een vonnis in incident uitgesproken. De zaak betreft een geschil tussen twee appartementseigenaren, [eiser sub 1] c.s. en [gedaagde], die boven- en benedenburen zijn in een gebouw met twee appartementsrechten. De partijen hebben een conflict over aanpassingen en verbouwingen aan elkaars woningen, waarbij [eiser sub 1] c.s. vorderingen heeft ingesteld in conventie en [gedaagde] in reconventie. De rechtbank heeft in het incident geoordeeld dat de vorderingen van [eiser sub 1] c.s. geen waarde vertegenwoordigen die hoger is dan € 25.000,00, waardoor de kantonrechter absoluut bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een samenhang bestaat tussen de vorderingen in conventie en reconventie, wat zich verzet tegen een aparte behandeling door de rechtbank en de kantonrechter. Daarom is de zaak doorverwezen naar de kamer voor kantonzaken. De rechtbank heeft [eiser sub 1] c.s. in de kosten van het incident veroordeeld, begroot op € 598,00, en heeft partijen geïnformeerd over de verdere procedure.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/554890 / HA ZA 23-274
Vonnis in incident van 26 juli 2023
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[eiseres sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
eisers in conventie in de hoofdzaak,
verweerders in reconventie in de hoofdzaak,
verweerders in het incident,
advocaat mr. D.N. Reijnders te Utrecht,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie in de hoofdzaak,
eiser in reconventie in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
advocaat mr. L. Alberts te Hardinxveld-Giessendam.
Partijen zullen hierna [eiser sub 1] c.s. en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 32;
  • de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie en incidentele conclusie tot verwijzing naar de kantonrechter met producties 1 t/m 7;
  • de incidentele conclusie van antwoord.
1.2.
Hierna is bepaald dat er een vonnis in het incident zal worden uitgesproken.

2.De beoordeling in het incident

Waar gaat de zaak over?

