ECLI:NL:RBMNE:2023:3528

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 juli 2023
Publicatiedatum
13 juli 2023
Zaaknummer
UTR 23/2892 en UTR 23/2893
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging huisverbod en voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke context

Op 13 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van een huisverbod dat door de burgemeester van Almere was opgelegd aan verzoeker, een 21-jarige man. Het huisverbod was oorspronkelijk opgelegd op 23 juni 2023 voor een periode van 10 dagen, maar werd op 30 juni 2023 verlengd met 18 dagen vanwege aanhoudende dreiging van geweld binnen het gezin. Verzoeker verbleef sinds het opleggen van het huisverbod bij zijn opa en oma. De burgemeester had het huisverbod ingesteld omdat verzoekers aanwezigheid in de woning een ernstig en onmiddellijk gevaar vormde voor de veiligheid van zijn ouders en broers, wat werd onderbouwd door meldingen van verbale bedreigingen, mishandelingen en andere gewelddadige incidenten.

Tijdens de zitting op 13 juli 2023, waar verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, werd het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester het huisverbod terecht had verlengd, gezien de ernst van de situatie en het gebrek aan vertrouwen in de veiligheid van de overige gezinsleden. De rechter benadrukte dat het huisverbod geen straf is, maar een noodzakelijke maatregel om de veiligheid te waarborgen. De voorzieningenrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om voorlopige voorziening af, met de aanbeveling dat verzoeker ook na afloop van het huisverbod bij zijn opa en oma zou blijven totdat er een andere woonplek beschikbaar is.

De uitspraak werd in het openbaar gedaan en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen reden was om verzoeker terug naar huis te laten keren, gezien de aanhoudende dreiging van geweld en de noodzaak om de rust in de situatie te behouden terwijl er naar een passende oplossing werd gezocht.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummers: UTR 23/2892 en UTR 23/2893
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 juli 2023 op het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker], uit [woonplaats], verzoeker

(gemachtigde: mr. J.M.M. Pater),
en

de burgemeester van de gemeente Almere, verweerder

(gemachtigde: mr. M. Telderman en L. van den Akker).
Verder nemen als partij aan de zaken deel de ouders van verzoeker:
[ouder 1] en [ouder 2].

Inleiding

1. Verzoeker is 21 jaar. Hij woont samen met zijn ouders en zijn broers van 19 en 17 jaar in hun woning in [woonplaats].
2. Op 23 juni 2023 heeft de burgemeester aan verzoeker een huisverbod opgelegd voor de duur van 10 dagen. Sindsdien verblijft verzoeker bij zijn opa en oma.
3. De burgemeester heeft het huisverbod opgelegd omdat verzoekers aanwezigheid in de woning ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van de ouders en de broers (artikel 2, eerste lid, van de Wet tijdelijk huisverbod). In informatie van Veilig Thuis staat onder meer dat binnen het gezin dagelijks sprake is van verbale bedreigingen, dwang en controle, vernielingen van goederen in de woning en mishandelingen, gepleegd door verzoeker. Verzoeker heeft recent een mes, van afstand, in de kookplaat van de keuken gegooid. Hij heeft recent diverse deuren vernield en diverse vernielingen gepleegd in zijn slaapkamer. Hij heeft in het verleden zijn moeder bedreigd haar neer te slaan met een brommerslot en heeft gedreigd om een vork in haar been te steken. Zij voelt zich zeer onveilig in de woning en durft daar niet meer alleen te verblijven uit angst voor geweld door verzoeker. In de stukken wordt ook melding gemaakt van ernstige verbale bedreigingen richting de moeder. Verzoekers vader heeft verteld dat hij een gescheurde rib heeft opgelopen, nadat hij verzoeker heeft proberen te ontwapenen op het moment dat hij dreigend, met een mes, op zijn moeder afliep. Er is ook sprake van een voortdurende dreiging van geweld door verzoeker ten opzichte van zijn jongere broer van 17 jaar. Verzoekers broer heeft eenmaal letsel opgelopen.
4. Op 30 juni 2023 heeft de burgemeester het huisverbod verlengd met 18 dagen. Het verlengde huisverbod geldt tot 21 juli 2023.
5. De burgemeester heeft het huisverbod verlengd omdat de dreiging van het gevaar zich voortzette (artikel 9, eerste lid, van de Wet tijdelijk huisverbod). Uit nadere informatie van Veilig Thuis blijkt dat het niet mogelijk is om veiligheidsvoorwaarden op te stellen die voldoende zijn om de veiligheid te borgen. Verzoeker heeft gezegd zijn ouders niet te kunnen vergeven. Verzoeker staat op de wachtlijst voor beschermd wonen. In een crisisberaad zal gekeken worden of hij zo snel mogelijk ergens geplaatst kan worden. De dreiging van fysiek en verbaal geweld en agressie door verzoeker richting de overige gezinsleden is nog steeds aanwezig. Verzoeker heeft geen inzicht in zijn eigen gedrag en het effect daarvan op zijn familieleden. Er is onvoldoende vertrouwen dat de veiligheid gewaarborgd kan worden. Een verlenging van het huisverbod zorgt dat de rust die er is wordt behouden en dat in de tussentijd met spoed gezocht kan worden naar een passende woonvoorziening voor verzoeker.
6. Op 7 juli 2023 heeft verzoeker beroep ingesteld tegen de verlenging van het huisverbod en heeft hij de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
7. De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld op de zitting van 13 juli 2023. Aan de zitting hebben deelgenomen: verzoeker, zijn gemachtigde, de gemachtigden van de burgemeester, [A] van Veilig Thuis en de ouders.
8. Na afloop van de behandeling van de zaak op zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan en gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan. Dit proces-verbaal is daarvan de schriftelijke uitwerking.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

