ECLI:NL:RBMNE:2023:3601

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 mei 2023
Publicatiedatum
17 juli 2023
Zaaknummer
16.331349.22; 21.001829.21 (vord. tul)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige kamer van de Rechtbank Midden-Nederland oordeelt over meerdere woninginbraken en pogingen daartoe

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 12 mei 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan zes woninginbraken en twee pogingen tot woninginbraken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende data in 2022 inbraken heeft gepleegd in woningen in [plaats], waarbij hij diverse goederen heeft weggenomen, waaronder sieraden, geldbedragen en elektronische apparaten. De verdachte is op basis van forensisch bewijs, waaronder DNA-sporen, herkend als de dader van deze inbraken. Tijdens de zittingen op 30 maart en 21 april 2023 heeft de officier van justitie, mr. A. Drogt, de vordering tot strafvervolging ingediend, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. W. Hendrickx, vrijspraak heeft bepleit voor enkele feiten. De rechtbank heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 44 maanden, met aftrek van het voorarrest, en heeft de vordering van benadeelde partijen gedeeltelijk toegewezen. De rechtbank heeft ook de teruggave van in beslag genomen goederen gelast en de verdachte verplicht tot schadevergoeding aan de benadeelde partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16.331349.22; 21.001829.21 (vord. tul) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 12 mei 2023
in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1978 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
[adres 1] te [woonplaats] ,
thans gedetineerd in [verblijfplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting op 30 maart 2023 en op 21 april 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A. Drogt en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. W. Hendrickx, advocaat te Utrecht, alsmede de gemachtigde van de benadeelde partij, D. van den Borst , naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1
op 25 november 2022 te [plaats] heeft ingebroken in een woning aan de [adres 2] en uit deze woning parfum/eau de toilette, sieraden, horloges, een beeldschermbril, een schoudertas, sportschoenen, een toilettas, Xbox games en een geldbedrag toebehorende aan [benadeelde 1] heeft weggenomen;
feit 2
in de periode van 27 november 2022 tot en met 28 november 2022 te [plaats] heeft ingebroken in een woning aan de [adres 3] en uit deze woning een sleutelbos, (merk)tas(sen), siera(a)d(en) en een elektrische fiets inclusief acculader), toebehorende aan [benadeelde 2] heeft weggenomen;
feit 3
in de periode van 29 november 2022 tot en met 13 december 2022 te [plaats] heeft ingebroken in een woning aan de [adres 4] en uit deze woning een sleutelbos, (merk)tas(sen), siera(a)d(en) en een elektrische fiets inclusief acculader), toebehorende aan [benadeelde 3] heeft weggenomen;
feit 4
op 4 december 2022 te [plaats] heeft ingebroken in een woning aan de [adres 5] en uit deze woning een telefoon, een geldbedrag, horloge(s) en een hoofdtelefoon/oortjes, toebehorende aan [benadeelde 4] heeft weggenomen;
feit 5
in de periode van 4 december 2022 tot en met 18 december 2022 te [plaats] heeft ingebroken in een woning aan de [adres 6] en uit deze woning sier(a)ad(en) en een tas, toebehorende aan [benadeelde 5] heeft weggenomen;
feit 6
in de periode van 7 december 2022 tot en met 8 december 2022 te [plaats] heeft ingebroken in een woning aan de [adres 7] en uit deze woning een horloge en een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde 6] heeft weggenomen;
feit 7
op 7 december 2022 te [plaats] een poging heeft gedaan in te breken in een woning aan de [adres 8] ;
feit 8
op 11 december 2022 te [plaats] een poging heeft gedaan in te breken in een woning aan de [adres 9] .

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
Voor zover van belang worden de standpunten van de officier van justitie hieronder besproken bij het oordeel van de rechtbank.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 2, feit 4, feit 6, feit 7 en feit 8 ten laste gelegde. Voor wat betreft feit 1, feit 3 en feit 5 heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Voor zover van belang worden de standpunten van de raadsman hieronder besproken bij het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
feit 1
Verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 21 april 2023;
- een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 25 november 2022, genummerd PL0900-2022352791-6, opgemaakt door Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina’s 53 en 54.
feit 2
Proces-verbaal van aangifte [benadeelde 2] d.d. 28 november 2022
Aangever [benadeelde 2] heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 27 november 2022 had ik mijn woning aan de [adres 3] te [plaats] afgesloten. Op 28 november 2022 kwam ik thuis. Ik zag dat de deuren van mijn kast in de hal open stonden. Ik zag dat er een gat van ongeveer 50 centimeter lang en 50 centimeter breed zat in de deur die toegang verschaft tot mijn tuin. Ik zag dat het glas gebroken was en dat er glasscherven op de grond van mijn woonkamer lagen. Ik zag dat de sleutelbos van mijn vrouw is weggenomen. Ik zag dat er meerdere dure merktassen en gouden sieraden van mijn vrouw waren weggenomen. Toen ik in mijn schuur in de tuin keek, zag ik dat mijn elektrische fiets en acculader was weggenomen. [2]
Proces-verbaal van forensisch onderzoek woning ( [adres 3] , [plaats] ) d.d. 7 december 2022
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in het proces-verbaal van forensisch onderzoek onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op het raam dat naar binnen draait zag ik aan de buitenzijde een veegspoor dat men achterlaat als men erlangs naar buiten klimt. Dit veegspoor heb ik bemonsterd en veiliggesteld voor onderzoek: SIN AAPX1778NL. [3]
Een deskundigenrapportage forensisch DNA-onderzoek d.d. 15 december 2022
Drs. B.J. Blankers (NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige) heeft in de deskundigenrapportage onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Een DNA-hoofdprofiel is een op basis van piekhoogte duidelijk te bepalen DNA-profiel in een DNA-mengprofiel. Van het celmateriaal waaruit een DNA-hoofdprofiel is opgesteld, is duidelijk een grotere hoeveelheid aanwezig dan van het celmateriaal van overige donoren. [4]
Tabel 1 – Resultaat van het DNA-onderzoek
Bemonstering
DNA-profiel
Mogelijke donor van celmateriaal
Van buitenzijde binnendraaiend raam, veegspoor langs AAPX1778NL
DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van
minimaal twee donoren, van wie zeker één man.
Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De
frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan
één op één miljard.
De additionele DNA-kenmerken van de minder
prominent aanwezige donoren zijn niet geschikt
voor vergelijkend DNA-onderzoek.
[verdachte]
(DNA-hoofdprofiel)
feit 3
Verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 21 april 2023;
- een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 13 december 2022, genummerd PL0900-2022371054-2, opgemaakt door Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina’s 241 en 242.
feit 4
Proces-verbaal van aangifte [benadeelde 4] d.d. 4 december 2022
Aangever [benadeelde 4] heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 4 december 2022 omstreeks 16.00 uur verliet ik mijn woning aan de [adres 5] te [plaats] . Op 4 december 2022 omstreeks 20.00 uur kwam ik terug bij mijn woning. Ik zag bij binnenkomst dat het raam was geforceerd. Tevens zag ik dat de luxaflex beschadigd was en dat er verschillende kastjes en lades waren geopend. De volgende goederen zijn weggenomen: 100 euro, Apple iPhone 7, horloge (Tommy Hilfiger), horloge (Quartz), horloge (U.S. Polo), horloge (Regal) en oortjes. [5]
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 december 2022
Verbalisant [verbalisant 2] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op zondag 4 december 2022 werd er in de avond tussen 16:00 uur en 20:00 uur een inbraak gepleegd in een woning op de [adres 5] . De verdachte die mogelijk de inbraak pleegde, werd rond 18:05 uur op camera vastgelegd. Deze camerabeelden zijn van een woning op de [adres 10] . Er is een verdachte te zien op de camerabeelden met het volgende signalement: Geslacht: man, Huiskleur: blank, Postuur: normaal. De verdachte heeft een spijkerbroek aan en een donkere jas met capuchon. Hij heeft donkerkleurige schoenen aan met een witte zool. Deze zool wordt onderbroken in het midden door een zwarte kleur aan beide kanten van de schoen. De verdachte komt aanlopen met een zwarte herenfiets. [6]
Ik zag op de bewegende beelden dat de verdachte verder op straat liep richting de rechterkant vanuit de camerabeelden te zien. De verdachte stopte ter hoogte van de [adres 5] . Hij stapte rechts langs de lantaarnpaal de verhoging op. Dat is op de plek van [adres 5] . [7]
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 december 2022
Verbalisant [verbalisant 3] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
De woning van verdachte aan de [adres 1] is doorzocht ter inbeslagname. Bij deze doorzoeking werden onder andere de volgende goederen aangetroffen die gelijkend zijn met de goederen op de camerabeelden van de woninginbraken:
- herenfiets (kleur: donker, merk: Altec, kettingslot om zadelpen, half open kettingkast met een derailleur);
- zwarte jas met capuchon en embleem op de linkermouw;
- groene hoodie;
- groen met zwart paar schoenen met witte zool welke is onderbroken door een zwart vlak. [8]
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 januari 2023
Verbalisant [verbalisant 4] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik bekeek opnames van beveiligingscamera's rond de woningen waar werd ingebroken. Dit gaat onder meer om het adres [adres 5] in [plaats] .
Op de beelden is een persoon te zien met het volgende signalement:
- jas met embleem op de linkermouw;
- normaal postuur;
- donkere schoenen met witte zool met donkere onderbreking in het midden van de zool;
- spijkerbroek. [9]
Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte [verdachte] ter inbeslagname op 21
december 2022 werden schoenen aangetroffen die sterk gelijkend zijn aan de
schoenen die op camerabeelden te zien zijn.
Ik zag dat deze schoenen sterk gelijkend waren door de volgende kenmerken:
- donkergroene schoenen;
- witte zool;
- zool wordt onderbroken door donker deel in het midden van de zool.
Ook werden in de woning van de verdachte een tweetal jassen aangetroffen. Een van
deze jassen is sterk gelijkend aan de jas die ik zag op camerabeelden.
Ik zag dat de jas sterk gelijkend was door de volgende kenmerken:
- donkere jas;
- capuchon in dezelfde kleur als de jas;
- embleem op de linkermouw ter hoogte van de bovenarm.
Bij twee beelden rondom woninginbraken zag ik dat de verdachte een fiets met zich mee voerde. Dit was op de beelden van de inbraak bij [adres 9] en
[adres 5] te [plaats] .
Deze fiets heeft de volgende kenmerken:
- herenfiets;
- donkere kleur;
- merk op de schuine framebuis: Altec;
- rechthoekige fietslamp voor;
- donkerkleurig kettingslot om de zadelpin gewikkeld.
Nadat ik de fiets zag op de beelden zocht ik naar Altec fietsen op het internet. Ik
zag dat de fiets die op de beelden bij inbraken te zien is, sterk gelijkende
kenmerken heeft aan de volgende fiets: Altec Metro 7SP.
Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte [verdachte] werd de volgende fiets
aangetroffen: Altec Metro 7SP. Deze fiets heeft sterk gelijkende kenmerken met de
fiets die ik zag op camerabeelden rondom de woninginbraken op de [adres 5] en de [adres 9] te [plaats] . [10]
feit 5
Verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit.
