Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
2 [gedaagde sub 2] ,
3 [gedaagde sub 3] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Gebreken tijdig gemeld?
622,00(2 punten x tarief € 311,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 25 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en [gedaagde sub 1], [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] over een aannemingsovereenkomst voor het leggen van kasseien. [Eiser] had in het voorjaar van 2019 een overeenkomst gesloten met [gedaagde sub 1] voor het bestraten van een oppervlak van ongeveer 130 m2. De kasseien waren door [eiser] ingekocht en [gedaagde sub 1] diende epoxy voegmiddel te gebruiken dat door [eiser] werd geleverd. Na oplevering op 19 september 2019 meldde [eiser] gebreken in de uitvoering, waaronder het onjuist aanbrengen van het voegmiddel. Ondanks herhaalde verzoeken om herstel, bleef de kwaliteit van het werk onvoldoende. [Eiser] vorderde uiteindelijk schadevergoeding ter hoogte van de herstelkosten, die door een deskundige waren geraamd op € 21.000,-. De gedaagden voerden verweer en stelden dat [eiser] niet tijdig had gemeld en onvoldoende herstelmogelijkheden had geboden.
De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde sub 1] tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst en dat de gebreken tijdig waren gemeld. De rechter volgde de deskundige in de stelling dat de herstelkosten € 21.000,- bedroegen, maar oordeelde dat slechts 15 m2 aan kasseien vervangen hoefde te worden. Uiteindelijk werd de schade vastgesteld op € 9.705,-, te vermeerderen met wettelijke rente. De vordering in reconventie van [gedaagde sub 2] c.s. werd afgewezen. De proceskosten werden toegewezen aan [eiser].