2.1.
Het gebouw waarin partijen wonen bestaat op dit moment uit twee appartementsrechten. Er is een vereniging van eigenaars opgericht die het beheer en onderhoud van de gemeenschappelijke delen van dit gebouw verzorgt. Partijen zijn bovenburen van elkaar. [gedaagde] is sinds 2 juni 2015 eigenaar van het appartementsrecht van de woning aan de [straat] [nummer] in [plaats] (hierna: ‘het benedenhuis’). Dit is een woning gelegen in de kelder, op de begane grond en een gedeelte op de eerste verdieping. [eiser sub 1] c.s. is sinds 1 december 2020 eigenaar van het appartementsrecht van de woning aan de [straat] [nummer/toevoegsel] in [plaats] (hierna: ‘het bovenhuis’). Deze woning ligt op de eerste en tweede verdieping. Partijen hebben een gezamenlijk dak(terras).
2.2.
Partijen hebben een geschil over diverse aanpassingen/verbouwingen aan elkaars woning. [eiser sub 1] c.s. heeft een procedure bij de rechtbank aanhangig gemaakt.
2.3.
[eiser sub 1] c.s. vordert in conventie in de hoofdzaak samengevat:
dat de aanbouw van [gedaagde] in overeenstemming wordt gebracht met de aan de VvE voorgelegde bouwtekeningen;
dat [gedaagde] wordt veroordeeld om op eigen kosten een concept splitsingsakte en splitsingstekening te laten opstellen die in overeenstemming is met de werkelijke situatie;
een verklaring voor recht dat de kosten die [eiser sub 1] c.s. heeft gemaakt in verband met het verwijderen van de aanbouw voor rekening van [gedaagde] komen;
een verklaring voor recht dat het gezamenlijk dak overeenkomstig de toestemming van de VvE met dakterras en zonnepanelen is ingericht.
2.4.
[gedaagde] vordert in reconventie in de hoofdzaak samengevat:
een vervangende machtiging voor aanpassingen aan het gezamenlijk dak;
een vervangende machtiging voor een onderzoek naar constructieve kwaliteit van de muren van het bovenhuis van [eiser sub 1] c.s. en herstel van deze muren;
een vervangende machtiging voor het onderzoek naar de vloer in het bovenhuis van [eiser sub 1] c.s. en aanpassingen aan deze vloer;
een vervangende machtiging voor onderzoek naar de kozijnen en vervanging van een deel van de kozijnen;
medewerking van [eiser sub 1] c.s. aan deze vervangende machtigingen;
bevel tot mediation;
[eiser sub 1] c.s. te veroordelen om schadevergoeding en een gebruikersvergoeding aan [gedaagde] te betalen;
[eiser sub 1] c.s. te veroordelen om de deurbel met camera te verwijderen.
een vervangende machtiging voor het isoleren van het dak en de spouwmuur van het achterhuis;
dat als de aanbouw in strijd met de door de VvE verstrekte toestemming blijkt te zijn, vervangende machtiging voor het alsnog verlenen van de toestemming voor de huidige aanbouw.
De rechtbank zal hierna van voorgaande nummering uitgaan.
2.5.
[gedaagde] vordert in incident dat de rechtbank de zaak doorverwijst naar de kantonrechter, omdat de vorderingen van [eiser sub 1] c.s. geen waarde vertegenwoordigen die hoger is dan € 25.000,00 en de kantonrechter absoluut bevoegd is kennis te nemen van vorderingen die betrekking hebben op een vereniging van eigenaars. [gedaagde] heeft diverse reconventionele vorderingen ingesteld waarbij om een vervangende machtiging als bedoeld in artikel 5:121 BW wordt gevraagd. Ook voor deze vorderingen geldt dat de kantonrechter absoluut bevoegd is van de vorderingen kennis te nemen.
2.6.
[eiser sub 1] c.s. betwist dit, maar erkent dat voor een verzoek tot vervangende machtiging als bedoeld in artikel 5:121 BW wel geldt dat de kantonrechter uitsluitend bevoegd is.
Doorverwijzing naar de kantonrechter
2.7.
Voor sommige handelingen hebben appartementseigenaren toestemming of medewerking nodig van andere appartementseigenaren of van de VvE. Als de appartementseigenaar dit niet krijgt, kan hij de kantonrechter om een vervangende machtiging hiervoor vragen [1] . Uit de wet vloeit voort dat deze vordering door de kantonrechter behandeld moet worden. Als in een zaak meerdere vorderingen zijn en ten minste één daarvan een vordering is die door de kantonrechter behandeld moet worden, worden alle vordering behandeld en beslist door de kantonrechter. Hierop geldt een uitzondering als de samenhang tussen de vorderingen zich tegen afzonderlijke behandeling verzet [2] . Dit geldt ook als één van die vorderingen een vordering in reconventie is [3] . Wordt er bij de rechtbank in reconventie een vervangende machtiging gevorderd? Dan moet de rechtbank beoordelen of de samenhang tussen de vordering in conventie en reconventie zich tegen afzonderlijke behandeling verzet.
2.8.
Hiervan is in dit geval sprake. Een aantal vorderingen in reconventie zien op vervangende machtigingen. De vorderingen in reconventie moeten dan ook worden behandeld en beslist door de kantonrechter.
2.9.
De samenhang tussen de vorderingen in conventie en reconventie verzet zich ertegen dat de vorderingen in conventie door de rechtbank worden behandeld en de vorderingen in reconventie door de kantonrechter. Zo gaan zowel de vorderingen in conventie 1 t/m 3 als de vordering in reconventie onder 10 over de (rechtmatigheid van de) aanbouw van [gedaagde] . Verder is de beoordeling van de vordering in conventie onder 1 en 2 relevant voor de reconventionele vordering onder 10. Als de vordering in conventie onder 1 wordt toegewezen, kan de reconventionele vordering onder 10 niet worden toegewezen. Dit zou namelijk een tegenstrijdig oordeel opleveren.
Verder gaan de vordering in conventie onder 4 en de reconventionele vordering onder 1 allebei over de zonnepanelen en het dakterras op het gemeenschappelijke dak. Ook de samenhang tussen deze vorderingen verzet zich tegen aparte behandeling.
De zaak zal daarom, op de voet van artikel 71 lid 2 Rv, worden verwezen naar de kamer voor kantonzaken.
Proceskosten
2.10.
[eiser sub 1] c.s. krijgt ongelijk en zal daarom in de kosten van het incident worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden die kosten aan de zijde van [gedaagde] begroot op een bedrag van € 598,00 (1 punt x tarief € 598,00) aan salaris advocaat.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
wijst de vordering toe,
3.2.
veroordeelt [eiser sub 1] c.s. in de kosten van het incident, aan de zijde van [gedaagde] tot op vandaag begroot op € 598,00,
in de hoofdzaak
3.3.
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rolzitting van de kamer voor kantonzaken van deze rechtbank, locatie Utrecht, op woensdag 9 augustus 2023 om 9:30 uur,
3.4.
wijst partijen erop dat zij op de hiervoor vermelde rolzitting niet hoeven te verschijnen, omdat de kantonrechter eerst zal beslissen op welke wijze de procedure zal worden voortgezet, waarna de griffier partijen over deze beslissing zal informeren,
3.5.
wijst partijen erop dat zij in het vervolg van de procedure niet meer vertegenwoordigd hoeven te worden door een advocaat, maar ook persoonlijk of bij gemachtigde kunnen verschijnen,
3.6.
wijst partijen erop dat het in deze procedure geheven griffierecht ingevolge art. 8 lid 4 WGBZ zal worden verlaagd en dat het teveel betaalde griffierecht door de griffier zal worden teruggestort.
3.7.
wijst partijen erop dat van een persoon die onvermogend is, een lager griffierecht wordt geheven, indien hij op het tijdstip waarop het griffierecht wordt geheven heeft overgelegd:
1º. een afschrift van het besluit tot toevoeging als bedoeld in de Wet op de rechtsbijstand, of indien dit niet mogelijk is ten gevolge van omstandigheden die redelijkerwijs niet aan hem zijn toe te rekenen, een afschrift van de aanvraag om een toevoeging dan wel
2º. een inkomensverklaring van de Raad voor de Rechtsbijstand ten behoeve van vermindering van griffierechten (zonder gebruikmaking van een toevoeging); zie www.rvr.org,
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.T. van Rens en in het openbaar uitgesproken op 26 juli 2023. [4]

Voetnoten

1.Artikel 5:121 lid 1 BW.
2.Artikel 94 lid 2 Rv jo. 5:121 lid 1 BW.
3.Artikel 94 lid 3 Rv.
4.type: MvD 5633