De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 21 april 2023;
- een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 22 december 2022, genummerd PL0900-2022375855-4, opgemaakt door Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina’s 258 en 259.
feit 6
Proces-verbaal van aangifte [benadeelde 6] d.d. 8 december 2022
Aangever [benadeelde 6] heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 7 december 2022 verliet ik mijn woning op de [adres 7] te [plaats] . Op 8 december 2022 werd ik gebeld door verbalisant [verbalisant 5] van de politie. Ik kwam aan bij mijn woning en zag een gat in de glazen pui aan de rechterzijde tegen het kozijn. Dit gat was ongeveer 50 centimeter hoog en 30 centimeter breed. Ik zag dat er in de tuin en in de woonkamer glasscherven bij de deur lagen. Ik zag dat er in de tuin bij de plek waar het raam kapot was een steen lag. Ik zag dat 150 euro en een goudkleurige namaak Rolex weggenomen waren. Ook zag ik dat tussen de 50 en 70 euro uit de spaarpotten van mijn kinderen was weggenomen. [11]
Proces-verbaal van forensisch onderzoek woning ( [adres 7] , [plaats] ) d.d. 12 december 2022
Verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 7] hebben in het proces-verbaal van forensisch onderzoek onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Wij zagen dat er een gat in de schuifpui zat. Ik (verbalisant [verbalisant 6] ) heb de rand van het gat in het glas bemonsterd op epitheel (SIN AAOI5940NL). Ik zag aan de buitenzijde van het glas handschoensporen en vegen zitten, ik heb deze vegen bemonsterd op epitheel (SIN AAOI5938NL). [12]
Een deskundigenrapportage forensisch DNA-onderzoek d.d. 21 december 2022
Dr. P.J. Herbergs (NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige) heeft in de deskundigenrapportage onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Tabel 1 – Resultaat van het DNA-onderzoek
Bemonstering
DNA-profiel
Mogelijke donor van celmateriaal
Vetvlek boven handschoenspr buitenzijde schuifpui AAOI5938NL
DNA-profiel van een man. De frequentie van het
DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.
[verdachte]
Rand gat in raam
schuifpui
AA015940NL
DNA-profiel van een man. De frequentie van het
DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.
[verdachte]
feit 7
Proces-verbaal van aangifte [benadeelde 7] d.d. 7 december 2022
Aangever [benadeelde 7] heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 7 december 2022 verliet ik mijn huurwoning aan de [adres 8] te [plaats] . Diezelfde dag kwam ik terug en zag ik op de deurmat een hamer liggen. Op een kast, naast de achterdeur, zag ik een schroevendraaier liggen. Toen ik de deur inspecteerde zag ik schade onderin aan de afwerkplint. Ik zag dat de schuurdeur geopend was, deze deur had ik niet afgesloten toen ik wegging. Toen ik in de tuin stond zag ik op de eerste verdieping bij het rechterraam dat de hor scheef opengeschoven was. [13]
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 december 2022
Verbalisant [verbalisant 8] heeft in het proces-verbaal van bevindingen naar aanleiding van de poging inbraak aan de [adres 8] , waarvan op 7 december 2022 aangifte is gedaan, onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ter plaatse op het adres [adres 8] zag ik braaksporen op de achterdeur. Ik zag dat er op de grond een hamer lag. Ik hoorde de bewoner zeggen:
- dat er op een kastje, naast de deur, een schroevendraaier lag,
- dar hij deze herkende als zijn eigendom,
- dat deze hamer en schroevendraaier normaliter in de schuur zouden liggen. [14]
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 december 2022
Verbalisant [verbalisant 3] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Naar aanleiding van een poging inbraak op de [adres 8] te [plaats] op 7 december 2022, bekeek ik de, door het slachtoffer, beschikbaar gestelde
camerabeelden. Ik bekeek de beelden van de cameradeurbel van de [adres 8] te [plaats] . De beelden waren van 7 december 2022. Ik zag één verdachte met het volgende signalement: lichte capuchon, lichte jas met op de linkerarm een donker merkteken, lichte broek en donkere schoen met lichte zool. De zool wordt in het midden onderbroken door een donker vlak.Ik zag dat deze schoenen soortgelijk waren aan de schoenen die de persoon droeg op de camerabeelden van de [adres 5] (de rechtbank begrijpt de inbraak van feit 4). [15]
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 december 2022
Verbalisant [verbalisant 3] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
De woning van verdachte aan de [adres 1] is doorzocht ter inbeslagname. Bij deze doorzoeking werden onder andere de volgende goederen aangetroffen die gelijkend zijn met de goederen op de camerabeelden van de woninginbraken:
- herenfiets (kleur: donker, merk: Altec, kettingslot om zadelpen, half open kettingkast met een derailleur);
- zwarte jas met capuchon en embleem op de linkermouw;
- groene hoodie;
- groen met zwart paar schoenen met witte zool welke is onderbroken door een zwart vlak. [16]
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 januari 2023
Verbalisant [verbalisant 4] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik bekeek opnames van beveiligingscamera's rond de woningen waar werd ingebroken. Dit gaat onder meer om het adres [adres 8] in [plaats] . Op de beelden is een persoon te zien met het volgende signalement:
- jas met embleem op de linkermouw;
- normaal postuur;
- donkere schoenen met witte zool met donkere onderbreking in het midden van de zool;
- spijkerbroek. [17]
Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte [verdachte] ter inbeslagname op 21
december 2022 werden schoenen aangetroffen die sterk gelijkend zijn aan de
schoenen die op camerabeelden te zien zijn.
