ECLI:NL:RBMNE:2023:3577

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 juli 2023
Publicatiedatum
14 juli 2023
Zaaknummer
C/16/558775 / KG ZA 23-330
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot opheffing pandverbod en inzage ledenlijst van een vereniging

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 10 juli 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser], lid van een vereniging, en de vereniging zelf. De eiser vorderde de opheffing van een door de vereniging opgelegd pandverbod en inzage in de ledenlijst van de vereniging. De achtergrond van de zaak betreft een conflict tussen de eiser en het bestuur van de vereniging over de gang van zaken binnen de vereniging, waarbij de eiser een bijzondere Algemene Ledenvergadering (ALV) had willen bijeenroepen. Het bestuur had echter het lidmaatschap van de eiser opgezegd en een pandverbod opgelegd, wat leidde tot de rechtszaak.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het pandverbod onterecht was opgelegd, omdat de eiser handelde binnen zijn rechten volgens de statuten van de vereniging. De rechter wees de vordering tot opheffing van het pandverbod toe en stelde dat de vereniging de eiser niet de toegang tot de moskee mocht ontzeggen. Daarnaast werd de vereniging veroordeeld om de eiser inzage te geven in de ledenlijst, met de voorwaarde dat dit binnen twee weken na de uitspraak moest gebeuren.

De vereniging had ook een tegenvordering ingediend voor een contactverbod tegen de eiser, welke door de rechter werd toegewezen. Dit contactverbod geldt tot de eerstvolgende ALV, waarin de opzegging van het lidmaatschap van de eiser zal worden behandeld. De rechter legde ook dwangsommen op voor het niet naleven van de uitspraken en bepaalde dat de proceskosten voor het grootste deel door de vereniging moesten worden vergoed. De uitspraak benadrukt het belang van de statuten en de rechten van leden binnen een vereniging.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/558775 / KG ZA 23-330
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 10 juli 2023
in de zaak van
[eiser],
wonend in [woonplaats] , gemeente Vijfheerenlanden,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. V.L.M.J. Boitelle in Hilversum,
tegen
de vereniging
[de vereniging],
gevestigd in [vestigingsplaats] , gemeente Vijfheerenlanden,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. A. el Aqde in Amsterdam.
Partijen worden hierna [eiser] en de vereniging genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met als bijlagen producties 1 tot en met 6;
  • de namens [eiser] overgelegde producties 7 tot en met 16;
  • de akte reconventionele vordering met als bijlagen producties A tot en met F.
1.2.
Op 10 juli 2023 heeft mr. N.A.J. Purcell, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. F.G.T. Russcher-Jansen, griffier, een mondelinge behandeling gehouden in bovengenoemde zaak. Hierbij was [eiser] met mr. Boitelle aanwezig. Namens de vereniging was de heer [A] , secretaris, met mr. El Aqde aanwezig. Namens beide partijen zijn pleitaantekeningen overgelegd. Van deze zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter met toepassing van artikel 29a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering mondeling uitspraak gedaan. De beslissing en de motivering van de beslissing zijn hierna onder 3 en 4 weergegeven. Voor de duidelijkheid is in dit proces-verbaal onder 2 toegevoegd waar de zaak over gaat.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1.
De vereniging heeft een moskee in [vestigingsplaats] waar de activiteiten van de vereniging plaatsvinden. [eiser] is sinds 1 januari 2022 lid van de vereniging. Hij heeft het bestuur van de vereniging laten weten het niet eens te zijn met de manier waarop het bestuur de vereniging leidt. Hij wilde dit graag op een Algemene Ledenvergadering (hierna: ALV) bespreken. Het bestuur heeft laten weten dat zij dit niet toestaat. [eiser] heeft daarom met een beroep op artikel 15 lid 4 van de statuten een bijzondere ALV bijeengeroepen door op 17 juni 2023 in de moskee uitnodigingen op te hangen. Op deze uitnodiging stond dat de ALV zou plaatsvinden op 1 juli 2023 en dat er één agendapunt zou worden behandeld, namelijk het functioneren van de voorzitter. Toen [eiser] deze uitnodigingen aan het ophangen was heeft het bestuur zich daartegen verzet, is een conflict ontstaan, is de politie gebeld en heeft het bestuur [eiser] een pandverbod voor de moskee opgelegd. Bij brief van 29 juni 2023 heeft het bestuur het lidmaatschap van [eiser] opgezegd. [eiser] heeft laten weten in beroep te gaan tegen de opzegging van zijn lidmaatschap. De ALV zal hier in september of oktober van dit jaar over beslissen.
2.2.