9. De voorzieningenrechter doet niet alleen uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening, maar ook direct op het beroep zelf. Hij is na afloop van de zitting namelijk tot de conclusie gekomen dat verder onderzoek naar de zaak niet meer nodig is.
10. De voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester het huisverbod redelijkerwijs heeft mogen verlengen. De burgemeester heeft dat mogen doen op basis van de feiten en omstandigheden die hiervoor, in de inleiding van deze uitspraak, zijn vermeld. Het huisverbod is opgelegd op basis van een ernstige dreiging voor de veiligheid van verzoekers ouders en broers, en toen het huisverbod werd verlengd was die dreiging nog steeds aanwezig. De burgemeester heeft hun belangen en de noodzaak van het maken van afspraken over de veiligheid zwaarder mogen laten wegen dan het belang van verzoeker om nu weer terug naar huis te kunnen.
11. De voorzieningenrechter benadrukt dat het huisverbod geen straf is, hoewel verzoeker dat wel zo ervaart. Het gaat er bij een huisverbod niet om wie er schuldig is aan wat er thuis allemaal is gebeurd. Het gaat ook niet alleen om een bepaald incident met een mes, maar om het hele plaatje. Waar het om gaat is dat de situatie die in de woning ontstaat als verzoeker daar samen met zijn ouders en broers is, niet houdbaar en gevaarlijk is.
12. Verzoeker mag nu niet terug naar de woning. Het beroep is ongegrond. Er is daarom geen reden om een voorlopige voorziening te treffen. De burgemeester hoeft geen griffierecht of proceskosten te vergoeden.
13. De voorzieningenrechter wil verder nog het volgende kwijt, hoewel hij zich ervan bewust is dat hij niet gaat over wat er na afloop van het huisverbod gebeurt. Op de zitting is gebleken dat verzoeker en zijn ouders hetzelfde willen: namelijk een eigen plek voor verzoeker waar hij op structurele basis op zichzelf kan wonen. Er zijn inmiddels gesprekken geweest met hulpverlenende instanties en er is zicht op een plek, maar het is ook duidelijk dat dit nog niet geregeld zal zijn als het huisverbod volgende week is afgelopen. De voorzieningenrechter zou het een verstandige beslissing vinden als verzoeker ook na 21 juli bij zijn opa en oma blijft, totdat een andere plek om te wonen beschikbaar komt.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 13 juli 2023 door mr. K. de Meulder, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.L. Bressers, griffier.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak voor zover daarbij is beslist op het beroep, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak voor zover daarbij is beslist op het beroep. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen. Tegen deze uitspraak voor zover deze gaat over de voorlopige voorziening staat geen hoger beroep open.