Ik zag dat deze schoenen sterk gelijkend waren door de volgende kenmerken:
- donkergroene schoenen;
- witte zool;
- zool wordt onderbroken door donker deel in het midden van de zool.
Ook werden in de woning van de verdachte een tweetal jassen aangetroffen. Een van
deze jassen is sterk gelijkend aan de jas die ik zag op camerabeelden.
Ik zag dat de jas sterk gelijkend was door de volgende kenmerken:
- donkere jas;
- capuchon in dezelfde kleur als de jas;
- embleem op de linkermouw ter hoogte van de bovenarm. [18]
feit 8
Proces-verbaal van aangifte [benadeelde 8] d.d. 11 december 2022
Aangever [benadeelde 8] heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 11 december 2022 omstreeks 20:32 uur zat ik in de woonkamer van mijn woning aan de [adres 9] te [plaats] . Wij hoorden wat gebonk en gerommel gevolgd door een harder gebonk in de achtertuin. Na de komst van de politie ben ik naar de achtertuin gelopen. Ik zag dat de ruit van het raam van de aanbouw aan de linkerzijde van de woonkamer geforceerd was. Dit betreft een ruit (dubbelglas) van ongeveer 190 cm hoog en 150 cm breed.
De deurbelcamera heeft opnamen gemaakt. [19]
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 december 2022
Verbalisant [verbalisant 9] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik heb de beelden bekeken van de ring deurbelcamera van de woning [adres 9] te [plaats] . De beelden zijn opgenomen op 11 december 2022 tussen 20:32:29 uur en 20:32:46 uur.
Links in beeld komt de verdachte, lopend naast zijn fiets, in beeld. Verdachte draagt op de beelden een lichtkleurige heupjas, de capuchon van de jas draagt hij over zijn hoofd. Later is op beeld te zien dat de verdachte een lichtkleurige broek met daaronder nogal opvallende schoenen draagt. De schoenen zijn op het beeld donker van kleur. Aan de zijkant, ter hoogte van de zool, loopt een witte doorbroken streep. Ook bij de neus van de schoen is de witte streep doorbroken. Verdachte loopt langs de woning. Even later is de fiets goed in beeld. Verbalisant [verbalisant 2]
heeft de beelden ook bekeken en herkende de fiets uit het onderzoek onder 2022362148 (de rechtbank begrijpt de fiets op de camerabeelden van de diefstal uit de woning aan de [adres 5] (feit 4). [20]
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 december 2022
Verbalisant [verbalisant 3] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
De woning van verdachte aan de [adres 1] is doorzocht ter inbeslagname. Bij deze doorzoeking werden onder andere de volgende goederen aangetroffen die gelijkend zijn met de goederen op de camerabeelden van de woninginbraken:
- herenfiets (kleur: donker, merk: Altec, kettingslot om zadelpen, half open kettingkast met een derailleur);
- zwarte jas met capuchon en embleem op de linkermouw;
- groene hoodie;
- groen met zwart paar schoenen met witte zool welke is onderbroken door een zwart vlak. [21]
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 januari 2023
Verbalisant [verbalisant 4] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik bekeek opnames van beveiligingscamera's rond de woningen waar werd ingebroken. Dit gaat onder meer om het adres [adres 9] in [plaats] . Op de beelden is een persoon te zien met het volgende signalement:
- jas met embleem op de linkermouw;
- normaal postuur;
- donkere schoenen met witte zool met donkere onderbreking in het midden van de zool;
- spijkerbroek. [22]
Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte [verdachte] ter inbeslagname op 21
december 2022 werden schoenen aangetroffen die sterk gelijkend zijn aan de
schoenen die op camerabeelden te zien zijn.
Ik zag dat deze schoenen sterk gelijkend waren door de volgende kenmerken:
- donkergroene schoenen;
- witte zool;
- zool wordt onderbroken door donker deel in het midden van de zool.
Ook werden in de woning van de verdachte een tweetal jassen aangetroffen. Een van
deze jassen is sterk gelijkend aan de jas die ik zag op camerabeelden.
Ik zag dat de jas sterk gelijkend was door de volgende kenmerken:
- donkere jas;
- capuchon in dezelfde kleur als de jas;
- embleem op de linkermouw ter hoogte van de bovenarm.
Bij twee beelden rondom woninginbraken zag ik dat de verdachte een fiets met zich mee voerde. Dit was op de beelden van de inbraak bij [adres 9] en
[adres 5] te [plaats] .
Deze fiets heeft de volgende kenmerken:
- herenfiets;
- donkere kleur;
- merk op de schuine framebuis: Altec;
- rechthoekige fietslamp voor;
- donkerkleurig kettingslot om de zadelpin gewikkeld.
Nadat ik de fiets zag op de beelden zocht ik naar Altec fietsen op het internet. Ik
zag dat de fiets die op de beelden bij inbraken te zien is, sterk gelijkende
kenmerken heeft aan de volgende fiets: Altec Metro 7SP.
Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte [verdachte] werd de volgende fiets
aangetroffen: Altec Metro 7SP. Deze fiets heeft sterk gelijkende kenmerken met de
fiets die ik zag op camerabeelden rondom de woninginbraken op de [adres 5] en de [adres 9] te [plaats] . [23]
Bewijsoverwegingen
feit 2 en feit 6 – DNA
Verdachte heeft zich bij de politie voor wat betreft feit 2 op zijn zwijgrecht beroepen en voor wat betreft feit 6 heeft verdachte niet willen verklaren. Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij niks te maken heeft met deze tenlastegelegde feiten. Verdachte heeft verklaard dat hij regelmatig spullen, zoals handschoenen of gereedschap, uitleent aan mensen die in hetzelfde gebouw wonen als verdachte.