In dit kort geding vordert [eiser] , kort samengevat, dat de vereniging wordt veroordeeld tot:
  • opheffing van het pandverbod en te gedogen dat [eiser] de leden van de vereniging oproept tot een bijzondere ALV op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag;
  • het verstrekken van een ledenlijst van de vereniging, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag;
  • betaling van de proces- en nakosten.
2.3.
De vereniging heeft een tegenvordering ingediend en vordert, kort samengevat:
  • een pandverbod voor de duur van één jaar;
  • een contactverbod voor de duur van één jaar waarbij [eiser] geen contact mag opnemen met het bestuur en de afzonderlijke bestuursleden;
  • bovenstaande op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per keer met een maximum van € 50.000,- en met machtiging aan de vereniging om deze verboden te bewerkstelligen met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
  • betaling van de proceskosten.

3.De beoordeling

Spoedeisend belang

3.1.
Beide partijen hebben een spoedeisend belang. [eiser] geeft aan dat hij in ieder geval weer in de moskee wil kunnen bidden. Dat belang is voldoende spoedeisend. Verder hangen de vorderingen samen met de status van het lidmaatschap van [eiser] dat ter discussie zal komen te staan op een ALV in september of oktober. Bij die vorderingen bestaat dus spoedeisend belang, omdat een gewone procedure te lang duurt om voor dat moment op die vorderingen te beslissen. Ook daarom is er sprake van een spoedeisend belang.
Status bijzondere ALV op 1 juli 2023
3.2.
Op 1 juli 2023 heeft een bijeenkomst plaatsgevonden, die door [eiser] als bijzondere ALV wordt aangemerkt. Op deze vergadering zijn diverse besluiten genomen, waaronder het terugdraaien van de opzegging van het lidmaatschap van [eiser] . Ook is er besloten dat het hele bestuur vervangen moet worden. Deze besluiten hebben geen gelding. Op zich stond [eiser] in zijn recht bij de wens om een bijzondere ALV bijeen te roepen op 1 juli 2023. Hij wilde iets in de ALV bespreken, en het bestuur heeft hieraan niet meegewerkt. Uit de statuten volgt dat een lid met een achterban van minimaal 10% van de leden dit dan zelf in gang mag zetten. Vandaag is vastgesteld dat [eiser] een achterban heeft van minimaal 10% van de leden. Hij mocht dus in actie komen en een bijzondere ALV beleggen. Maar er kleven nogal wat problemen aan de bijeenkomst van 1 juli 2023. Los van de vraag of genoeg leden ervan wisten, was het enige agendapunt dat was aangekondigd het functioneren van de voorzitter. De besluiten die zijn genomen (terugdraaien opzeggen lidmaatschap [eiser] , ontslag bestuur) stonden dus niet op de agenda. Die besluiten hebben alleen al daarom geen waarde.
3.3.
Dat betekent dat het zittende bestuur er nog zit. De formele situatie is verder dat het lidmaatschap van [eiser] is opgezegd en dat hij is geschorst in afwachting van de behandeling van zijn beroep daartegen bij de ALV. De opzegging van het lidmaatschap van [eiser] ligt in dit kort geding niet ter beoordeling voor. Dat is iets waarover de ALV moet gaan beslissen in september of oktober van dit jaar. Vandaag is vastgesteld dat [eiser] beroep heeft aangetekend tegen het besluit van het bestuur en heeft het bestuur onvoorwaardelijk toegezegd dat dit beroep op de eerstvolgende ALV wordt behandeld en dat die in september of oktober zal plaatsvinden.
Pandverbod
3.4.
In beginsel kan het bestuur een pandverbod geven als iemand de orde in de moskee verstoort. Het bestuur vertegenwoordigt immers de vereniging. Maar in dit geval is het pandverbod niet terecht opgelegd. Het staat vast dat er op 17 juni 2023 veel onrust is ontstaan en de orde in de moskee is verstoord. De politie is zelfs ter plaatse geweest. Maar de oorzaak van de onrust is hier wel van belang. De onrust is namelijk ontstaan doordat [eiser] iets wilde bereiken wat hij op grond van de statuten mocht bereiken. Hij heeft een achterban van zeker 10% van de leden. Omdat het bestuur weigerde zijn voorstellen op de agenda te zetten, mocht hij een bijzondere ALV bijeenroepen. In de statuten staat expliciet dat die ALV mag worden aangekondigd door mededeling op het in het clubgebouw (lees: moskee) aanwezig mededelingenbord. Dat was [eiser] op dat moment aan het doen. De onrust die de actie van [eiser] veroorzaakte zou normaliter een pandverbod rechtvaardigen, maar omdat [eiser] juist binnenkwam om iets te doen dat hij volgens de statuten mag doen, en het bestuur fout zat door hem daarin tegen te werken, mag zij hem dan niet een pandverbod geven. De onrust is immers ontstaan omdat het bestuur wil verhinderen dat [eiser] iets doet dat hij op basis van de statuten mocht doen. Als er onrust ontstaat door een conflict waar het bestuur in ieder geval medeschuldig aan is, mag het bestuur niet iemand vanwege die onrust een pandverbod geven. Dat zou onredelijk en in strijd met artikel 2:8 BW zijn.
