ECLI:NL:RBMNE:2023:36
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing proceskostenvergoeding na intrekking beroep tegen terugvordering uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 11 januari 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres had tegen een besluit van het Uwv beroep ingesteld, nadat het Uwv op 3 december 2021 had besloten om een teveel ontvangen uitkering terug te vorderen. Het bestreden besluit van 17 juni 2022 handhaafde dit primaire besluit. Echter, na het indienen van het beroep heeft het Uwv op 8 december 2022 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarbij het primaire besluit werd herroepen en het bestreden besluit werd ingetrokken. Hierdoor trok eiseres haar beroep in en verzocht zij om vergoeding van haar proceskosten.
De rechtbank heeft het Uwv in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenvergoeding. Het Uwv heeft geen bezwaar gemaakt tegen de vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft vervolgens zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. Volgens de wet kan de rechtbank, wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener tegemoet is gekomen, het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het Uwv inderdaad tegemoet is gekomen aan eiseres door het herroepen van het primaire besluit, waardoor eiseres niet langer de teveel betaalde uitkering hoeft terug te betalen. De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenveroordeling toegewezen en het Uwv veroordeeld tot betaling van € 837,- aan proceskosten, gebaseerd op de door een derde verleende rechtsbijstand. Daarnaast is het Uwv verplicht om het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.