Mogelijk hebben die mensen woninginbraken gepleegd met de uitgeleende spullen met verdachte zijn DNA daarop. De raadsman heeft in aanvulling hierop wat betreft feit 2 bepleit dat het aantreffen van de sleutelbos ontlastend bewijs oplevert. Immers, er is weliswaar DNA van verdachte op de achtergebleven sleutels aangetroffen, de sleutels van de sleutelbos pasten echter niet op de woning van verdachte. Dit past bij de verklaring van verdachte, dat mogelijk iemand anders uit het gebouw met de handschoenen met daarop verdachte zijn DNA, de woninginbraak heeft gepleegd en dat diegene zijn sleutels heeft achtergelaten.
Op basis van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat op 27 november 2022 een woninginbraak is gepleegd aan de [adres 3] te [plaats] (feit 2). Tussen 7 december 2022 en 8 december 2022 is een woninginbraak gepleegd aan de [adres 7] te [plaats] (feit 6). De vraag die de rechtbank vervolgens dient te beantwoorden is of verdachte degene is geweest die deze woninginbraken heeft gepleegd. De rechtbank beantwoordt deze vraag, ondanks de ontkenning van verdachte, bevestigend en licht dit oordeel als volgt toe.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat na de woninginbraken aan de [adres 3] en de [adres 7] forensisch onderzoek is gedaan door de politie. Daarbij zijn sporen veiliggesteld. Van het DNA in het sporenmateriaal uit de veiliggestelde sporen is een DNA-profiel verkregen. Bij de vergelijking van het DNA-profiel getrokken uit de veiliggestelde sporen met de DNA-databank, komt een match naar voren met het DNA-profiel van verdachte. Dit levert voldoende wettig en overtuigend bewijs op dat verdachte degene is geweest die de woninginbraken onder feit 2 en feit 6 heeft gepleegd. De veiliggestelde sporen (epitheel) zijn aangetroffen precies op de plekken waar de dader van buiten naar binnen is gegaan, te weten op een naar binnendraaiend raam en op een gat in de schuifpui / op de schuifpui zelf. Daarmee is telkens sprake van een daderspoor op een delict gerelateerde locatie. De aard van de sporen duidt erop dat deze sporen rechtstreeks door de dader van de woninginbraak zijn achtergelaten. Het alternatieve scenario dat een ander met de door verdachte uitgeleende spullen de woninginbraken heeft gepleegd, dat verdachte pas ter zitting heeft gegeven, is niet nader geconcretiseerd en acht de rechtbank ook niet op andere wijze aannemelijk geworden. Daar komt bij dat de manier van inbreken in beide woningen in grote mate overeenkomt met de andere bewezenverklaarde inbraken.
De rechtbank komt gelet op voorgaande tot een bewezenverklaring van het onder feit 2 en feit 6 tenlastegelegde.
feit 4, feit 7 en feit 8 – camerabeelden
Verdachte heeft over het tenlastegelegde onder feit 4, feit 7 en feit 8 bij de politie geen verklaring gegeven. Ter zitting heeft hij verklaard dat hij niet degene is die op de camerabeelden staat.
De raadsman heeft aanvullend op deze verklaring naar voren gebracht dat op alle beelden wel iemand te zien is, maar de vraag of is of dit verdachte is. Er wordt daarnaast gewezen op specifieke kenmerken van de jas en schoenen, maar deze specifieke kenmerken worden eerst als licht omschreven, daarna weer als donker. Tot slot zijn op de beelden geen inbrekershandelingen te zien. Ook is niet te zien dat degene op de beelden iets wegneemt.
Op basis van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat op 4 december 2022 een woninginbraak is gepleegd aan de [adres 5] te [plaats] (feit 4). Op 7 december 2022 is een poging gedaan tot woninginbraak aan de [adres 8] te [plaats] (feit 7) en op 11 december 2022 is een poging gedaan tot woninginbraak aan de [adres 9] te [plaats] (feit 8).
De vraag of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan deze (pogingen tot) woninginbraak, beantwoordt de rechtbank bevestigend en licht dit als volgt toe.
De uiterlijke kenmerken van de man op de beelden, geregistreerd en vastgelegd op dezelfde data/tijdstippen als waarop is ingebroken op de [adres 5] te [plaats] en is gepoogd in te breken in de woningen aan de [adres 8] te [plaats] en aan de [adres 9] te [plaats] , komen telkens overeen. Zo draagt de man steeds dezelfde soort kleding, draagt hij telkens dezelfde soort schoenen en bij feit 4 en feit 8 komt de man op dezelfde soort fiets. Alle beelden zijn vastgelegd in het zwart / wit. Het is algemeen bekend dat sommige (deur)camera’s licht en donker omdraaien bij dag en nacht. Zo kunnen donkere kleuren in de nacht juist licht worden afgebeeld op de camera en lichte kleuren kunnen donker worden afgebeeld. Dat de specifieke kenmerken van de kleding dus wisselend als donker en licht worden afgebeeld en omschreven, neemt niet weg dat het nog steeds kan zijn dat het om dezelfde soort kleding gaat.
De kleding, de schoenen en de fiets die te zien zijn op de beelden, komen overeen met de goederen aangetroffen in de woning van verdachte tijdens de doorzoeking van zijn woning. Gelet op de bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien is de rechtbank van oordeel dat verdachte degene is die te zien is op de camerabeelden en derhalve als dader van de woninginbraak en pogingen daartoe kan worden aangemerkt.