De rechter neemt bij deze beslissing ook mee dat [eiser] vandaag heeft verklaard tot de ALV in september of oktober niets anders te willen doen in de moskee dan bidden, en dat de rechter het door het bestuur gevraagde contactverbod wel zal toewijzen, waarover later meer. Er is daarom ook geen aanleiding om verdere ordeverstoringen te verwachten.
De vordering tot opheffing van het pandverbod wordt dus toegewezen. De vereniging mag [eiser] de toegang tot de moskee niet weigeren. Dat betekent dat ook de reconventionele vordering van de vereniging voor het opleggen van een pandverbod wordt afgewezen.
Gedogen oproepen voor bijzondere ALV
3.5.
Dit onderdeel van de vordering wordt afgewezen. De statuten geven de mogelijkheid om dit te doen, maar op dit moment is het een gepasseerd station. Er is vandaag op de zitting namens het bestuur van de vereniging toegezegd dat er in september of oktober een ALV komt. Op die vergadering zal in ieder geval de opzegging van het lidmaatschap van [eiser] op de agenda staan.
Ledenlijst
3.6.
[eiser] wil graag beschikking krijgen over de ledenlijst van de vereniging. Deze vordering wordt enigszins afgezwakt toegewezen. Iedereen die lid is van een vereniging heeft in beginsel recht om de ledenlijst in te zien. Het betoog van de vereniging waarom zij de ledenlijst niet wil verstrekken, maar wel ter inzage wil geven, is begrijpelijk. Daarom wordt de vordering zo toegewezen dat [eiser] recht op inzage krijgt. Binnen twee weken na deze zitting moet het bestuur zorgen dat [eiser] in het gebouw van de vereniging (de moskee) de ledenlijst kan inzien. [eiser] heeft vandaag beloofd dat hij de inzage van de ledenlijst voor geen enkel ander doel gaat gebruiken dan om te weten wie er lid is en om in september en oktober te kunnen beoordelen of de ALV en de stemming netjes verlopen. Ook heeft hij beloofd dat hij de ledenlijst niet gaat gebruiken om leden te benaderen.
Mogelijke discussie over wie wel of geen lid is van de vereniging vanwege betalingsachterstanden
3.7.
Er is discussie geweest wie wel of geen lid is. Het bestuur heeft op 11 december 2022 gezegd dat 24 mensen geen lid meer zijn of niet meer mogen stemmen omdat zij een achterstand in contributiebetaling zouden hebben. De rechter acht het zinvol daarover het volgende op te merken:
Iedereen die lid is of stelt dat hij lid is, mag de ledenlijst inzien, en kan zo dus ruim voor de ALV in september of oktober te weten komen of het bestuur ook van oordeel is dat hij lid is.
De discussie of iemand lid is of niet kan alleen gevoerd worden tussen degene die vindt dat hij lid is en het bestuur. [eiser] kan (los van het contactverbod, waarover hierna meer) niet in debat met het bestuur omdat hij vindt dat iemand anders lid is. Dat moet die persoon zelf doen.
Uit de statuten volgt duidelijk dat het bestuur alleen maar mag stellen dat iemand geen lid (meer) is omdat diegene een wanbetaler is als (a) het bestuur die persoon formeel heeft laten weten dat zij, vanwege die reden, het lidmaatschap opzegt. Dit laatste kan alleen (b) met een opzegtermijn van minstens vier weken en (c) tegen het einde van een kalenderjaar. Als dat niet is gebeurd, is iemand gewoon nog lid, ook al is er een betalingsachterstand en ook al meent het bestuur anders.
3.8.
Namens het bestuur is gesteld dat bij de ALV van 11 december 2022 zou zijn beslist dat mensen met een betalingsachterstand geschorst zouden zijn en daarom geen stemrecht zouden hebben. De rechter kan dit geenszins uit de notulen afleiden. Het staat daar als mededeling van het bestuur en niet als punt waarover gestemd is. [eiser] betwist ook stellig dat de ALV hierover heeft gestemd. Maar zelfs als dit anders zou zijn, gaat het erom wat er in de statuten staat. Totdat die eventueel gewijzigd worden, kunnen mensen die hun contributie niet op tijd betalen alleen hun lidmaatschap en stemrecht verliezen als hun lidmaatschap conform de genoemde regels is opgezegd.
Contactverbod
3.9.