Bij de poging woninginbraak onder feit 7 heeft de man op de beelden geen fiets bij zich. De link naar verdachte vindt plaats op basis van de overeenkomst tussen de kleding en de schoenen die zichtbaar is op de camerabeelden en de kleding en schoenen die bij verdachte thuis is aangetroffen. De rechtbank vindt naast deze overeenkomst steunbewijs in de bewezenverklaring van het onder feit 6 tenlastegelegde. Immers, deze woninginbraak vond plaats tussen 7 en 8 december 2022 aan de [adres 7] te [plaats] . De poging woninginbraak onder feit 7 vond plaats op 7 december 2022 aan de [adres 8] te [plaats] . Gelet op de vaststelling dat verdachte tussen 7 en 8 december 2022 in de [adres 7] te [plaats] was en de overeenkomst tussen de kleding en schoenen op de camerabeelden en de kleding en schoenen die bij hem thuis zijn aangetroffen, ziet de rechtbank, in onderling verband en samenhang bezien, eveneens voldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de poging tot woninginbraak aan de [adres 7] .
De rechtbank komt gelet op voorgaande tot een bewezenverklaring van het onder feit 4, feit 7 en feit 8 tenlastegelegde.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
hij op 25 november 2022 te [plaats] , in een woning, te weten aan de [adres 2] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, meerdere, flesjes parfum/eau de toilette en meerdere sieraden en een horloge en een beeldschermbril en een schoudertas en sportschoenen en een toilettas en meerdere Xbox games en een geldbedrag, die geheel aan [benadeelde 1] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/ die weg te nemen voornoemde goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en inklimming;
feit 2
hij in de periode van 27 november 2022 tot en met 28 november 2022
te [plaats] , in een woning, te weten aan de [adres 3] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de
rechthebbende bevond, een sleutelbos en meerdere merktassen en meerdere, sieraden en een elektrische fiets inclusief acculader, die geheel aan [benadeelde 2] ,
toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen voornoemde goederen onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van braak en inklimming;
feit 3
hij in de periode van 29 november 2022 tot en met 13 december 2022
te [plaats] , in een woning, te weten aan de [adres 4] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de
rechthebbende bevond, meerdere merktassen en meerdere sieraden en een horloge en een geldbedrag die geheel aan [benadeelde 3] , toebehoorden heeft weggenomen met
het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen voornoemde goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en inklimming;
feit 4
hij op 4 december 2022 te [plaats] , in een woning, te weten aan de [adres 5] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een telefoon en een geldbedrag en meerdere, horloge(s) en oortjes, die geheel aan [benadeelde 4] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen voornoemdegoederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en inklimming;
feit 5
hij in de periode van 4 december 2022 tot en met 18 december 2022 te
[plaats] , in een woning te weten aan de
[adres 6] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil
van de rechthebbende bevond, meerderesieradenen een tas, die geheel aan [benadeelde 5] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
en die weg te nemen voornoemde goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en inklimming;
feit 6
hij in de periode van 7 december 2022 tot en met 8 december 2022 te
[plaats] , in een woning, te weten aan de
[adres 7] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de
rechthebbende bevond, een horloge en een geldbedrag, die geheel aan [benadeelde 6] , in elk geval aan een ander toebehoorden
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
en die weg te nemen voornoemde goed(eren) onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van braak en inklimming;
feit 7
hij op 7 december 2022 te [plaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in een woning, te weten aan de [adres 8] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel aan [benadeelde 7] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorden weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot
de plaats van het misdrijf te verschaffen en die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak (gereedschap uit de schuur van deze [benadeelde 7] heeft gepakt en de achterdeur heeft geforceerd) en heeft geprobeerd middels het raam van de eerste verdieping de woning binnen te komen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 8
hij op 11 december 2022 te [plaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in een woning te weten aan de [adres 9] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, goederen van zijn gading, die geheel aan [benadeelde 8] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorden weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en die weg te
nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak (een ruit van de woning heeft geforceerd), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1, feit 2, feit 3, feit 4, feit 5, feit 6:
Telkens: diefstal in een woning door iemand de zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en inklimming.
feit 7 en feit 8:
Telkens: poging tot diefstal in een woning door iemand de zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 44 maanden, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd.
In vergelijkbare zaken worden lagere straffen opgelegd dan de straf die de officier van justitie heeft geëist. Er speelt problematiek bij verdachte, daar moet ook naar gekeken worden. De adviezen van de reclassering lijken niet met elkaar te rijmen. In januari 2023 wordt nog een strak kader geadviseerd en nu wordt een lik op stuk beleid geadviseerd. Een lik op stuk beleid heeft in het verleden helemaal niet geholpen. Het Leger des Heils is juist een instantie die mensen altijd nog een kans geeft. Verdachte staat nog open voor het opleggen van voorwaarden. Hij heeft hulp nodig, misschien kan hij op een andere plek gaan wonen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan zes woninginbraken en twee pogingen tot woninginbraken. Verdachte heeft met zijn handelen geen enkel respect getoond voor de eigendom en privacy van de slachtoffers en heeft zijn eigen geldelijk gewin vooropgesteld. Een woning is bij uitstek de plek waar iemand zich veilig zou moeten voelen. Dat dit niet meer vanzelfsprekend is na een woninginbraak bleek ook uit de onderbouwing van de vordering benadeelde partij van de familie [benadeelde 2] . Dit gezin ervaart tot op de dag van vandaag nog gevoelens van onveiligheid en slapen daardoor slecht. De rechtbank rekent dit verdachte zeer aan.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 27 februari 2023, waaruit blijkt dat verdachte veelvuldig voor soortgelijke misdrijven is veroordeeld. De rechtbank weegt deze omstandigheid ten nadele van de verdachte mee bij de straftoemeting.
In het reclasseringsadvies van 6 maart 2023, opgesteld door M. Ippel, heeft de reclassering geadviseerd om een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden. De reclassering ziet geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag te veranderen. In het kader van een detentiefasering kan de reclassering opnieuw beoordelen of er mogelijkheden zijn om interventies in te zetten.
Later heeft de reclassering in aanvulling op het reclasseringsadvies van 6 maart 2023 antwoord gegeven op de vragen van de rechtbank. In de antwoorden wordt – kortgezegd – beschreven dat de reclassering het advies van 6 maart 2023 handhaaft. Het lik op stuk beleid is beredeneerd vanuit (en past bij) de LVB-problematiek van verdachte, in die zin dat verdachte erbij gebaat is direct de consequenties te ervaren van zijn acties. De opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf (vanuit het gewezen arrest in het hoger beroep van 18 augustus 2022), bleek niet het effect te hebben van de ‘stok achter de deur’. De reclassering van het Leger des Heils is bij uitstek de partij die doorgaat als het lastig is en kansen en mogelijkheden ziet waar anderen ze niet zien. Echter is in dit traject de grens bereikt.
Straf
Gelet op de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. De rechtbank heeft voor het bepalen van de hoogte van de straf gekeken naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting (LOVS). Deze oriëntatiepunten nemen voor een (voltooide) woninginbraak een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zeven maanden als uitgangspunt bij veelvuldige recidive. Daarnaast heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd. De rechtbank weegt ook mee dat verdachte geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor het grootste gedeelte van de gepleegde woninginbraken. Dit werkt weliswaar niet strafverzwarend – een verdachte mag ontkennen – maar het maakt wel dat de rechtbank in dit geval geen ruimte ziet tot strafmatiging.
Verdachte is gelet op zijn strafblad een veelvuldig recidivist. Hij heeft zich kennelijk niets aangetrokken van eerdere veroordelingen voor vermogensdelicten en heeft al veel kansen gehad. De rechtbank is van oordeel dat het initiatief voor het krijgen van hulp nu bij verdachte zelf moet liggen. Indien verdachte intrinsiek is gemotiveerd tot een gedragsverandering, dan zijn er voor hem vanuit detentie mogelijkheden om dat met behulp van instanties te bewerkstelligen. De rechtbank ziet gelet op voorgaande geen reden om een voorwaardelijk strafdeel met daaraan gekoppeld bijzondere voorwaarden op te leggen.
Alles overwegende acht de rechtbank de eis van de officier van justitie passend en geboden en zal aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 44 maanden met aftrek van voorarrest opleggen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de inbeslaggenomen schoenen terug te geven aan verdachte.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht de inbeslaggenomen schoenen terug te geven aan verdachte.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van het in beslag genomen voorwerp, te weten 1 STK Schoenen.

10.BENADEELDE PARTIJ

10.1
[benadeelde 2]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 3605,90. Dit bedrag bestaat uit € 3255,90 materiële schade en € 350,00 immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder feit 2 ten laste gelegde feit.
10.1.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht vordering toe te wijzen.
10.1.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de vordering niet-ontvankelijk te verklaren.
10.1.3
Het oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is vast komen te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen onder feit 2 materiële schade heeft geleden. Ter onderbouwing van de materiële schade heeft de benadeelde partij een expertiserapport overlegd waarin de schade is vastgesteld. Tevens heeft de benadeelde partij een afschrift overlegd van de ABN AMRO waarin de hoogte van de vergoeding voor de schade is vastgesteld. De rechtbank zal het niet vergoede deel van de schade toewijzen, met uitzondering van de € 50,00 die de verzekeraar te weinig heeft uitgekeerd. Dit houdt namelijk geen rechtstreeks verband met het bewezenverklaarde feit. De rechtbank zal het gevraagde bedrag voor de aangeschafte camera ter hoogte van € 61,90 wel toewijzen.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor wat betreft de immateriële schade niet-ontvankelijk verklaren. Immers, de benadeelde partij heeft de vermeende psychische klachten niet met (medische) stukken onderbouwd. Het aanhouden van de strafzaak om de benadeelde partij in de gelegenheid te stellen zijn vordering nader te onderbouwen, levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
In totaal zal de rechtbank een bedrag toewijzen ter hoogte van € 3205,90. Dit bedrag wordt verhoogd met de gevorderde wettelijke rente vanaf 28 november 2022 tot de dag van volledige betaling. De rechtbank verklaart de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 2] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 3205,90, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 28 november 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 42 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 2] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
10.2
[benadeelde 9]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van
€ 350,00. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder feit 2 ten laste gelegde feit.
10.2.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de vordering toe te wijzen.
10.2.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
10.2.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partij [benadeelde 9] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu de vermeende psychische klachten niet met (medische) stukken zijn onderbouwd. Het aanhouden van de strafzaak om de benadeelde partij in de gelegenheid te stellen de vordering nader te onderbouwen, levert een onevenredige belasting van het strafgeding op.
De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zullen kosten worden gecompenseerd, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.
10.3
[benadeelde 10]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 350,00. Dit bedrag bestaat immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder feit 2 ten laste gelegde feit.
10.3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank gezocht de vordering niet-ontvankelijk te verklaren.
10.3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
10.3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partij [benadeelde 10] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu de vermeende psychische klachten niet met (medische) stukken zijn onderbouwd.
Het aanhouden van de strafzaak om de benadeelde partij in de gelegenheid te stellen de vordering nader te onderbouwen, levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zullen kosten worden gecompenseerd, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.

11.VORDERING TENUITVOERLEGGING

11.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht om de vordering tenuitvoerlegging toe te wijzen.