De vereniging vordert een contactverbod tussen [eiser] en het bestuur. Deze vordering wordt toegewezen. Deze ordemaatregel kan bijdragen aan rust in de moskee. Omdat vaststaat dat er in september of oktober van dit jaar een ALV wordt gehouden is het ook niet nodig dat [eiser] contact heeft met het bestuur of afzonderlijke bestuursleden. Dit contactverbod loopt tot in ieder geval die eerstvolgende ALV. Als op die ALV wordt beslist dat de opzegging in stand blijft zal het contactverbod vanaf vandaag voor de duur van één jaar worden opgelegd.
Praktische consequenties contactverbod en inzage ledenlijst
3.10.
Zoals geoordeeld mag [eiser] de ledenlijst inzien, maar ook geen contact hebben met het bestuur. De ledenlijst zal in de moskee ter inzage gelegd moeten worden. Het bestuur kan een neutraal niet-bestuurslid vragen om met [eiser] af te spreken wanneer hij de ledenlijst komt inzien, en erbij te zijn als hij dat doet. Op deze manier hoeft [eiser] voor het inzien geen contact te hebben met het bestuur.
Dwangsommen
3.11.
De over en weer gevorderde dwangsommen worden toegewezen. Wel is er aanleiding om de dwangsommen te matigen. Deze worden bepaald op € 500,- per overtreding, met een maximum van € 10.000,-. De gevorderde machtiging aan de vereniging om het contactverbod te bewerkstelligen met behulp van de sterke arm van politie en justitie wordt afgewezen.
Proceskosten in conventie
3.12.
Omdat de vereniging in conventie voor het grootste gedeelte ongelijk krijgt moet zij de proceskosten van [eiser] betalen. De kosten van [eiser] worden tot nu toe begroot op:
- betekening oproeping € 129,14
- griffierecht 314,00
- salaris advocaat
1.079,00
Totaal € 1.522,14
Proceskosten in reconventie
3.13.
Aangezien de partijen in reconventie beide deels ongelijk krijgen, zullen de proceskosten in reconventie worden gecompenseerd.
Tot slot
3.14.
Los van de vorderingen die voorliggen heeft de voorzieningenrechter nog enkele aanbevelingen voor de eerstvolgende ALV.
  • Voor een rustige gang van zaken op de ALV is het aan te bevelen om een neutrale gezaghebbende persoon te vragen de vergadering te leiden. Op grond van de statuten is dat mogelijk.
  • Voor het stemmen over het lidmaatschap van [eiser] en eventuele andere agendapunten waarover gestemd moet worden is het ook aan te raden dat een neutraal iemand, dat zou een (kandidaat-)notaris kunnen zijn, over het stemproces gaat. Die kan bijvoorbeeld aan de hand van de ledenlijst controleren wie gerechtigd is om te stemmen en kan controleren of de volmachten juist zijn. Ook zou deze persoon kunnen notuleren zodat alles goed wordt vastgelegd.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter:
in conventie
4.1.
veroordeelt de vereniging om het pandverbod voor [eiser] met onmiddellijke ingang op te heffen en opgeheven te houden en om [eiser] ongehinderd toegang te verlenen tot het verenigingsgebouw (de moskee) aan de [adres] in [vestigingsplaats] ;
4.2.
veroordeelt de vereniging om aan [eiser] een dwangsom te betalen van € 500,- voor iedere keer dat de vereniging niet aan de in 4.1. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 10.000,- is bereikt;
4.3.
veroordeelt de vereniging om binnen twee weken na vandaag [eiser] inzage te geven in haar ledenlijst;
4.4.
veroordeelt de vereniging om aan [eiser] een dwangsom te betalen van € 500,- voor iedere keer dat de vereniging niet aan de in 4.3. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 10.000,- is bereikt;
4.5.
veroordeelt de vereniging in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 1.522,14, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
4.6.
veroordeelt de vereniging in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 173,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 90,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;
4.7.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.8.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
4.9.
verbiedt [eiser] om direct of indirect – anders dan via zijn advocaat – telefonisch, schriftelijk, persoonlijk of anderszins contact op te nemen met het bestuur, waaronder de bestuursleden afzonderlijk, vanaf vandaag voor de duur van één jaar óf tot de ALV in september of oktober in 2023 in het geval op deze ALV wordt beslist dat de opzegging van het lidmaatschap van [eiser] geen stand houdt;
4.10.
veroordeelt [eiser] om aan de vereniging een dwangsom te betalen van € 500,- voor iedere keer dat [eiser] niet aan de in 4.8. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 10.000,- is bereikt;
4.11.
verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.12.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
4.13.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Deze mondelinge uitspraak is gedaan door mr. N.A.J. Purcell, de voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. F.G.T. Russcher-Jansen, de griffier, op 10 juli 2023.