11.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
11.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden te Arnhem van 18 augustus 2022 (parketnummer 21.001829.21) is verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 215 dagen voorwaardelijk opgelegd. Verdachte heeft zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig gemaakt aan strafbare feiten. Om die reden zal deze straf alsnog ten uitvoer gelegd worden.

12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36f, 45, 57, 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

13.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 44 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van het volgende voorwerp:
1 STK Schoenen.
Benadeelde partij [benadeelde 2]
- wijst de vordering van [benadeelde 2] toe tot een bedrag van € 3205,90;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 november 2022 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [benadeelde 2] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 2] aan de Staat € 3205,90 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 november 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 42 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [benadeelde 9]
- verklaart [benadeelde 9] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
Benadeelde partij [benadeelde 10]
- verklaart [benadeelde 10] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 21.001829.21
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de meervoudige kamer in het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, bij arrest van 18 augustus 2022 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 215 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Lonterman, voorzitter, mr. H.A. Gerritse en mr. N.M.H. van Ek, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B. Matser, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 mei 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
feit 1
hij op of omstreeks 25 november 2022 te [plaats] ,
in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de
[adres 2] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de
rechthebbende bevond,
meerdere, althans een flesje(s) parfum/eau de toilette en/of meerdere, althans een
siera(a)d(en) en/of meerdere, althans een horloge(s) en/of een beeldschermbril
en/of een schoudertas en/of sportschoenen en/of een toilettas en/of meerdere,
althans een Xbox game(s) en/of een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
en/of dat/die weg te nemen voornoemd(e) goed(eren) onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 2
hij in of omstreeks de periode van 27 november 2022 tot en met 28 november 2022
te [plaats] ,
in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de
[adres 3] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de
rechthebbende bevond,
een sleutelbos en/of meerdere, althans een (merk)tas(sen) en/of meerdere, althans
een siera(a)d(en) en/of een elektrische fiets inclusief acculader, in elk geval enig
goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen,
terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
en/of dat/die weg te nemen voornoemd(e) goed(eren) onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 3
hij in of omstreeks de periode van 29 november 2022 tot en met 13 december 2022
te [plaats] ,
in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de
[adres 4] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de
rechthebbende bevond,
meerdere, althans een (merk)tas(sen) en/of meerdere, althans een siera(a)d(en)
en/of een horloge en/of een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten
dele aan [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met
het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
en/of dat/die weg te nemen voornoemd(e) goed(eren) onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 4
hij op of omstreeks 4 december 2022 te [plaats] ,
in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de
[adres 5] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de
rechthebbende bevond,
een telefoon en/of een geldbedrag en/of meerdere, althans een horloge(s) en/of een
hoofdtelefoon/oortjes, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 4]
, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
en/of dat/die weg te nemen voornoemd(e) goed(eren) onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 5
hij in of omstreeks de periode van 4 december 2022 tot en met 18 december 2022 te
[plaats] ,
in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de
[adres 6] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil
van de rechthebbende bevond,
meerdere, althans een sier(a)ad(en) en/of een tas, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan [benadeelde 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
en/of dat/die weg te nemen voornoemd(e) goed(eren) onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 6
hij in of omstreeks de periode van 7 december 2022 tot en met 8 december 2022 te
[plaats] ,
in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de
[adres 7] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de
rechthebbende bevond,
een horloge en/of een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele
aan [benadeelde 6] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
en/of dat/die weg te nemen voornoemd(e) goed(eren) onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 7
hij op of omstreeks 7 december 2022 te [plaats]
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de
[adres 8] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de
rechthebbende bevond,
goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 7]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) weg te nemen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot
de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goederen
onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming
gereedschap uit de schuur van deze [benadeelde 7] heeft gepakt en/of de achterdeur heeft
geforceerd (door middel van voornoemd gereedschap)
en/of heeft geprobeerd middels het raam van de eerste verdieping de woning binnen te komen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 8
hij op of omstreeks 11 december 2022 te [plaats]
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de
[adres 9] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de
rechthebbende bevond,
goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 8]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) weg te
nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te
nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking
en/of inklimming
een ruit van de woning heeft geforceerd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal van 22 december 2022 (deel 1 einddossier), doorgenummerd 1 tot en met 110, 3 januari 2023 (deel 2 einddossier), doorgenummerd 111 tot en met 231, 9 februari 2023 (deel 3 einddossier), doorgenummerd 232 tot en met 296, 8 maart 2023 (deel 4 einddossier), doorgenummerd 297 tot en met 419, allen genummerd PL0900-2022379549 en opgemaakt door politie Midden-Nederland. Tenzij anders vermeld, is dit proces-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 97 – 98, deel 1 einddossier.
3.Pagina 161, deel 1 einddossier.
4.Pagina 107, deel 1 einddossier.
5.Pagina 184 – 187, deel 2 einddossier.
6.Pagina 189, deel 2 einddossier.
7.Pagina 193, deel 2 einddossier.
8.Pagina 68, deel 1 einddossier.
9.Pagina 139, deel 2 einddossier.
10.Pagina 140, deel 2 einddossier.
11.Pagina 164 – 165, deel 2 einddossier.
12.Pagina 176, deel 2 einddossier.
13.Pagina 200, deel 2 einddossier.
14.Pagina 204, deel 2 einddossier.
15.Pagina 206, deel 2 einddossier.
16.Pagina 68, deel 1 einddossier.
17.Pagina 139, deel 2 einddossier.
18.Pagina 140, deel 2 einddossier.
19.Pagina 222, deel 2 einddossier.
20.Pagina 224, deel 2 einddossier.
21.Pagina 68, deel 1 einddossier.
22.Pagina 139, deel 2 einddossier.
23.Pagina 140, deel 2 einddossier.